ECLI:NL:RBNHO:2020:10720

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 december 2020
Publicatiedatum
16 december 2020
Zaaknummer
8726362
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur en geschil over koopovereenkomst

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Sasabun B.V., h.o.d.n. Sofiben Exclusive, een vordering ingesteld tegen De Slaapzaak B.V. wegens onbetaalde facturen voor geleverde dekbedovertrekken. Eiseres vordert een totaalbedrag van € 982,09, bestaande uit een hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente. Eiseres stelt dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen, maar gedaagde betwist dit. Gedaagde heeft de dekbedovertrekken ontvangen, maar stelt dat er geen overeenkomst is gesloten, omdat er geen ondertekende bestelling of orderbevestiging is. Gedaagde heeft aangeboden de goederen terug te sturen, maar dit werd door eiseres aanvankelijk afgewezen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het bestaan van de koopovereenkomst. De stelplicht ligt bij eiseres, en de enkele stelling dat de vertegenwoordiger van eiseres niet alleen voor een sociaal bezoek kwam, is onvoldoende om aan te nemen dat er een overeenkomst is gesloten. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van eiseres niet toewijsbaar is, omdat er geen bewijs is geleverd dat de overeenkomst tot stand is gekomen. Eiseres is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op nihil.

Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter I.H. Lips op 16 december 2020 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8726362 \ CV EXPL 20-4328
Uitspraakdatum: 16 december 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap Sasabun B.V., h.o.d.n. Sofiben Exclusive
gevestigd te Halsteren
eiseres
gemachtigde: M.M.J. Hafkamp, gerechtsdeurwaarder
tegen
de besloten vennootschap De Slaapzaak B.V.
gevestigd te Alkmaar
gedaagde
verschenen bij haar directeuren [XX] en [YY]

1.Het procesverloop

1.1.
Eiseres heeft bij dagvaarding van 18 augustus 2020 een vordering tegen gedaagde ingesteld. Gedaagde heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Eiseres heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna gedaagde een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De vordering

2.1.
Eiseres vordert dat de kantonrechter gedaagde veroordeelt tot betaling van € 982,09. Dit bedrag is opgebouwd uit een hoofdsom van € 774,57, een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 116,19 en een bedrag aan wettelijke handelsrente tot 11 augustus 2020 van € 91,33. Ook vordert eiseres wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 11 augustus 2020 tot aan de dag der voldoening en veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2.
Eiseres legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij ter uitvoering van een tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst aan gedaagde een partij dekbedovertrekken heeft verkocht en geleverd. Ondanks herhaalde aanmaning weigert gedaagde de aan haar gezonden factuur van 20 februari 2019 te voldoen. Gedaagde is hiermee in verzuim geraakt. Eiseres heeft vervolgens haar incassogemachtigde ingeschakeld. Hierdoor is gedaagde ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

3.Het verweer

3.1.
Gedaagde erkent de partij dekbedovertrekken te hebben ontvangen, maar betwist met eiseres een koopovereenkomst te hebben gesloten. Begin 2019 kwam een vertegenwoordiger van eiseres op bezoek om een nieuw product te tonen. De vertegenwoordiger had nog weinig om te laten zien, omdat het product nog in de opstartfase zat, en het gesprek ging al snel over andere zaken. Tot verbazing van gedaagde stond er een aantal maanden later een doos bij haar binnen met dekbedovertrekken ad € 700,00, die zij niet besteld had. Bestellingen worden altijd ondertekend en gecontroleerd aan de hand van de door de leverancier gestuurde orderbevestiging. Van beide is hier geen sprake geweest.
3.2.
Na de tweede aanmaning heeft gedaagde eiseres gebeld en gemaild met de mededeling dat zij de dekbedden niet besteld heeft en het voorstel gedaan de goederen terug te sturen of onder consignatie te verkopen, hier ging eiseres in eerste instantie niet mee akkoord. De e-mail van 3 december 2019 van de gemachtigde van eiseres waarin wel wordt gesproken over het terugsturen van de goederen, heeft gedaagde niet ontvangen en is mogelijk in de spam e-mailbox beland. Indien gedaagde deze e-mail wel had ontvangen, had zij de doos dekbedden direct teruggestuurd.

4.De beoordeling

4.1.
Kern van het geschil is of tussen partijen een koopovereenkomst is gesloten. De stelplicht en bewijslast ten aanzien van het bestaan van de overeenkomst liggen bij eiseres, omdat zij zich op de rechtsgevolgen van de door gedaagde betwiste overeenkomst beroept (artikel 150 Rv).
4.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft eiseres onvoldoende gesteld en onderbouwd dat gedaagde de gestelde bestelling bij eiseres heeft geplaatst. De enkele stelling van eiseres dat de vertegenwoordiger niet bij gedaagde komt “om alleen maar koffie of een biertje te drinken” is onvoldoende om aan te nemen dat de bestelling door gedaagde is geplaatst of dat eiseres gerechtvaardigd mocht verwachten dat er een koopovereenkomst is gesloten. Gelet op de betwisting door gedaagde, had het op de weg van eiseres gelegen om de wijze van totstandkoming van de gestelde koopovereenkomst, althans hetgeen partijen destijds besproken of afgesproken hebben, nader te concretiseren of onderbouwen. Het feit dat gedaagde bij levering van de dekbedden niet direct heeft geprotesteerd, is - gezien het verweer van gedaagde - onvoldoende om aan te nemen dat er een koopovereenkomst is ontstaan. Eiseres heeft geen andere feiten of omstandigheden gesteld waaruit kan volgen dat er een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
4.3.
De vordering van eiseres is derhalve, als onvoldoende onderbouwd, niet toewijsbaar. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen. Op hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd, zal de kantonrechter niet ingaan nu dit niet tot een andere uitkomst leidt. Daarbij gaat de kantonrechter er wel van uit dat gedaagde de geleverde dekbedovertrekken op korte termijn aan eiseres retourneert.
4.4.
Eiseres dient, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt eiseres tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor gedaagde worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter