ECLI:NL:RBNHO:2019:7893

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juli 2019
Publicatiedatum
18 september 2019
Zaaknummer
61844554 / CV EXPL 17-6667
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de kantonrechter in een luchtvaartclaim tegen American Airlines

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens compensatie na de annulering van hun vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten via de reisagent Budgetair, waarbij British Airways hen van Schiphol naar Londen en vervolgens naar Los Angeles zou vervoeren. De annulering van vlucht BA435 leidde tot de vordering van €2.400,00 aan compensatie, vermeerderd met rente en incassokosten. American Airlines betwistte de vordering en stelde dat de kantonrechter niet bevoegd was, omdat de vennootschap niet in Nederland gevestigd is en er geen relevante activiteiten vanuit het kantoor in Schiphol hebben plaatsgevonden.

De kantonrechter heeft de bevoegdheid beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening en het Nederlandse recht. Het oordeel was dat American Airlines geen woonplaats in Nederland heeft, aangezien de statutaire zetel in de Verenigde Staten ligt en er geen relevante activiteiten vanuit het kantoor in Nederland zijn verricht. De kantonrechter verklaarde zich daarom onbevoegd om van de vordering kennis te nemen en veroordeelde de passagiers in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 3 juli 2019 door kantonrechter S.N. Schipper.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 61844554 \ CV EXPL 17-6667
Uitspraakdatum: 3 juli 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1],

2.
[passagier sub 2],pro se en in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kind
[minderjarige],
3.
[passagier sub 3],
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers,
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink en M.A.P. Duinkerke (LL.B.),
tegen
de buitenlandse vennootschap Delaware Corporation American Airlines INC.,
statutair gevestigd te Wilmington (Verenigde Staten) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
hierna te noemen: American Airlines,
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 21 april 2017 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben via de reisagent Budgetair met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan British Airways de passagiers diende te vervoeren van Schiphol naar Londen (Verenigd Koninkrijk) met vluchtnummer BA435 en van Londen naar Los Angeles (Verenigde Staten) met vluchtnummer BA269 op 25 april 2015, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht BA435 is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van American Airlines gevorderd in verband met voornoemde annulering
2.4.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.5.
De passagier onder sub 2 is door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens haar minderjarige kind te voeren.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat American Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 april 2015, althans vanaf de dag van ingebrekestelling dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 28 december 2016 dan wel vanaf de dag der dagvaarding;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat American Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.
3.3.
Op de standpunten van partijen wordt bij de beoordeling, voor zover relevant, nader ingegaan.

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering en voert, onder meer, het volgende aan.
4.2.
Volgens American Airlines is de kantonrechter niet bevoegd op grond van artikel 99 jo artikel 4 van de Brussel I bis-Verordening. Op grond van artikel 6 van de Brussel I bis Verordening dient de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is te worden beoordeeld naar Nederlands recht. American Airlines is immers niet op het grondgebied van een lidstaat gevestigd, maar in de Verenigde Staten van Amerika. Ingevolge artikel 2 Rv heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht indien de gedaagde in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft. Uit artikel 1:14 BW volgt dat een rechtspersoon naar Nederlands recht enkel mede woonplaats heeft aan het adres van haar kantoor of filiaal voor in geding zijn de aangelegenheden die dat filiaal betreffen. Daarvan is in dit geval geen sprake. Het Nederlandse filiaal van American Airlines te Amsterdam is op geen enkele wijze bij onderhavige kwestie betrokken geweest. Hier is geen sprake van aangelegenheden die het kantoor te Schiphol betreffen. Zo hebben de passagiers geen overeenkomst gesloten met het kantoor in Nederland. De tickets zijn geboekt via de reisagent bij het hoofdkantoor van American Airlines in de Verenigde Staten van Amerika. Daar komt volgens American Airlines bij dat het kantoor in Nederland geen tickets verkoopt, althans niet actief tickets aanbiedt aan passagiers. American Airlines heeft in deze kwestie geen woonplaats in Nederland en kan rechtsmacht daarop niet gegrond worden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter dient allereerst te beoordelen of hij bevoegd is om van onderhavig geschil kennis te nemen.
5.2.
De kantonrechter stelt voorop dat in dit geval ingevolge artikel 6 van de Brussel I bis-Verordening de rechtsmacht van de Nederlandse rechter dient te worden beoordeeld aan de hand van het Nederlandse procesrecht. Ingevolge artikel 2 RV heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht als gedaagde in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft. De woonplaats van een rechtspersoon is ingevolge artikel 1:10 lid 2 BW daar waar hij zijn statutaire zeten heeft. Vast staat dat de statutaire zetel van American Airlines is gelegen in Wilmingon, Delaware, Verenigde Staten van Amerika, zodat zij op grond van artikel 1:10 lid 2 BW geen woonplaats heeft in Nederland als bedoeld in artikel 2 Rv. Vervolgens dient te worden beoordeeld of American Airlines op grond van artikel 1:14 BW mede woonplaats heeft op haar kantoor te Amsterdam of Schiphol. Het enkele feit dat een vennootschap een filiaal houdt in een arrondissement creëert nog geen bevoegdheid. De passagiers hebben in dit verband aangevoerd dat het in onderhavig geval gaat om een aangelegenheid die het kantoor van American Airlines te Schiphol betreft. Allereerst zijn de passagiers Nederlands. Daarnaast hebben de passagiers de overeenkomst gesloten op een Nederlandse website (Budgetair). Daar American Airlines in Nederland gevestigd is moge het logisch zijn dat deze Nederlandse kantoren contact onderhouden met elkaar, aldus nog steeds de passagiers. De kantonrechter volgt dit betoog van de passagiers niet. De activiteiten die de passagiers noemen zijn niet kenmerkend voor de vlucht of de boeking van de passagier ten aanzien van de onderhavige vlucht. Niet aannemelijk is geworden dat er vanuit het kantoor van American Airlines te Schiphol activiteiten met betrekking tot de onderhavige vlucht hebben plaatsgevonden, dan wel dat het kantoor van American Airlines te Schiphol op enige wijze bij de onderhavige vlucht betrokken is geweest. Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat American Airlines in deze zaak geen woonplaats heeft op de plaats van haar kantoor te Schiphol in de zin van artikel 1:14 BW.
5.3.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter onbevoegd om van de vordering van de passagiers kennis te nemen.
5.4.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen de passagiers worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door American Airlines worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering kennis te nemen;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor American Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 420,00 aan salaris van de gemachtigde van American Airlines;
5.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 105,00 aan nakosten, voor zover American Airlines daadwerkelijk nakosten zal maken;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter