ECLI:NL:RBNHO:2020:10783
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake vrijstellingsbeschikking
Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen [X] v.o.f. en de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn. Eiseres heeft op 19 juni 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst van 31 maart 2020, betreffende een vrijstellingsbeschikking. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval eindigde de termijn op 12 mei 2020. Eiseres heeft het beroepschrift echter pas op 29 juni 2020 verzonden, waardoor het niet tijdig is ingediend. Eiseres voert aan dat haar boekhouder, die de uitspraak op bezwaar ontving, door het overlijden van zijn vader in maart 2020 in het buitenland verbleef en moeilijk bereikbaar was.
De rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden geen verschoonbare reden vormen voor de termijnoverschrijding. Het overlijden van de boekhouder is in het algemeen onvoldoende reden om niet tijdig een beroepschrift in te dienen. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij of haar boekhouder gedurende de gehele termijn niet in staat waren om het beroepschrift tijdig in te dienen.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres niet tijdig heeft voldaan aan de verzoeken om een schriftelijke machtiging en een uittreksel uit het handelsregister over te leggen. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om deze verzuimen te herstellen, maar de reactie van eiseres kwam niet binnen de gestelde termijn. Gelet op deze feiten heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.