ECLI:NL:RBNHO:2019:8463
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de afwijzing van het behoud van de woning in het kader van de Wsnp
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris van 25 juni 2019. Het hoger beroep was ingesteld door [A.] in het kader van de wettelijk schuldsaneringsregeling (Wsnp) van [Saniet]. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 oktober 2019, waarbij [Saniet], de bewindvoerder [B.] en [A.] met zijn raadsman mr. M. Raaijmakers aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat [Saniet] en [A.] echtgenoten zijn geweest en dat er een echtscheidingsconvenant is opgesteld waarin de gezamenlijke woning aan [A.] toekomt. Echter, de uitvoering van dit convenant is niet nagekomen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat [Saniet] onder de Wsnp valt sinds 11 april 2017 en dat beide partijen eigenaar zijn van de woning, die op dat moment een marktwaarde had van € 650.000,-. De hypotheken op de woning bedragen in totaal € 594.000,-. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de woning verkocht moet worden, wat leidde tot het hoger beroep van [A.]. De rechtbank heeft overwogen dat het behoud van de woning in strijd is met de doelstelling van de Wsnp, die gericht is op het bieden van een schuldenvrije toekomst voor de schuldenaar. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen voldoende belang is aangetoond voor het behoud van de woning en heeft het beroep van [A.] afgewezen.