ECLI:NL:RBNHO:2020:10186

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 november 2020
Publicatiedatum
4 december 2020
Zaaknummer
8026623 \ CV FORM 19-13388
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek van passagier tegen Ryanair wegens vertraging van vlucht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Ryanair. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met Ryanair voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Dublin op 14 mei 2019. Deze vlucht had meer dan drie uur vertraging, waarna de passagier compensatie heeft verzocht op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Ryanair weigerde echter om tot betaling over te gaan, met als argument dat de passagier zich niet tijdig had gemeld voor de vlucht, waardoor hij als 'no show' werd aangemerkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de argumenten van beide partijen gehoord. De passagier stelde dat hij na het vernemen van de vertraging een nieuw vliegticket had gekocht voor de volgende dag, maar de kantonrechter oordeelde dat de passagier niet voldeed aan de vereisten van artikel 3 lid 2 van de Verordening, die stipuleert dat passagiers zich bij de incheckbalie moeten melden. Aangezien de passagier niet aan deze vereiste voldeed, werd de vordering tot compensatie afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Ryanair, en de passagier werd veroordeeld tot betaling van deze kosten. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8026623 \ CV FORM 19-13388
Uitspraakdatum: 18 november 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats] (Italië)
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Ryanair DAC,
gevestigd te Dublin
verwerende partij
verder te noemen: Ryanair
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 9 september 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 2 december 2019;
  • schriftelijke reactie aan de zijde van de passagier, ingekomen ter griffie op 24 januari 2020;
  • schriftelijke reactie aan de zijde van Ryanair, ingekomen ter griffie op 3 maart 2020.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Ryanair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Ryanair de passagier diende te vervoeren van Amsterdam- Schiphol Airport naar Dublin Airport op 14 mei 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Ryanair verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Ryanair heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Ryanair te veroordelen tot betaling van:
- € 250,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Ryanair vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Ryanair van de wettelijke rente.
3.4.
Ryanair betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Ryanair voert aan dat de passagier is aangemerkt als een “no show”. De passagier heeft zich niet tijdig gemeld voor de vlucht en heeft daarmee niet voldaan aan de vereisten van artikel 3 van de Verordening. Hierin staat onder meer dat passagiers een bevestigde boeking voor de vlucht dienen te hebben en tijdig aanwezig dienen te zijn. De vordering van de passagier dient dan ook te worden afgewezen, aldus Ryanair.
4.3.
Tegenover het verweer van Ryanair heeft de passagier gesteld dat hij nadat hij op de hoogte is gebracht van de vertraging van de vlucht de situatie niet heeft afgewacht en een vliegticket heeft gekocht voor de volgende dag, zodat hij niet de nacht op het vliegveld hoefde door te brengen.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat de passagier beschikte over een boarding pass voor de vlucht in kwestie. Uit artikel 3 lid 2 van de Verordening volgt dat voor toepassing van de Verordening vereist is dat de passagier een bevestigde boeking voor de vlucht in kwestie heeft en zich - behalve in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 - bij de incheckbalie meldt. Tussen partijen is evenmin in geschil dat de vlucht met vertraging is uitgevoerd, zodat de Verordening het vereiste stelt dat de passagier zich bij de incheckbalie heeft gemeld. De passagier heeft zich naar eigen verklaring niet gemeld voor de vlucht. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de Verordening niet van toepassing is aangezien de passagier niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 3 lid 2 van de Verordening. De vordering van de passagier op grond van artikel 7 van de Verordening wordt dan ook afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier omdat deze ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Ryanair tot en met vandaag worden begroot op € 72,00 aan salaris gemachtigde;
Deze beschikking is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open