ECLI:NL:RBNHO:2019:9936

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 december 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Zaaknummer
C/15/294322 / FA RK 19-5664
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het opmaken van geboorte- en overlijdensakte voor een levenloos geboren kind

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 4 december 2019 uitspraak gedaan in een verzoek van ouders om een geboorteakte en overlijdensakte op te maken voor hun kind, dat levenloos ter wereld is gekomen. De ouders, vertegenwoordigd door advocaat mr. T. de Deugd, hebben verzocht om de doorhaling van de akte van levenloos geboren kind en de aanvulling van de registers van de burgerlijke stand met de juiste gegevens. De rechtbank heeft vastgesteld dat het kind levend is geboren, maar voor de aangifte van de geboorte is overleden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de akte van levenloos geboren kind te doorhalen en de juiste geboorte- en overlijdensakten op te maken, zodat het kind erkend wordt in de basisregistratie personen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, die de mogelijkheid bieden om registers van de burgerlijke stand aan te vullen of door te halen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de wens van de ouders om de erkenning van hun kind te verkrijgen, wat van groot emotioneel belang is. De beslissing is genomen in het kader van de geldende wetgeving en de specifieke omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de verzoeken van de ouders toegewezen en gelast dat de griffier de benodigde akten opstelt en verzendt naar de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
doorhalen en opmaken aktes
zaak-/rekestnummer: C/15/294322 / FA RK 19-5664
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 4 december 2019
in de zaak van:
[verzoekster],
en
[verzoeker] ,
beide wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna mede te noemen: verzoekers,
advocaat mr. T. de Deugd, kantoorhoudende te Warmenhuizen, gemeente Schagen.
Als belanghebbende is aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente],
zetelend te [plaats] ,
hierna te noemen: de ambtenaar.

1.Verloop van de procedure

Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken,:
- het op 27 september 2019 ontvangen verzoekschrift met bijlagen van verzoekers;
- de brief van de rechtbank aan de ambtenaar van 12 november 2019;
- de brief van de ambtenaar van 18 november 2019.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
Verzoekers zijn op [datum] met elkaar gehuwd.
2.2.
Uit het huwelijk van verzoekers zijn geboren:
- [kind 1] , op [geboortedatum] te [plaats] ;
- [kind 2] , op [geboortedatum] te [plaats] ;
- [kind 3] , op [geboortedatum] te [plaats] ;
- [kind 4] , op [geboortedatum] te [plaats] ;
- [kind 5] , op [geboortedatum] te [plaats] ;
2.3.
Op [datum] is door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] met betrekking tot [kind 1] een akte van levenloos geboren kind opgemaakt, met nummer [nummer] . De akte vermeldt -voor zover hier van belang- dat de begrafenisondernemer heeft verklaard dat op [geboortedatum] om [tijdstip 1] ter wereld is gekomen een kind uit [verzoekster] , echtgenote van [verzoeker] en dat de aangever verklaarde dit kind als levenloos aan te geven. Deze akte is opgenomen in het overlijdensregister van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .

3.Verzoek

3.1
Verzoekers hebben de rechtbank verzocht bij beschikking, voor zover nodig uitvoerbaar bij voorraad:
- de doorhaling te gelasten van de akte met nummer [nummer] , van het jaar [jaar] , voorkomend in het overlijdensregister van de gemeente [gemeente] ;
- de aanvulling van het geboorteregister van de gemeente [gemeente] te gelasten met een akte van geboorte van [kind 1] op [geboortedatum] om [tijdstip 2] met daarbij de gegevens van haar ouders zoals door verzoekers in hun verzoekschrift is aangegeven;
- de aanvulling van het overlijdensregister van de gemeente [plaats] te gelasten met een akte van overlijden van [kind 1] op [geboortedatum] met daarbij de gegevens van haar ouders zoals door verzoekers in hun verzoekschrift is aangegeven.
3.2
Ter onderbouwing van hun verzoeken hebben verzoekers aangegeven dat zij nooit kennis hebben genomen van de akte uit [jaar] . Verzoekers hebben zelf geen aangifte gedaan van de geboorte. Dat heeft de begrafenisondernemer gedaan, zoals ook blijkt uit de akte. In de akte staan twee feitelijke onjuistheden. [kind 1] is om [tijdstip 2] geboren en niet om [tijdstip 1] . Bovendien is [kind 1] niet levenloos ter wereld gekomen. [kind 1] heeft na haar geboorte nog enkele uren geleefd. Verzoekers hebben een verslag uit [jaar] overgelegd van de vrouwenarts die destijds bij de geboorte betrokken was waaruit dit ook blijkt. Verzoekers wensen de wettelijke erkenning dat [kind 1] heeft geleefd. Doorhaling van de bestaande akte en opname van de juiste gegevens in het geboorte- en overlijdensregister doet recht aan de situatie zoals die in [jaar] bestond en het gevoel dat bij de ouders van [kind 1] bestaat.

