ECLI:NL:RBNHO:2020:10384
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking van beroep inzake WOZ-aanslag
In deze zaak heeft eiser, [X], beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Texel, dat het bezwaar tegen de WOZ-aanslag over het jaar 2018 gegrond verklaarde. Eiser heeft zijn beroep op 28 juli 2020 ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen, omdat eiser geen kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank oordeelt dat de reactie van verweerder op het bezwaar als een aanvullend besluit moet worden gekwalificeerd, waardoor het beroep geacht wordt mede gericht te zijn tegen deze reactie. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen kosten heeft gemaakt die onder de regels van het Besluit vallen, en dat het griffierecht dat door eiser is betaald, niet voor vergoeding in aanmerking komt. Wel dient het door eiser betaalde griffierecht van € 47,- te worden vergoed door verweerder. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.