ECLI:NL:RBNHO:2020:10131
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake navorderingaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 11 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde R. Chanhih, beroep heeft ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Het beroep was gericht tegen navorderingaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2014 tot en met 2017. Eiser heeft op 16 juli 2020 digitaal beroep ingesteld, maar heeft in zijn beroepschrift geen gronden vermeld. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 25 augustus 2020 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. De brief is op 26 augustus 2020 bezorgd, maar eiser heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend en geen reden gegeven voor het verzuim.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat de vereisten van een behoorlijk proces geen behandeling ter zitting vereisten. Aangezien eiser geen beroepsgronden heeft ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.