Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
enovertuigend bewijs, bij gebreke waarvan vrijspraak van de gehele tenlastelegging dient te volgen.
Rechtbank Noord-Holland
Op 15 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot afpersing en bedreiging. De zaak was eerder door de politierechter verwezen naar de meervoudige strafkamer. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het dreigen met een alarmpistool en het achtervolgen van het slachtoffer met een auto. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging en sprak de verdachte integraal vrij. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de tenlastelegging.