Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
[geboortedatum] in de gemeente [gemeente] [minderjarige] geboren. De vader heeft [minderjarige] erkend en de ouders hebben het gezamenlijk gezag over [minderjarige] .
Vervolgens stelt de rechtbank vast dat met het verstrijken van de jaren voor [minderjarige] het moment is aangebroken dat zij heeft aangegeven dat zij het contact met haar vader anders wil vormgeven. [minderjarige] heeft aangegeven dat zij het contact wil verminderen tot één keer per maand en dat zij niet langer bij haar vader wil overnachten. Uit het onderzoek van de bijzondere curator is gebleken dat [minderjarige] geen eigen slaapkamer heeft bij de vader. Als zij bij hem overnacht, is dat in het bed van de vader en de partner; die slapen dan elders in de woning. De rechtbank is met de bijzondere curator van oordeel dat voorstelbaar is dat [minderjarige] zich onder deze omstandigheden niet prettig voelt bij overnachten, zeker gezien de overige omstandigheden. [minderjarige] heeft ouders met totaal verschillende achtergronden en zij leven in volstrekt verschillende werelden. Bovendien communiceren haar ouders niet met elkaar en hebben ze geen vertrouwen in elkaar, zo is gebleken.
3.Beslissing
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] , verblijft met ingang van 2 november 2019 elke eerste zaterdag van de maand bij de vader van 9:00 uur tot 21:00 uur, waarbij de moeder [minderjarige] naar de vader zal brengen en bij hem zal ophalen;
mr. A.M. van der Maten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2019.