Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
naar de kantonrechter begrijpt: 2019, dus kort na de afspraak van 10 juli 2019] telefonisch heeft gesproken en daarbij een aantal afspraken met hem heeft gemaakt. De e-mail vermeldt voorts het volgende. [AA] en [ZZ] hebben het gehad over de schade die is ontstaan op het werk en dat de klant waarschijnlijk niets meer gaat betalen. [AA] gaf aan dat hij een deelbetaling van € 5.500,00 had ontvangen en Woodstock bereid was dit over te maken naar De Granietzuil echter onder een voorwaarde. Dat Woodstock dan wel een creditfactuur wilde ontvangen à € 5.516,- voor het restant op deze klus. [ZZ] vertelde dat hij het heel coulant van Woodstock vond dat zij dit wilde overmaken en dat ‘de credit’ geen enkel probleem was, en dat hij die gelijk zou maken en mailen nadat Woodstock de € 5.500,00 hadden overgemaakt. De betaling is overgemaakt op 19 juli echter ‘de credit’ zoals afgesproken is nooit ontvangen, aldus nog steeds de verklaring van [AA] in zijn e-mail. Zoals gezegd heeft Woodstock op 19 juli 2019 inderdaad een betaling verricht, namelijk € 5.000,00. Die betaling ondersteunt de verklaring van [AA] in zekere mate.