Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker] Museum
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder,
Procesverloop
naar bedrijfsruimte en woningen.
Overwegingen
30 juni 2017 zijn geëindigd.
Rechtbank Noord-Holland
Op 24 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde M.L.C. Nihot, en verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, vertegenwoordigd door mr. E.C.W. van der Poel. Tevens heeft Tuin Projectontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door mr. A.J.J. Sweens, als derde-belanghebbende aan het geding deelgenomen. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met een omgevingsvergunning die op 16 juli 2019 door verweerder is verleend voor de verbouwing van het voormalige postkantoor naar bedrijfsruimte en woningen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker geen eigenaar, gebruiker of omwonende van het pand is en derhalve geen belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken van de rechtbank die relevant zijn voor de beoordeling van het verzoek. Ondanks de mogelijkheid dat verzoeker in hoger beroep kan gaan tegen de eerdere uitspraken, is dit onvoldoende om te concluderen dat verzoeker een rechtstreeks, actueel en concreet belang heeft bij het bestreden besluit.
De voorzieningenrechter heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. E. Degen, en heeft opgemerkt dat verzoeker mogelijk in een civiele procedure om rechtsbescherming kan verzoeken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.