ECLI:NL:RBNHO:2019:7735

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 september 2019
Publicatiedatum
13 september 2019
Zaaknummer
5375415 CV EXPL 16-8424
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben een groep passagiers een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht van Malpensa Airport, Milan naar Amsterdam-Schiphol op 24 juli 2015. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagiers stelden dat de vlucht meer dan drie uur vertraging had opgelopen en dat Easyjet hen moest compenseren voor deze vertraging.

Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en een opgelegde 'Calculated Take-off Time' (CTOT) door Eurocontrol. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op hun eindbestemming, maar dat Easyjet kon aantonen dat een deel van de vertraging was veroorzaakt door buitengewone omstandigheden. De kantonrechter concludeerde dat de vertraging die niet door buitengewone omstandigheden was veroorzaakt, minder dan drie uur bedroeg, waardoor de vordering van de passagiers werd afgewezen.

De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van de passagiers gesteld, omdat zij ongelijk kregen in hun vordering. De beslissing werd genomen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting op 4 september 2019.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5375415 \ CV EXPL 16-8424
Uitspraakdatum: 4 september 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]wonende te [woonplaats]
3. [passagier sub 3]wonende te [woonplaats]
4. [passagier sub 4]wonende te [woonplaats]
5. [passagier sub 5]wonende te [woonplaats]
6.
[passagier sub 6]wonende te [woonplaats]
7. [passagier sub 7]pro se en in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige]beiden wonende te [woonplaats]
8. [passagier sub 8]wonende te [woonplaats]
9. [passagier sub 9]wonende te [woonplaats] ,
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. I.G.B. Maertzdorff en mr. L.J.J. Hoezen (EUclaim B.V.)
tegen
de buitenlandse vennootschap
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen Easyjet
gemachtigde mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 15 juni 2016 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Malpensa Airport, Milan (Italië) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 24 juli 2015, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.5.
Passagier sub 7 is door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens haar minderjarige kind te voeren

