ECLI:NL:RBNHO:2020:10620

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
15 december 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 4904
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen WOZ-waarde woning en aanslag onroerende-zaakbelastingen

Op 25 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen eiser, [X], en de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde G. Gieben, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 12 augustus 2019, waarin de waarde van zijn woning aan de [A] te [Z] voor het kalenderjaar 2019 was vastgesteld op € 331.000. Eiser was van mening dat deze waarde te hoog was en heeft daarom bezwaar aangetekend.

Tijdens de zitting op 11 november 2020 hebben partijen hun standpunten toegelicht. Eiser werd vertegenwoordigd door J.L.G. Herk, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door taxateurs [B] en [C]. Na overleg hebben partijen overeenstemming bereikt over de waarde van de woning, die nu is vastgesteld op € 290.000. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de waarde van de woning verlaagd. Tevens is de aanslag onroerende-zaakbelastingen aangepast aan de nieuwe waarde.

De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.572, en heeft bepaald dat het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Marinus, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

Rechtbank Noord-Holland
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/4904
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2020 in de zaak tussen

[X] , wonende te [Z] , eiser(gemachtigde: G. Gieben),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 12 augustus 2019 op het bezwaar van eiser tegen de beschikking van verweerder van 28 februari 2019 waarbij de waarde ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van de onroerende zaak [A] te [Z] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2019 is vastgesteld op € 331.000, alsmede de aan eiser opgelegde aanslag onroerende-zaakbelastingen voor het jaar 2019.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2020. Namens eiser is verschenen J.L.G Herk, kantoorgenoot van de gemachtigde van eiser. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [B] en [C] , taxateur.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 290.000;
- vermindert de aanslag onroerende-zaakbelastingen tot een berekend naar een waarde van € 290.000;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.572;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden.

Overwegingen

1. Eiser is huurder van de woning. De woning is een hoekwoning uit 1970 met een berging. De inhoud van het hoofdgebouw van de woning is ongeveer 326 m³ en de oppervlakte van het perceel is ongeveer 220 m².
2. In geschil is de waarde van de woning op waardepeildatum 1 januari 2018.
3. Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht. Nadat partijen over en weer hun standpunten hebben toegelicht, hebben partijen overeenstemming bereikt over de waarde van de woning. De waarde van de woning moet worden vastgesteld op € 290.000. De rechtbank ziet geen aanleiding om daar anders over te oordelen en zal de waarde van de woning vaststellen op € 290.000.
4. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep gegrond.
5. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.572 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 261, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 525 en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Marinus, griffier, op 25 november 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.