Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Wooncompagnie
1.Het procesverloop
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht; de gemachtigde van [gedaagde] heeft hierbij gebruik gemaakt van schriftelijke spreekaantekeningen, waarbij 2 producties zijn overgelegd.
2.De feiten
3.De vordering
Wooncompagnie stelt niet dat sprake is van overlast in en om de huurwoning, maar wel dat afspraken zijn geschonden en bovendien speelt een preventief aspect mee; het verleden heeft geleerd dat [gedaagde] na teveel alcoholgebruik weer cocaïne zal gaan gebruiken met alle risico’s voor omwonenden. Wooncompagnie heeft een spoedeisend belang, nu [gedaagde] zo kort na de gemaakte afspraak weer in de fout is gegaan.
4.Het verweer
Het spoedeisend belang in deze zaak ontbreekt. Het moet nog worden bewezen dat [gedaagde] op 18 september 2019 onder invloed van alcohol een auto heeft bestuurd. [gedaagde] betwist zulks; hij werd die dag aangehouden door de politie terwijl hij in de woning van zijn moeder verbleef. Ook betwist hij dat hij begeleiding zou hebben afgewezen of geweigerd. Hij heeft hulp gezocht, maar hem werd verweten geen hulpvraag te hebben geformuleerd. Wellicht dat het autisme van [gedaagde] hierbij een rol heeft gespeeld. Ondanks door [gedaagde] uitgesproken intenties en voorwaarden kan een terugval in gedrag een keer gebeuren. Daarmee is nog geen sprake van bedrog, dwaling en/of wanprestatie. Bij het aangaan van de overeenkomst heeft [gedaagde] de intentie gehad er het beste van te maken. Met de woonconsulent had [gedaagde] besproken of hij af en toe een biertje mocht drinken en dat mocht.
5.De beoordeling
aangegaan door GGZ.
totaalverbodop drank- of drugsgebruik inhoudt, plaatst de kantonrechter hier vraagtekens bij. De kantonrechter merkt in dit kader ten eerste op dat artikel III 1.1. van de gedragsaanwijzing uitdrukkelijk slechts het gebruik van alcohol en drugs
in en omde woning verbiedt.
justitiezullen leiden die verstrekkende gevolgen voor het behoud van de woning
kunnengeven. Wooncompagnie zegt hier met andere woorden dat dat niet het gebruik van alcohol in zijn algemeenheid verboden is, maar dat eventuele sancties van justitie gevolgen voor de huurovereenkomst kunnen hebben.
Assertive Community Treatment) begeleiding door GGZ is discussie mogelijk of [gedaagde] zich wel voldoende coöperatief heeft opgesteld om deze begeleiding te realiseren. Daar staat tegenover de niet betwiste stelling van [gedaagde] dat hij geen begeleiding heeft geweigerd, maar dat hij geen hulpvraag formuleerde waar het ACT team mee uit de voeten kon. Dit zou mede verband houden met zijn autisme. Door [gedaagde] is onbetwist gesteld dat hij op de vraag van het ACT-team wat zijn hulpvraag was, heeft geantwoord dat zijn probleem alcoholverslaving was. Naar de kantonrechter begrijpt vond het ACT-team dat antwoord in psychologisch opzicht onvoldoende aanknopingspunten bieden voor geestelijke gezondheidszorg.