Op 11 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak van eiseres [X], die op 12 februari 2020 beroep had ingesteld tegen een belastingaanslag. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Awb uitspraak gedaan zonder zitting. Eiseres was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft eiseres meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar deze brieven zijn onbestelbaar geretourneerd of niet afgehaald. Eiseres heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht. Daarnaast heeft eiseres verzuimd om binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep in te dienen en de benodigde documenten over te leggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten van de Awb. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.