Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
Haarlemmermeer, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen met dat opzet, rijdend in een motorvoertuig (Audi A1 voorzien van het
kenteken [kenteken] )
afstand werd gevolgd door een ander motorvoertuig (van voornoemde [benadeelde partij 1] ),
meermalen opzettelijk en/of zonder dat daartoe enige aanleiding bestond,
krachtig/hard zijn motorvoertuig heeft geremd en/of
te gaan rijden en/of (vervolgens) opzettelijk en/of zonder dat daartoe enige
aanleiding bestond, krachtig/hard zijn motorvoertuig heeft geremd en (op die
rijksweg) volledig tot stilstand heeft gebracht
Haarlemmermeer [benadeelde partij 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
dreigend
afstand werd gevolgd door een ander motorvoertuig (van voornoemde [benadeelde partij 1] ),
meermalen opzettelijk en/of zonder dat daartoe enige aanleiding bestond,
krachtig/hard zijn motorvoertuig geremd en/of
gereden en/of (vervolgens) opzettelijk en/of zonder dat daartoe enige aanleiding
bestond, krachtig/hard zijn motorvoertuig geremd en (op die rijksweg) volledig tot
stilstand gebracht;
hij op of omstreeks 2 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk
geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een
motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, (Ceintuurbaan Zuid en/of
Herbergierstraat), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend,
aanwezig was,
toegestane snelheid van 30 kilometer per uur, in ieder geval met een te hoge
snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse en/of
(vervolgens) een stoeprand/middengeleider heeft geraakt en/of (gedeeltelijk) over
die stoeprand/middengeleider is gereden en/of
althans in aanrijding is gekomen met het motorvoertuig van [benadeelde partij 2] ,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8,
eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft
voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of
negende lid van genoemde wet;
hij op of omstreeks 2 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer als
bestuurder van een motorvoertuig (Audi A1 voorzien van het kenteken [kenteken] ),
daarmee rijdende op de weg, Ceintuurbaan Zuid en/of Herbergierstraat,
aanwezig was,
toegestane snelheid van 30 kilometer per uur, in ieder geval met een te hoge
snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse en/of
(vervolgens) een stoeprand/middengeleider heeft geraakt en/of (gedeeltelijk) over
die stoeprand/middengeleider is gereden en/of
althans in aanrijding is gekomen met het motorvoertuig van [benadeelde partij 2] ,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder
van een motorvoertuig (Audi A1 voorzien van het kenteken [kenteken] ) te hebben
gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en aan wie door
een opsporingsambtenaar was bevolen medewerking te verlenen aan een
ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van
genoemde wet, niet heeft voldaan aan de verplichting ademlucht te blazen in een
voor het onderzoek bestemd apparaat en/of aan de verplichting gevolg te geven
aan alle door een opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven
aanwijzingen;
hij op of omstreeks 2 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer als
bestuurder van een motorrijtuig (Audi A1 voorzien van het kenteken [kenteken] )
heeft gereden op de weg, Ceintuurbaan Zuid en/of Herbergierstraat, zonder dat
aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van
de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
1 primair ten laste gelegde als volgt.
te gaan rijden en vervolgens opzettelijk en zonder dat daartoe enige aanleiding bestond, hard zijn motorvoertuig heeft geremd en (op die rijksweg) volledig tot stilstand heeft gebracht
- heeft gereden met een snelheid die lag boven de ter plaatste maximale
toegestane snelheid van 30 kilometer per uur en
waardoor een ander (genaamd [benadeelde partij 2] ) zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan, terwijl hij na het feit niet heeft voldaan aan een bevelgegeven krachtens artikel 163, zesde lid van de Wegenverkeerswet 1994;
hij op 2 februari 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer als bestuurder van een motorrijtuig (Audi A1 voorzien van het kenteken [kenteken] ) heeft gereden op de weg, Ceintuurbaan Zuid en Herbergierstraat, zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Vorderingen benadeelde partijen
€ 1.500,00 billijk voor, gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaren.
hechtenis voor de duur van 1 week geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
€ 14.184,86, bestaande uit € 12.684,86 als vergoeding voor de materiële en € 1.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.