Op 19 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, wonende aan een adres in de gemeente Velsen, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om hun woning te sluiten voor de duur van twee maanden op grond van de Opiumwet. Dit besluit, dat op 10 september 2019 is genomen, zou ingaan op 20 september 2019 om 10:00 uur. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening zijn dat de sluiting niet gerechtvaardigd is.
Tijdens de zitting op 19 september 2019 zijn verzoekers verschenen, bijgestaan door een waarnemer voor hun gemachtigde. De burgemeester was vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. In zijn beslissing heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst totdat op het bezwaar is beslist. Tevens is de burgemeester opgedragen het betaalde griffierecht van € 174,- aan verzoekers te vergoeden en is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 1.024,-.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de noodzaak tot sluiting onvoldoende is gemotiveerd door verweerder en dat verzoekers de gelegenheid moeten krijgen om hun standpunt nader te onderbouwen. De belangenafweging viel in het voordeel van verzoekers uit, omdat de sluiting van de woning een grote impact heeft op de vier bewoners. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het van belang is om het besluit op bezwaar af te wachten voordat tot sluiting wordt overgegaan.