4.Standpunt van de ambtenaar

4.1
De ambtenaar heeft bij brief van 18 november 2019 aangegeven kennis te hebben genomen van het verzoekschrift en daartegen geen verweer te willen voeren.

5.Beoordeling

5.1
Op grond van artikel 1:24, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), voor zover hier van belang, kan aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding of doorhaling van een daarin ten onrechte voorkomende akte of latere vermelding, op verzoek van belanghebbenden worden gelast door de rechtbank.
Wanneer een kind levend is geboren maar voor de aangifte van de geboorte is overleden, wordt op grond van de geldende wetgeving zowel een akte van geboorte als een akte van overlijden opgemaakt (artikel 1:19i, tweede lid BW).
5.2
De rechtbank zal de verzoeken van verzoekers toewijzen. De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot dit oordeel komt.
5.3
Op 8 december 2017 heeft de Commissie van Advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit (CvA) geadviseerd dat ouders van wie in het verleden een kind kort na de geboorte is overleden alsnog een verzoek kunnen indienen bij de rechtbank, om een geboorte- en overlijdensakte op te maken op grond van artikel 1:24 BW.
5.4
De wetgeving was anders op het moment van de geboorte en het overlijden van [kind 1] .
Artikel 1:20 BW(oud) luidde destijds:
1. Wanneer een kind levenloos ter wereld is gekomen of een pasgeboren kind overleden is voordat aangifte van de geboorte is geschied, wordt noch een akte van geboorte, noch een akte van overlijden opgemaakt.
2. De ambtenaar van de burgerlijke stand neemt in het register van overlijden een akte op, die vermeldt dat het kind op het ogenblik der aangifte niet in leven is.
3. Artikel 17 van dit boek is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de akte geen voornamen bevat.
4. Wanneer het kind levend is geboren, kan de rechtbank binnen welker rechtsgebied het kind is geboren, met overeenkomstige toepassing van artikel 29 van dit boek, aanvulling van de registers met een geboorte- en een overlijdensakte en doorhaling van de ingevolge het tweede lid opgemaakte akte gelasten.
Met ingang van 1 september 1987 is lid 3 van voormeld artikel als volgt gewijzigd:
Artikel 17 van dit boek is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de akte alleen een geslachtsnaam en voornamen van het kind vermeldt voor zover de ouders dit wensen.
5.5
Destijds werd aldus een bijzondere akte opgemaakt die vermeldde dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven was. Daarbij werd geen voornaam en/of achternaam van het kind opgenomen. De door verzoekers overgelegde akte is overeenkomstig de destijds geldende wetgeving.
5.6
Gelet op het hiervoor onder 5.1. weergegeven wettelijke kader is de grondslag voor doorhaling van een akte van de burgerlijke stand of latere vermelding dat die akte of latere vermelding ten onrechte in het register van de burgerlijke stand voorkomt. Strikt genomen komt de akte met nummer [nummer] van het jaar [jaar] niet ten onrechte in het overlijdensregister van de gemeente [plaats] voor. De ten tijde van de geboorte van [kind 1] geldende wetgeving voorzag er immers in dat die akte werd opgemaakt. De rechtbank zal echter het verzoek tot doorhaling van genoemde akte zoals gezegd toch toewijzen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat artikel 1:20, vierde lid BW(oud) ook expliciet de mogelijkheid bood tot doorhaling van de oorspronkelijke akte en aanvulling van de registers van de burgerlijke stand met een geboorteakte en een overlijdensakte én dat ook naar huidig recht (artikel 1:19i, tweede lid, BW) wanneer een kind is overleden voordat aangifte van de geboorte is geschied, zowel een geboorteakte als een overlijdensakte wordt opgemaakt.
De rechtbank acht daarbij ook van zwaarwegend belang dat daarmee tegemoet gekomen wordt aan de diep gewortelde wens van verzoekers dat wordt erkend dat hun dochter [kind 1] heeft geleefd.
5.7
Uit de oorspronkelijke akte en de door verzoekers overgelegde stukken blijken voldoende feitelijke gegevens voor het opmaken van een geboorteakte en overlijdensakte. De rechtbank zal als tijdstip voor de geboorte aanmerken [tijdstip 2] , zoals door verzoekers is verklaard. Voor zover het de geslachtsnaam van het kind betreft sluit de rechtbank aan bij de ten tijde van de geboorte van het kind geldende wetgeving op grond waarvan een wettig kind de geslachtsnaam van de vader droeg. Voor zover het de voornaam van het kind betreft wordt uitgegaan van de door verzoekers gegeven naam aan het kind: [naam] . Ten aanzien van het tijdstip van overlijden is door verzoekers geen tijd vermeld.
5.8
Het verzoek zal met inachtneming van het vorenstaande en gelet ook op de artikelen 18, 43 en 61 van het Besluit burgerlijke stand 1994 worden toegewezen op de wijze, zoals hierna in het dictum is vermeld. De aard van de zaak verzet zich ertegen dat de beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
5.9
De rechtbank zal op de voet van artikel 1:24, tweede lid, BW bepalen dat de griffier niet eerder dan drie maanden na deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .

