In deze zaak heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vordering van de werknemer, die tevens statutair bestuurder is van de gedaagde vennootschap. De werknemer, aangeduid als [eiseres], heeft een vordering ingesteld tegen M. Boonstra Beheer B.V. voor loonbetaling en andere verzoeken, waaronder ontbinding van de arbeidsovereenkomst en betaling van een transitievergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, volgens artikel 2:241 van het Burgerlijk Wetboek, de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van rechtsvorderingen die voortvloeien uit de overeenkomst tussen de vennootschap en de bestuurder. Dit geldt ook voor verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, ongeacht of de bestuurder inmiddels is ontslagen.
De kantonrechter heeft op basis van de feiten en de ingediende stukken geconcludeerd dat [eiseres] zowel werknemer als bestuurder is geweest van Boonstra Beheer. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de kantonrechter niet bevoegd is om de zaak te behandelen, ook niet in het geval van een voormalig bestuurder. De zaak is daarom verwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling. De kantonrechter heeft ook de bezwaren van Boonstra Beheer tegen de wijziging van eis door [eiseres] in overweging genomen, maar heeft besloten dat deze beslissing aan de rechtbank is.
De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar het team Handel, Kanton en Insolventie van de rechtbank, locatie Haarlem, en heeft bepaald dat partijen bij advocaat moeten verschijnen. Tevens is er informatie gegeven over de griffierechten die verschuldigd zijn na de verwijzing.