Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘smart housing’.
offer of employmentgestuurd. Deze brief is door [werknemer] ondertekend. In het aanbod staat onder meer dat de functietitel van [werknemer] Chief Executive Officer (‘CEO’) zou zijn, dat het salaris € 500.000,- per jaar zou bedragen en in twaalf maandelijkse betalingen betaald zou worden. Daarnaast zou [werknemer] aanspraak maken een prestatiebonus en aandelen die in een periode van drie jaar verkregen zouden worden.
‘As both a shareholder of the Company and an employee you will be subject to the terms and conditions of both the “Partners’ Agreement” […] and the Standard Employees’ Terms and Conditions of Employment. […] You will be subject to an annual 360 Performance Review. […] We will assume that under the terms and conditions of your current employment […] that you will be subject to a notice period so we will propose a formal start date of June 1st 2020 or sooner when you will join our payroll.’
‘On behalf of Gemin-i, I therefore wish to inform you that your Executive Directorship in Gemin-i and the employment contract with Gemin-i hereby will be terminated with effect from 1st September 2020.’
‘In your letter your client terminates this employment contract as per 1 September 2020. My client as well does not want to continue the working relationship. Therefore, in case the employment contract is not ended by the termination by your client, my client terminates the employment contract as per 1 September 2020. In Dutch: Mijn client zegt hierbijvoorwaardelijk, namelijk voor zover de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd door de opzegging door uw cliënt, op.’
3.Het verzoek
4.Het verweer
Executive Chairman.Door het handelen van [werknemer] heeft Gemin-i schade geleden.
5.De beoordeling
employment proposalals uit de ontslagbrief volgt dat dat sprake was van een arbeidsovereenkomst, ook staat in het
employment proposaldat [werknemer] aan de Executive Chairman zou rapporteren en dat zijn functioneren ieder jaar zou worden beoordeeld. Daar komt bij dat het zijn van directeur (of CEO) niet afdoet aan de mogelijkheid dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst bestaat, dit volgt zelfs ook uit de ontslagbrief van Gemin-i waarin zowel de arbeidsovereenkomst als het directeurschap van [werknemer] wordt beëindigd. Voorts is ter zitting duidelijk geworden dat [werknemer] niet door het bestuur van Gemin-i is benoemd tot directeur. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat tussen partijen sprake was van een gezagsverhouding en daarmee van een arbeidsovereenkomst.
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Een opzegging die niet rechtsgeldig wordt geacht, is dus als zodanig al ernstig verwijtbaar, omdat dan is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu hiervoor is geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst in strijd is met artikel 7:671 BW, kan de kantonrechter op verzoek van [werknemer] ten laste van Gemin-i een billijke vergoeding toekennen,
New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een ‘bestraffend’ effect heeft.