Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Stichting Natuurbelang Amsterdamse Waterleidingduinen, te Heemskerk,
2.Stichting Duinbehoud, te Leiden,
(gemachtigde: mr. B.J. Meruma)
Exploitatie Circuit Park Zandvoort B.V., te Zandvoort
Rechtbank Noord-Holland
Op 29 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken HAA 19/4103 en HAA 19/4606, waarin verzoeksters, waaronder Stichting Natuurbelang Amsterdamse Waterleidingduinen en Stichting Duinbehoud, een voorlopige voorziening vroegen tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland. Dit besluit verleende aan de derde-partij, Exploitatie Circuit Park Zandvoort B.V., ontheffing van verboden op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor werkzaamheden op het circuit, die onder andere het verstoren van beschermde diersoorten zoals de rugstreeppad en de zandhagedis inhielden. De verzoeksters stelden dat de ontheffing onterecht was verleend en dat de werkzaamheden schadelijk zouden zijn voor de beschermde soorten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeksters niet aannemelijk hadden gemaakt dat de ontheffing niet kon worden verleend en dat de werkzaamheden niet konden doorgaan. De voorzieningenrechter wees de verzoeken om voorlopige voorziening af, waarbij hij opmerkte dat de ontheffing onder voorwaarden was verleend en dat de bescherming van de betrokken soorten voldoende gewaarborgd was. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen andere bevredigende oplossing was en dat de dwingende redenen van groot openbaar belang, zoals de veiligheid van bezoekers tijdens de Dutch Grand Prix, de ontheffing rechtvaardigden.