Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
€ 178. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak versneld wordt behandeld en met toepassing van artikel 8:52, tweede lid, onder a, van de Awb de termijn van artikel 8:41, vijfde lid, van de Awb verkort tot twee weken. Het griffierecht moet binnen twee weken na verzending van de mededeling van de griffier dat het verschuldigd is, zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, is het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
Eiseres heeft het griffierecht niet volledig voldaan. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.