ECLI:NL:RBNHO:2019:7898

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
18 september 2019
Zaaknummer
7055656 / CV EXPL 18-5496
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door slechte weersomstandigheden en beslissing gezagvoerder

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Lot Polish Airlines (LOT) wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met LOT voor een vlucht van Kaliningrad naar Warschau en vervolgens naar Schiphol op 21 december 2017. De eerste vlucht, LO698, werd geannuleerd vanwege slechte weersomstandigheden, waardoor de gezagvoerder besloot terug te keren naar Warschau. De passagier heeft vervolgens een taxi genomen naar Warschau en vorderde compensatie van LOT voor de vertraging en gemaakte kosten. LOT heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals de slechte weersomstandigheden en technische problemen op de luchthaven van Kaliningrad.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de annulering van de vlucht in beginsel LOT verplicht tot compensatie. Echter, LOT heeft voldoende bewijs geleverd dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals weersomstandigheden die de veiligheid van de vlucht in gevaar brachten. De rechter heeft geoordeeld dat de gezagvoerder in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen en dat LOT alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen. Daarom werd de vordering van de passagier afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten.

Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van luchtvaartmaatschappijen en de bevoegdheid van gezagvoerders om de veiligheid van passagiers voorop te stellen, zelfs als dit leidt tot annuleringen of vertragingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7055656 \ CV EXPL 18-5496
Uitspraakdatum: 10 juli 2019
Vonnis in de zaak van:
[de passagier] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
hierna te noemen: de passagier,
gemachtigde: voorheen mr. D.J.C. Oltmans,
tegen
de buitenlandse rechtspersoon Lot Polish Airlines Linie Lotnicze,
gevestigd te Warschau (Polen) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
hierna te noemen: LOT,
gemachtigde: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. T.A. Uldriks.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 22 juni 2018 een vordering tegen LOT ingesteld. LOT heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna LOT een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met LOT een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan LOT de passagier diende te vervoeren van Kaliningrad (Rusland) naar Warschau (Polen) met vluchtnummer LO698 en van Warschau naar Schiphol met vluchtnummer LO267 op 21 december 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht LO698 is geannuleerd.
2.3.
De passagier is per taxi afgereisd naar Warschau. LOT heeft de passagier omgeboekt naar een vervangende vlucht.
2.4.
De passagier heeft compensatie van LOT gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
LOT heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat LOT, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 februari 2018, althans vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 191,59 aan gemaakte kosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat LOT vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.
3.3.
De passagier stelt dat hij een bedrag van € 192,59 aan kosten heeft moeten maken ten behoeve van een taxirit en een hotelovernachting. De passagier stelt dat overeenkomstig artikel 9 van de Verordening deze kosten in aanmerking komen voor vergoeding.

4.Het verweer

4.1.
LOT betwist de vordering. Zij heeft, onder meer, het volgende aangevoerd.
4.2.
Vlucht LO698 maakt deel uit van de rotatie Warschau-Kaliningrad-Warschau (LO697/698). De rotatie wordt uitgevoerd door hetzelfde toestel. De weersomstandigheden op de luchthaven van Kaliningrad waren rond de geplande aankomsttijd van vlucht LO697 slecht. De weeromstandigheden waren dermate slecht dat de gezagvoerder van vlucht LO697 de beslissing heeft genomen om terug te keren naar Warschau. Ter onderbouwing heeft LOT een verklaring van de gezagvoerder overgelegd. Uit deze verklaring volgt ook dat er op 21 december 2017 te Kaliningrad werkzaamheden plaatsvonden. Door deze werkzaamheden waren het ‘Instrument Landing System’ en het ‘Approach Light System’ buiten werking. Aangezien deze systemen kapot waren kon de gezagvoerder niet met behulp van deze systemen landen, maar moest hij dat handmatig en op het zicht doen. In dat kader is het van belang dat een gezagvoerder goed zicht heeft. Tijdens de uitvoering van vlucht LO697 ontving de gezagvoerder tevens het bericht dat de weersomstandigheden waren verslechterd. LOT voert aan dat in een situatie als de onderhavige waarin de gezagvoerder meent dat de veiligheid dat vergt het de gezagvoerder vrij staat om te beslissen terug te keren dan wel uit te wijken.
4.3.
Voorts betwist LOT de verschuldigdheid van de door de passagier gemaakte kosten voor de taxirit en de hotelovernachting. LOT heeft de passagier een hotelovernachting, maaltijden en verfrissingen in de zin van artikel 9 van de Verordening aangeboden. De passagier heeft hiervan afgezien en is diezelfde dag op eigen initiatief per taxi van Kaliningrad naar Warschau gereisd in de hoop alsnog vlucht LO267 te halen. De passagier was volgens LOT niet genoodzaakt om naar Warschau te reizen.
4.4.
LOT betwist tevens wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn aan de passagier.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de vlucht LO698 is geannuleerd, zodat LOT op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de passagier te compenseren. Dit is anders indien LOT kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5, lid 3 van de Verordening.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van LOT op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In punt 14 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en in geval van onverwachte vliegveiligheidsproblemen.
5.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft LOT met het door haar overgelegde METAR data, voldoende onderbouwd dat op 21 december 2017 sprake was van slechte weersomstandigheden rond de luchthaven van Kaliningrad. Echter moet in aanmerking genomen worden dat LOT niet heeft aangevoerd dat de weersomstandigheden de directe aanleiding zijn geweest voor het terugkeren naar Warschau. Uit de verklaring van de gezagvoerder blijkt immers dat ‘Instrument Landing System’ en het ‘Approach Light System’ van de luchthaven van Kaliningrad buiten werking waren. De gezagvoerder verklaart verder dat toen het toestel Kaliningrad via de radio naderde berichtgeving binnenkwam dat de weersomstandigheden aldaar waren verslechterd. Het toestel is uiteindelijk omgekeerd en teruggevlogen naar Warschau, omdat de gezagvoerder de luchthaven van Kaliningrad niet veilig bereikbaar achtte.
5.5.
De gezagvoerder is bevoegd die maatregelen te treffen die hij nodig acht om de vliegveiligheid te waarborgen of ter verzekering van de orde en discipline aan boord van het vliegtuig. Het besluit van de gezagvoerder om terug te keren naar Warschau dient de kantonrechter daarom terughoudend en marginaal te toetsen. Het mag niet zo zijn dat de luchtvaartmaatschappijen ertoe worden gebracht om voorrang te geven aan de handhaving en punctualiteit van hun vluchten boven de nagestreefde veiligheid van hun passagiers (arrest van het Hof 4 mei 2017, Pešková en Peška C-315/15). De kantonrechter ziet onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de gezagvoerder niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen, noch dat de beslissing van de gezagvoerder is genomen door omstandigheden die in de invloed- en risicosfeer van LOT lagen en door haar hadden kunnen worden voorkomen.
5.6.
Gelet op het voorgaande slaagt het beroep van LOT op buitengewone omstandigheden. De vraag of LOT alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering van de vlucht te voorkomen moet bevestigend worden beantwoord. LOT heeft de passagier alternatief vervoer aangeboden. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van LOT worden verwacht. De vordering van de passagier zal daarom worden afgewezen. De overige verweren van LOT behoeven dan ook geen bespreking.
5.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal de passagier worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten zullen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door LOT worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor LOT worden vastgesteld op een bedrag van € 144,00 aan salaris van de gemachtigde van LOT.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter