ECLI:NL:RBNHO:2020:1067

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2020
Publicatiedatum
14 februari 2020
Zaaknummer
7576780 \ CV EXPL 19-2724
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor annulering van vlucht door birdstrike

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij Finnair wegens compensatie na de annulering van hun vlucht van Fukuoka naar Amsterdam op 2 juli 2017. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Finnair heeft de annulering van de vlucht gerechtvaardigd door te stellen dat er sprake was van buitengewone omstandigheden, namelijk een birdstrike die had plaatsgevonden op een eerdere vlucht. De passagiers betwistten dit en stelden dat de annulering niet gerechtvaardigd was, aangezien zij geen vertraging hadden opgelopen en de vervangende vlucht hen eerder op de eindbestemming had gebracht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd was om van de vordering kennis te nemen. Vervolgens werd beoordeeld of de annulering van de vlucht als gevolg van de birdstrike als een buitengewone omstandigheid kon worden gekwalificeerd. De rechter concludeerde dat de annulering inderdaad het gevolg was van de birdstrike, maar dat Finnair voldoende maatregelen had genomen om de passagiers zo snel mogelijk naar hun eindbestemming te brengen. Daarom werd de vordering tot compensatie afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Finnair, aangezien de passagiers ongelijk kregen in hun vordering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7576780 \ CV EXPL 19-2724
Uitspraakdatum: 12 februari 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2. [passagier sub 2],
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink en M.A.P. Duinkerke (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar het recht van Finland
Osakeythiö Finnair Oyj
gevestigd te Helsinki (Finland)
gedaagde
hierna te noemen Finnair
gemachtigde mr. W.O. Russell (Warendorf)

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 14 november 2018 een vordering tegen Finnair ingesteld. Finnair heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Finnair een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Finnair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Finnair de passagiers diende te vervoeren van Fukuoka Airport, Japan via Helsinki naar Amsterdam-Schiphol Airport op 2 juli 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
Finnair heeft de passagiers omgeboekt naar een andere vlucht. De passagiers zijn met de vervangende vlucht 2 uur en 10 minuten eerder vertrokken vanuit Japan en 2 uur en 52 minuten eerder aangekomen op de eindbestemming.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van Finnair gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.5.
Finnair heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Finnair bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juli 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2017 dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, daaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Finnair vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 300,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Finnair betwist de vordering. Zij voert aan dat de annulering van de vlucht minder dan zeven dagen voor de geplande vertrektijd aan de passagiers is meegedeeld. De vervangende vlucht is 2 uur en 10 minuten eerder vertrokken. De passagiers zijn vervolgens niet later dan de geplande aankomsttijd, maar juist 2 uur en 52 minuten eerder op de eindbestemming aangekomen. Uit de Verordening en de jurisprudentie volgt dat er in beginsel aanspraak op compensatie bestaat bij een aankomstvertraging van meer dan drie uur. De passagiers hebben geen tijdsverlies geleden en maken daarom geen aanspraak op compensatie.
4.2.
Voorts voert Finnair aan dat zij geen compensatie verschuldigd is omdat sprake is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Het toestel dat de vlucht zou uitvoeren, een Airbus 330 met registratiekenmerk OHLTN werd op een voorafgaande vlucht getroffen door een birdstrike (bij conclusie) dan wel bliksem (bij dupliek). Dit betrof de vlucht AY059 van Helsinki naar Xi’an (China), uitgevoerd op 30 juni 2017. De birdstrike/blikseminslag vond plaats voorafgaand aan het beoogde tijdstip van vertrek van de passagiers. Derhalve zijn er twee buitengewone omstandigheden, te weten birdstrike/blikseminslag met verplicht onderzoek en het verbod van de luchtvaartautoriteiten om het toestel in te zetten zolang het onderzoek niet is uitgevoerd. Voorts waren er in Xi’an geen gekwalificeerde monteurs aanwezig en moesten deze vanuit Hong Kong worden ingevlogen. De korte tijd tussen de birdstrike/blikseminslag en het beoogde tijdstip van vertrek van de vlucht brengt mee dat Finnair hier geen daadwerkelijke invloed op kon uitoefenen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Op grond van artikel 5 lid 1 sub c onder iii van de Verordening dient te worden beoordeeld of de vervangende vlucht valt binnen de tijdsperiode van één uur voor de geplande vertrektijd en twee uur na de geplande aankomsttijd ten aanzien van de oorspronkelijk geboekte vlucht. De passagiers zijn nadat hun vlucht is geannuleerd omgeboekt naar een andere vlucht. Nu de vervangende vlucht 2 uur en 10 minuten uur eerder vertrok dan de oorspronkelijk geplande vertrektijd, valt de omgeboekte vlucht niet binnen de tijdsperiode van één uur voor de geplande vertrektijd en twee uur later dan de geplande aankomsttijd. Dat de passagiers geen vertraging hebben opgelopen op de eindbestemming maakt niet dat zij geen recht hebben op compensatie op grond van de Verordening. De overlast en het ongemak voor de passagiers als gevolg van de annulering bevindt zich in onderhavige geval bij de vertrekplaats, nu de passagiers zich eerder op het vliegveld hebben moeten melden. Finnair is dan ook gehouden om de gevorderde compensatie te voldoen. Dit is anders indien Finnair kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
Finnair heeft een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden en wijst daarbij op een overgelegd vluchtrapport waarin code 51 is vermeld. Dit betekent volgens Finnair: “
Damage during flight operations, bird or lightning strike, turbulence, heavy or overweight landing”. Voorts heeft Finnair verwezen naar een document met het opschrift “
Bird strike found at Eng#1 during PFI”. Finnair heeft aangevoerd dat uit dit document blijkt dat het toestel van de luchtvaartautoriteiten in Xi’an zonder onderzoek niet mocht worden ingezet. Zowel de birdstrike/blikseminslag met een verplicht onderzoek als het verbod van de luchtvaartautoriteiten om het toestel in te zetten zolang dat onderzoek niet is uitgevoerd leveren buitengewone omstandigheden op, aldus Finnair
5.4.
De passagiers stellen dat de birdstrike drie vluchten voorafgaand aan de vlucht in kwestie en een dag eerder heeft plaatsgevonden. Het feit dat een birdstrike een buitengewone omstandigheid kan vormen, maakt niet dat deze omstandigheid doorwerkt op opvolgende vluchten, aldus de passagiers. Finnair heeft niet aangetoond dat zij voldoende tijd reserveert voor het uitvoeren van vereiste veiligheidscontroles. Voorts blijkt uit de overgelegde stukken dat slechts sprake is geweest van een inspectie. Er is geen sprake van schade aan het toestel. Daarbij zat er ruim 25 uur tussen de birdstrike en de uitvoering van de vlucht in kwestie. Finnair heeft dan ook ruim te tijd gehad om het mankement op te lossen dan wel de gevolgen van het mankement voor de passagiers te beperken. Derhalve is voor de vlucht in kwestie geen sprake van buitengewone omstandigheden, aldus nog steeds de passagiers.
5.5.
De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van partijen en de ingebrachte producties dat sprake is geweest van een birdstrike en dat Finnair in dupliek per abuis is uitgegaan van blikseminslag.
5.6.
De annulering van een vlucht als gevolg van een birdstrike op een voorgaande vlucht kan onder omstandigheden gekwalificeerd worden als een buitengewone omstandigheid die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen.
De vraag die hier voorligt is of Finnair voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat de vlucht in kwestie als gevolg van de birdstrike is geannuleerd. Niet in geschil is dat de birdstrike drie vluchten eerder heeft plaatsgevonden. De kantonrechter overweegt dat uit bijlage 2 blijkt dat om 01:05 uur UTC een melding is gedaan dat een borescope nodig wordt geacht. Voorts blijkt uit dezelfde bijlage dat er geen gekwalificeerd personeel op Xi’an beschikbaar is, maar van ‘Haeco HKG’ moet komen en dat die pas om ‘18.00UTC’ worden verwacht. Vervolgens vindt de borescope eerst rond 21:35 uur UTC plaats en wordt het toestel vrijgegeven om 05:25 uur UTC. De onderhavige vlucht stond gepland om vanuit Fukuaoka Airport, Japan om 10:00 lokale tijd te vertrekken. Hieruit volgt dat de annulering van de vlucht het gevolg is geweest van de birdstrike. Dat geen schade is ontdekt doet hier niet aan af aangezien het toestel na een birdstrike verplicht moet worden geïnspecteerd. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de vlucht is geannuleerd vanwege buitengewone omstandigheden.
5.7.
Vervolgens dient de kantonrechter te beoordelen of Finnair alle redelijke maatregelen heeft genomen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. Finnair heeft de passagiers omgeboekt naar een andere vlucht waarmee zij uiteindelijk zonder vertraging zijn aangekomen. Finnair heeft dan ook al het redelijkerwijs mogelijke gedaan om de passagiers zo spoedig mogelijk naar de eindbestemming te brengen. De vordering tot betaling van de gevorderde compensatie zal dan ook worden afgewezen.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Finnair worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Finnair;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter