Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
- de medische verklaring van 30 oktober 2020;
- het zorgplan van 15 september 2020;
- de zorgkaart van 5 oktober 2020;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 3 november 2020;
- een overzicht van de politiemutaties van 25 juni 2020 tot en met 25 september 2020.
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [arts] , arts;
- [casemanager] , casemanager.
2.Beoordeling
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- een bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt;
- de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van bewegingsvrijheid;
- het insluiten van betrokkene;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
aansluitendezorgmachtiging in de zin van de Wvggz.
nawerking, wat betekende dat het onvrijwillig verblijf van een patiënt ondanks het verstrijken van de geldigheidsduur van een BOPZ-machtiging kon voortduren totdat de rechter op een verzoek tot een aansluitende machtiging strekkende tot voortgezet verblijf had beslist, mits dat verzoek was ingediend vóór het einde van de lopende machtiging. Deze nawerking was gebaseerd op artikel 48 eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet BOPZ en in de jurisprudentie algemeen aanvaard.
3.Beslissing
3 november 2021.