ECLI:NL:RBNHO:2020:10133
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde C.J. Visser, beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven. Het beroep is ingediend op 9 maart 2020, tegen een besluit van de Belastingdienst van 28 januari 2020. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in het beroepschrift geen gronden heeft vermeld, zoals vereist volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiser is door de rechtbank op 16 juni 2020 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Eiser heeft echter geen gronden ingediend binnen de gestelde termijn en heeft ook geen reden opgegeven voor dit verzuim. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As op 11 december 2020, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.