6.Beslissing

De rechtbank:
6.1
gelast de doorhaling van de in het overlijdensregister van de gemeente [gemeente] voorkomende akte met nummer [nummer] van [datum] ;
6.2
gelast de aanvulling van het geboorteregister van de gemeente [gemeente] met een akte van geboorte, waarin de navolgende gegevens worden vermeld:
in het eerste gedeelte van de akte:
KIND
geslachtsnaam: [geslachtsnaam]
voornaam: [voornaam]
dag van geboorte: [geboortedatum]
uur en minuut van de geboorte: [tijdstip 2]
plaats van geboorte: [plaats]
geslacht: F (vrouwelijk)
in het tweede gedeelte van de akte:
OUDERS
geslachtsnaam vader: [geslachtsnaam]
voornamen vader: [voornamen]
geslachtsnaam moeder uit wie het kind is geboren: [geslachtsnaam]
voornamen moeder uit wie het kind is geboren: [voornamen]
in het derde gedeelte van de akte:
OVERIGE GEGEVENS
GEBOORTEGEVENS OUDERS
plaats van geboorte vader: [plaats]
dag van geboorte van de vader: [geboortedatum]
plaats van geboorte van de moeder uit wie het kind is geboren: [plaats]
dag van geboorte van de moeder uit wie het kind is geboren: [geboortedatum]
6.3
gelast de aanvulling van het register van overlijden van de gemeente [gemeente] met een akte van overlijden, waarin de navolgende gegevens worden vermeld:
in het eerste gedeelte van de akte:
OVERLEDENE
geslachtsnaam: [geslachtsnaam]
voornamen: [voornamen]
dag van geboorte: [geboortedatum]
uur en minuut van de geboorte: [tijdstip 2]
plaats van geboorte: [plaats]
geslacht: F (vrouwelijk)
dag van overlijden: [datum]
plaats van overlijden: [plaats]
in het tweede gedeelte van de akte:
OUDERS OVERLEDENE
geslachtsnaam vader: [geslachtsnaam]
voornamen vader: [voornamen]
geslachtsnaam moeder: [geslachtsnaam]
voornamen moeder: [voornamen]
6.4
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente
[gemeente].
Deze beschikking is gegeven door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, rechter, in tegenwoordigheid van H.M. Zonneveld, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2019.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en de verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.