Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 december 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 11 december 2020.
Rechtbank Noord-Holland
Op 11 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser [X], vertegenwoordigd door mr. E. Jongbloed, en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Heerlen. Eiser heeft op 29 juni 2020 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 19 mei 2020, betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2017. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank constateert dat de gemachtigde van eiser niet de bedoeling heeft om voor zichzelf in beroep te komen. Volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Awb dient iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging in te dienen. Aangezien dit niet is gebeurd, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen.
De rechtbank heeft de gemachtigde op 5 augustus 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging te overleggen. Eiser heeft echter niet binnen de gestelde termijn gereageerd op het verzoek om het verzuim te herstellen. De rechtbank heeft geen reden gezien voor het verzuim en heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.