ECLI:NL:RBNHO:2020:10130

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 december 2020
Publicatiedatum
3 december 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 4166
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake aanslag OZB gebruiker

Op 11 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [X], vertegenwoordigd door haar gemachtigde I. Martirosyan, en de heffingsambtenaar van Cocensus. Eiseres had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 juni 2020, betreffende de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) gebruiker voor het pand [A]. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat eiseres op grond van artikel 8:41 van de Awb griffierecht dient te betalen. Het griffierecht voor deze zaak bedraagt € 354 en moet binnen vier weken na de mededeling van de griffier zijn betaald. Eiseres heeft echter niet tijdig gereageerd op de brieven van de griffier waarin zij werd verzocht het griffierecht te betalen. De griffier heeft eiseres op 22 augustus 2020 en 20 september 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eiseres heeft geen enkele reactie gegeven.

Daarnaast heeft eiseres verzuimd om binnen de gestelde termijn een afschrift van het besluit waar het geschil om draait in te dienen, evenals andere noodzakelijke documenten zoals een machtiging en een uittreksel uit het handelsregister. De rechtbank heeft eiseres op 26 augustus 2020 gewezen op deze verzuimen, maar ook hierop heeft eiseres niet tijdig gereageerd. De stukken die eiseres uiteindelijk heeft ingediend, zijn na de gestelde termijn ontvangen, zonder dat er een verzoek om uitstel is gedaan.

Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, en griffier N. Joacim, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/4166

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 december 2020 in de zaak tussen

[X] , te [Z] , eisereses

(gemachtigde: I. Martirosyan),
en
de heffingsambtenaar van Cocensus, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 juni 2020 inzake de aanslag OZB gebruiker voor [A] beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 8:41, eerste lid, van de Awb griffierecht betalen. In een zaak als deze is het griffierecht op grond van artikel 8:41, tweede lid, van de Awb € 354. Op grond van artikel 8:41, vijfde lid, van de Awb moet het griffierecht binnen vier weken na verzending van de mededeling van de griffier dat het verschuldigd is, zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, is het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
3. De griffier heeft bij brief van 22 augustus 2020 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Eiseres heeft niet gereageerd. Vervolgens heeft de griffier bij aangetekend verzonden brief van 20 september 2020 eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek bij PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 23 september 2020 is bezorgd. Eiseres heeft niet gereageerd.
4. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Verder merkt de rechtbank op dat eiseres, gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, in verzuim is geweest om binnen de gestelde termijn een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft in te dienen. Gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, heeft eiseres ook verzuimd een machtiging, uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten over te leggen. Bij aangetekend verzonden brief van 26 augustus 2020 is eiseres gewezen op deze verzuimen en is zij verzocht om deze uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiseres niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek bij PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 27 augustus 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
6. Eiseres heeft bij brief met dagtekening 20 september 2020, ter griffie ingekomen op 1 oktober 2020 de opgevraagde stukken ingediend. De stukken zijn na de door de rechtbank gestelde termijn ontvangen. Het poststempel op de envelop heeft als datum 30 september 2020. Dit betekent dat aannemelijk is dat de stukken niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn zijn toegestuurd. Eiseres heeft niet verzocht om uitstel van de gestelde termijn en heeft pas na afloop van de termijn de opgevraagde stukken ingediend. Er is dus niet gebleken van een verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding.
7. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 11 december 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.