Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Segezha Packaging B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 9.674,64 bruto per maand.
3.Het verzoek
€ 89.509,12 bruto.
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
het verzoek van Segezha
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 43, en de Nota van toelichting bij de Ontslagregeling, pag. 10,
Strct.2015/12685). Bij de toetsing van die beslissing van Segezha past dan ook een zekere mate van terughoudendheid van de kantonrechter.
ANWB)).
Siep)). Ook redelijkheidsargumenten kunnen daarbij dus een rol spelen, waarbij de werkgever een zekere beoordelingsruimte wordt gelaten.
“White collar vacancies”.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). In dit geval is geen sprake van dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Niet gebleken is dat Segezha een valse of oneigenlijke bedrijfseconomische grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft aangevoerd en evenmin is gebleken dat Segezha in ernstige mate haar verplichtingen als werkgever, waaronder met name haar verplichting tot herplaatsing, heeft geschonden. Naar de kantonrechter begrijpt, stelt [verweerder] met name dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van Segezha, omdat Segezha zou hebben aangestuurd op een verstoring van de arbeidsverhouding. Echter, de arbeidsovereenkomst wordt niet ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding, maar vanwege een bedrijfseconomische grond. Het door [verweerder] gestelde ernstig verwijtbaar handelen van Segezha houdt dus geen verband met de grond voor de ontbinding en kan daarom geen rol spelen bij de vraag of aan [verweerder] een billijke vergoeding moet worden toegekend.
€ 89.509,12 bruto. Segezha zal daarom worden veroordeeld tot betaling daarvan. Die betaling moet uiterlijk 1 februari 2020 plaatsvinden (artikel 7:686a lid 1 BW).
“kraft paper”, en niet op ondernemingen die actief zijn in verpakking met blik, plastic of andere materialen dan papier.