ECLI:NL:RBNHO:2020:10143
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding na intrekking beroep in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 11 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door B. Schoenmaker, en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Heerlen. De zaak betreft een proceskostenvergoeding na de intrekking van een beroep tegen een besluit van de Belastingdienst. Eiser had op 18 oktober 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2017 ontvangen, welke hij op 29 oktober 2019 aanvecht. De inspecteur heeft op 30 maart 2020 aangegeven dat hij voornemens is de aanslag te verminderen en verzoekt eiser om het beroep in te trekken. Eiser heeft dit verzoek op 17 juni 2020 ingewilligd en verzocht om vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep is ingetrokken omdat de inspecteur tegemoet is gekomen aan eiser. Eiser heeft recht op een proceskostenvergoeding, die door de inspecteur is erkend. De rechtbank heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, waarop de inspecteur heeft gereageerd en heeft aangegeven dat hij een proceskostenvergoeding van € 525,- heeft toegekend. De rechtbank heeft het verzoek van eiser om de inspecteur in de proceskosten te veroordelen toegewezen, waarbij de kosten zijn vastgesteld op € 525,- voor beroepsmatige rechtsbijstand en € 47,- voor het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.