Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de ondernemingsraad SDBV Security
2. [eiser 2]
3. [eiser 3]
6. [eiser 6]
7. [eiser 7]
8. [eiser 8]
9. [eiser 9]
10. [eiser 10]
1.Het procesverloop
2.De feiten
landside surveillance, waar voor SDBV in totaal ongeveer 80 medewerkers werkzaam zijn.
airside surveillance,
badge centeren
security control center.
landside surveillancevan het huidige perceel 7 met ingang van 3 december 2020 aan Securitas gegund. Per 3 december 2020 worden de
landside surveillanceen
airside surveillancedoor Securitas samengevoegd in een nieuw perceel 5, waar ongeveer 400 medewerkers werkzaam zullen zijn. Dat betekent dat SDBV de werkzaamheden ten aanzien van de
landside surveillanceper 3 december 2020 verliest.
landside surveillancevan het huidige perceel 7 met ingang van 3 december 2020 en de gevolgen daarvan voor de medewerkers van SDBV.
“meedraaien in dezelfde roostersystematiek”als de medewerkers van Securitas, en vanwege de eisen die Schiphol stelt.
3.De vordering
4.Het verweer
landside surveillanceen
airside surveillancedoor Securitas worden samengevoegd in een nieuw perceel 5, en dat dit nieuwe perceel 5 zal worden aangestuurd door één Branch manager. De backoffice zal volledig worden verzorgd door Securitas, waardoor volgens Securitas sprake is van een volledige integratie van de activiteiten van SDBV in de organisatie van Securitas.
5.De beoordeling
Albron)).
“overgang, met het oog op voortzetting van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt, waaronder een geheel van georganiseerde middelen wordt verstaan”(zie de uitspraak van het HvJEU van 19 oktober 2017, gepubliceerd op www.eur-lex.europa.eu, met nummer C-200/16 en EU:C: 2017:780 (
Securitas)).
Seguridad)).
landside surveillancevoor Schiphol – door Securitas wordt voortgezet op en na 3 december 2020. Aan de voorwaarde dat sprake is van een voortzetting van een economische activiteit, wordt dus voldaan.
landside surveillanceaan SDBV was gegund.
Martin/SBU)).
“meedraaien in dezelfde roostersystematiek”als de medewerkers van Securitas, kan daarin geen aanleiding zijn gelegen voor wijziging van de roostersystematiek. Die kennelijke wens van Securitas tot harmonisering van arbeidsvoorwaarden en roostersystematiek is wel begrijpelijk, maar kan gelet op de hiervoor genoemde rechtspraak van het HvJEU geen grond opleveren om af te wijken van de wettelijke regels bij overgang van onderneming, en evenmin een grond voor wijziging van de arbeidsvoorwaarden.
landside surveillanceaan SDBV was gegund, is door de OR en de werknemers gemotiveerd betwist. Daarbij hebben de OR en de werknemers er onder meer op gewezen dat SDBV bij de aanbestedingsprocedure hoog heeft gescoord met haar huidige jaarroostersystematiek en dat daaruit blijkt dat de door Securitas gehanteerde jaarroostersystematiek niet door Schiphol kan zijn vereist of opgelegd. Securitas heeft haar standpunt daartegenover onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd, en dus onvoldoende aannemelijk gemaakt. Er zijn door Securitas ook geen stukken overgelegd waaruit de juistheid van haar standpunt blijkt.
Stoof/Mammoet)). Daarbij moet onder meer worden beoordeeld of het voorstel van de werkgever redelijk is, gezien de aard van de gewijzigde omstandigheden, en of aanvaarding van het voorstel in redelijkheid van de werknemer gevergd kan worden.
landside surveillanceen
airside surveillanceheeft samengevoegd in een nieuw perceel 5, waardoor ook een nieuwe organisatiestructuur is ontstaan. In die nieuwe structuur bestaan bij Securitas drie vergelijkbare leidinggevende functies, te weten de functies Dedicated teamleader, Shiftleader en Duty manager.
UGT-FSP)). Het begrip ‘als eenheid’ heeft volgens die rechtspraak betrekking op de bevoegdheid om zich zelfstandig te organiseren. In beginsel is er daarom sprake van een voortbestaan als eenheid in de zin van artikel 6 lid 1 van Richtlijn 2001/23/ EG wanneer de verantwoordelijken van de overgegane entiteit na de overgang in beginsel dezelfde organisatorische bevoegdheden hebben binnen de organisatiestructuur van de overnemer als die welke ze vóór de overgang bezaten binnen de organisatiestructuur van de overdrager.
landside surveillance en
airside surveillanceheeft samengevoegd in een nieuw perceel 5, waardoor ook een nieuwe organisatiestructuur is ontstaan met nieuwe leidinggevende functies, en waardoor bepaalde leidinggevende functies zoals die bij SDBV bestonden, zijn komen te vervallen. Ook heeft Securitas voldoende aannemelijk gemaakt dat het nieuwe perceel 5 zal worden aangestuurd door één Branch manager, waarbij de backoffice zal worden verzorgd door Securitas en er sprake is van een volledige integratie van de activiteiten van SDBV in de organisatie van Securitas.
Kamerstukken II, 2000-2001, 27 469, nr. 2, pag. 3). De wetgever heeft tot uitgangspunt genomen dat indien de verkrijger al een ondernemingsraad heeft, voldoende in de vertegenwoordiging van alle in de onderneming werkzame personen wordt voorzien. Heeft de verkrijger geen ondernemingsraad, dan bestaat volgens de wetgever de mogelijkheid om op basis van artikel 32 van de WOR zogenoemde ondernemingsovereenkomsten te sluiten over de vorm van de medezeggenschap bij de verkrijger, totdat een nieuwe ondernemingsraad is gekozen. Mogelijk kunnen kritische kanttekeningen worden geplaatst bij deze visie van de wetgever, zoals de OR stelt. Maar de voorzieningenrechter ziet hoe dan ook geen ruimte voor een richtlijnconforme uitleg van de WOR. Nog daargelaten dat niet duidelijk is welke bepaling van de WOR dan richtlijnconform zou moeten worden uitgelegd, zou toewijzing van de eis van de OR in feite ook dwingen tot een uitleg die niet goed verenigbaar is met de bepalingen van de WOR en met de bedoelingen van de wetgever. Een dergelijke uitleg komt dan neer op een uitleg in strijd met de WOR en dat is niet toegestaan (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 5 april 2013, gepubliceerd op www. rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL: HR:2013:BZ1780 (
Albron)). Ook de rechtszekerheid zou zich verzetten tegen een dergelijke uitleg ‘contra legem’. Het is aan de wetgever om in dit kader eventueel wettelijke voorzieningen te treffen, niet aan de voorzieningenrechter in kort geding.