ECLI:NL:RBNHO:2020:10128
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake belastingrecht door erven van [X]
Op 11 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen de erven van [X], vertegenwoordigd door gemachtigde G. Gieben, en de heffingsambtenaar van Cocensus. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 12 juni 2020. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De eisers zijn in verzuim geweest om binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen. Ondanks een aangetekende brief van 26 augustus 2020, waarin eisers op dit verzuim zijn gewezen en verzocht om dit te herstellen, hebben zij niet gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen reden is gegeven voor het verzuim en dat er geen verontschuldiging is ingediend. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.