ECLI:NL:RBNHO:2019:9127

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 oktober 2019
Publicatiedatum
31 oktober 2019
Zaaknummer
7170943 CV EXPL 18-7482
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van luchtvaartmaatschappij en de vraag naar buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Swiss International Air Lines A.G. wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die gemeenschappelijke regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers. De passagiers, die op 24 februari 2017 van Amsterdam via Zurich naar Warschau zouden vliegen, hebben hun aansluitende vlucht gemist door een vertraging van de eerste vlucht. Airhelp vordert een schadevergoeding van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Swiss betwist de vordering en stelt dat er sprake is van buitengewone omstandigheden, omdat de vertraging het gevolg was van lange wachttijden bij de veiligheidscontroles op Schiphol. De kantonrechter oordeelt echter dat de beslissing van Swiss om op de verlate passagiers te wachten een operationele keuze was, die inherent is aan de normale bedrijfsvoering van de luchtvaartmaatschappij. Hierdoor is er geen sprake van buitengewone omstandigheden zoals bedoeld in de Verordening.

De kantonrechter wijst de vordering van Airhelp toe, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, die niet voldoende zijn onderbouwd. Swiss wordt veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan Airhelp, vermeerderd met wettelijke rente, en moet de proceskosten vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7170943 \ CV EXPL 18-7482
Uitspraakdatum: 30 oktober 2019
Vonnis in de zaak van:
De rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. H. Yildiz en mr. K. He (Weiss Legal)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Swiss International Air Lines A.G.
statutair gevestigd te Bazel (Zwitserland) mede kantoor houdende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen Swiss
gemachtigde mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 24 augustus 2018 een vordering tegen Swiss ingesteld. Swiss heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Swiss een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] (hierna de passagiers) hebben met Swiss een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Swiss de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Zurich (Zwitserland) naar Frederic Chopin Airport, Warschau (Polen) op 24 februari 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht van Schiphol naar Zurich is met vertraging uitgevoerd waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist. De passagiers zijn omgeboekt en met een vertraging van 4 uur en 15 minuten aangekomen op hun eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Swiss gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Swiss heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Swiss bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Swiss vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 500,00.

4.Het verweer

4.1.
Swiss betwist de vordering. Zij voert aan dat sprake is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. De onderhavige vlucht stond met een vertraging van slechts 5 minuten klaar om te vertrekken. De veiligheidscontroles en/of paspoortcontroles op Schiphol waar de passagiers door heen moesten duurde echter veel langer dan normaal. Dit had te maken met de slechte weersomstandigheden van 23 februari 2017 waardoor veel vluchten zijn geannuleerd en passagiers zijn omgeboekt naar vluchten op 24 februari 2017 en het begin van de voorjaarsvakantie, aldus Swiss. Toen de vlucht gereed stond om te vertrekken bleek dat niet alle passagiers aan boord waren gegaan dan wel zich bij de gate hadden gemeld, terwijl wel bekend was althans werd vermoed, dat die passagiers op Schiphol waren. Swiss voert aan dat zij toen vanuit het oogpunt van dienstverlening jegens die passagiers besloten om de vlucht met vertraging uit te voeren, ook al is het de verantwoordelijkheid van de passagiers om zich op tijd bij de gate te melden. De vlucht van Amsterdam naar Zurich is hierdoor met 59 minuten vertraging vertrokken. De passagiers hebben vervolgens de aansluitende vlucht gemist.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen. In beginsel is Swiss gehouden de passagiers te compenseren. Dit is anders indien Swiss kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
Niet in het geschil is dat 18 passagiers al gevolg van de drukte rond de veiligheids- en paspoortcontroles op Schiphol zich niet tijdig bij de gate van het toestel hebben gemeld, waardoor Swiss heeft besloten de vlucht met vertraging uit te voeren. Swiss stelt zich op het standpunt dat de keuze om op deze passagiers te wachten een keuze vanuit het oogpunt van dienstverlening is en derhalve een buitengewone omstandigheid betreft. Airhelp stelt zich op het standpunt dat het een operationele keuze betreft en daarmee inherent is aan de uitvoering van de activiteiten van de luchtvaartmaatschappij.
5.4.
Voor de beantwoording van de vraag wat moet worden verstaan onder buitengewone omstandigheden verwijst de kantonrechter allereerst naar overweging 14 van de considerans bij de Verordening, waarin staat dat buitengewone omstandigheden zich met name kunnen voordoen in gevallen van politieke instabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Hiernaast verwijst de kantonrechter naar jurisprudentie van het HvJ EU waarin is uitgemaakt dat het bij buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen, gaat om omstandigheden die verband houden met een gebeurtenis die, evenals die welke in overweging 14 van de Verordening zijn opgesomd, niet inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van de betrokken luchtvaartmaatschappij, en deze hierop geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen wegens de aard of oorsprong van die gebeurtenis (zie o.a. HvJ EU 17 september 2015 C-257/14 Van der Lans-KLM).
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat Swiss bij de beslissing om op de verlate passagiers te wachten een operationele keuze heeft gemaakt. Het maken van dergelijke keuzes ligt niet buiten de invloedssfeer van Swiss. Het is immers Swiss geweest die de keuze heeft gemaakt, en deze keuze is naar het oordeel van de kantonrechter inherent aan de normale uitvoering van het bedrijf van de luchtvaartmaatschappij. Derhalve is geen sprake van buitengewone omstandigheden. Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter niet toe aan de beantwoording van de vraag of de vertraging ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen.
5.6.
Nu Swiss voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen
5.7.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.8.
Airhelp heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Swiss heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De passagier heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Swiss, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Swiss tot betaling aan Airhelp van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 24 februari 2017 tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
6.2.
veroordeelt Swiss tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81;
griffierecht € 476,00;
salaris gemachtigde € 240,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter