Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
3.De beslissing
€ 70.000,00 bruto;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de verzoeker, h.o.d.n. Grimex Licht, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij. De verzoeker heeft aangevoerd dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van de verwerende partij niet meer mogelijk is. De verwerende partij heeft in zijn verweerschrift erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is en dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer van hem kan worden gevergd. Beide partijen zijn het erover eens dat de verstoring van de arbeidsverhouding onherstelbaar is en dat herplaatsing niet meer mogelijk is.
De kantonrechter heeft op basis van de erkende verstoorde arbeidsverhouding en de overeenstemming tussen partijen geoordeeld dat er een redelijke grond voor ontbinding is, zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 januari 2020, waarbij partijen zijn overeengekomen dat de verwerende partij recht heeft op een beëindigingsvergoeding van € 70.000,00 bruto. De verzoeker is veroordeeld tot betaling van deze vergoeding. Tevens is bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.
De beschikking is op 11 september 2019 in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter, mr. P.J. Jansen, in aanwezigheid van de griffier. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.