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 juli 2015, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 544,50 dan wel € 375,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 6 augustus 2015 dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering. Zij voert aan dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die Easyjet ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon voorkomen. De voorafgaande vlucht stond tijdig klaar voor vertrek maar kreeg van Eurocontrol meerdere keren een nieuwe vertrektijd; “Calculated Take-off Time” (hierna CTOT) opgelegd, waarna de vlucht uiteindelijk 15:48 UTC, één uur en 28 minuten later dan gepland mocht vertrekken. De reden voor het uitstel van de voorafgaande vlucht wordt aangeduid met vertragingscode 81. De voorafgaande vlucht komt uiteindelijk met een vertraging van 1 uur en 31 minuten aan in Milaan. Voor en na aankomst in Milaan ontvangt Easyjet verschillende berichten van Eurocontrol waarin de vertrektijd van de vlucht wordt uitgesteld tot 20:09 UTC, als reden voor het uitstel van de vlucht wordt code 73 gegeven. Deze code houdt in dat het uitstel het gevolg is van slechte weersomstandigheden. De vertraagde uitvoering leidt ertoe dat de bemanning van het toestel de wettelijke maximale toegestane arbeidsduur zal overschrijden. Om dit en verdere vertraging te voorkomen heeft Easyjet de bemanning tijdig vervangen. Gelet op de minimale “turn around time” van 30 minuten in Milaan vertrekt de vlucht om 20:39 UTC uit Malpensa en arriveert de vlucht om 22:00 UTC met een vertraging van 3 uur en 25 minuten in Amsterdam. Easyjet heeft alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging van de vlucht van passagiers te beperken.
4.2.
Subsidiair voert Easyjet aan dat de passagiers sub 1, sub 4 en sub 5 geen boarding pass hebben overgelegd. Op grond van artikel 3 lid 2 sub a van de Verordening dienen de passagiers naast een bevestigde boeking te bewijzen dat zij zich op tijd voor de vlucht hebben gemeld. Passagiers sub 1, sub 4 en sub 5 hebben dit bewijs niet geleverd en derhalve dient hun vordering te worden afgewezen, aldus Easyjet.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uren zijn aangekomen op hun eindbestemming, zodat Easyjet op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Op grond van artikel 5 lid 3 van de Verordening is Easyjet niet verplicht de passagiers te compenseren zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
5.2.
Easyjet voert aan dat hier sprake is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Ten aanzien van dit beroep geldt (in algemene zin) het volgende. In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever er op gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordien in geval van weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van het luchtverkeerbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt. Het invoeren van algemene beperkingen voor in- en uitgaande vluchten en congestie zijn inherent aan het voeren van een luchtvaartonderneming en kwalificeren niet als buitengewone omstandigheid als bedoeld in overweging 15 van de considerans van de Verordening.
5.3.
De passagiers stellen dat geen sprake is geweest van een besluit van de luchtverkeersleiding. Uit overweging 15 blijkt namelijk dat het moet gaan om een besluit van de luchtverkeersleiding die een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig heeft veroorzaakt. Dit is niet het geval. De voorafgaande vlucht U2 5295 heeft een vertraging van 36 minuten door vermeende restricties opgelopen. Uit de berichten die daarop volgen blijkt dat Easyjet de partij is geweest die keer op keer een andere Estimated Off-Block Time (hierna EOBT) heeft aangegeven. Daar komt nog bij dat deze berichten waren ingegeven door vertragingscode 81, deze staat onder andere voor ‘standard demand/capacity problems’ hetgeen verband houdt met congestie en geen buitengewone omstandigheid kan opleveren. Congestie is inherent aan de bedrijfsvoering van een luchtvaartonderneming. Daarnaast heeft de onderhavige vlucht eveneens geen langdurige vertraging (een vertraging van 3 uur of meer) door vermeende restricties opgelopen, maar slechts een vertraging van 11 minuten. Voor vlucht U2 2729 is het ook Easyjet die een latere EOBT aanvraagt. De vlucht heeft twee berichten van Eurocontrol ontvangen nog voordat het toestel is geland in Milaan. De EOBT van 17:50 UTC is te wijten aan de omdraaitijd op Milaan. Vlucht U25295 is immers pas om 17:25 UTC aangekomen in Milaan. Hier heeft Easyjet een slot gekregen van 11 minuten namelijk een CTOT van 18:01 UTC. Deze vertraging is te wijten aan de voorafgaande vlucht en niet de vlucht in kwestie, aldus de passagiers. Daar komt nog bij dat Easyjet de EOBT vervolgens zelf verlaat naar 19:30 UTC, hetgeen te wijten is aan de wisseling van de crew, aldus nog steeds de passagiers. De personeelsbezetting is echter inherent aan het voeren van een luchtvaartonderneming. Derhalve kan een beroep op buitengewone omstandigheden niet slagen. Het besluit van de luchtverkeersleiding heeft volgens de passagiers slechts voor een vertraging van 47 minuten gezorgd. Voorts betwisten de passagiers dat sprake was van slechte weersomstandigheden.
5.4.
Easyjet voert aan dat zij geen daadwerkelijke invloed heeft kunnen uitoefenen op de beslissing van de luchtverkeersleiding noch op de keuze van de luchtverkeersleiding om bepaalde ATC restricties op te leggen of de weersomstandigheden die de onderliggende reden vormden voor de ATC restricties. Derhalve is er sprake van buitengewone omstandigheden. Ook de vertraging als gevolg van de overschrijding van de maximaal te werken uren door de crew heeft te gelden als een buitengewone omstandigheid.
5.5.
De kantonrechter overweegt dat een CTOT die door de luchtverkeersleiding wordt opgelegd wegens weersomstandigheden en/of capaciteitsproblemen buitengewone omstandigheden kunnen vormen. Daarbij is van belang dat de luchtvaartmaatschappij bij het opleggen van een CTOT niet de mogelijkheid heeft om zelf te beslissen dat het betreffende vliegtuig eerder vertrekt. De passagiers betwisten dat Easyjet geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de opgelegde CTOT’s, aangezien Easyjet zelf een aantal maal een nieuwe EOBT heeft doorgegeven als gevolg waarvan de vertrektijd meerdere malen is opgeschoven. Ter onderbouwing van haar verweer heeft Easyjet de berichten van Eurocontrol overgelegd. Uit de overgelegde berichten begrijpt de kantonrechter dat Easyjet voor vlucht U2 5295 weliswaar meerdere malen een nieuwe EOBT heeft doorgegeven maar dat deze tijden juist zien op het verzoek om een eerdere vertrektijd. Hieruit volgt dat het toestel tijdig klaar stond om te vertrekken en juist vanwege de CTOT(s) niet mocht vertrekken. Easyjet heeft dan ook voldoende aannemelijk gemaakt dat de vertraging op de voorafgaande vlucht van 1 uur en 31 minuten, ten aanzien van 1 uur en 28 minuten is ontstaan door CTOT’s van de luchtverkeersleiding waar Easyjet geen invloed op heeft gehad. Deze buitengewone omstandigheden werken door op de onderhavige vlucht.
5.6.
Ten aanzien van de overhavige vlucht overweegt de kantonrechter dat dit ook geldt voor de CTOT’s opgelegd tot 18:25 UTC. Hierna heeft Easyjet echter een EOBT doorgegeven van 19:30 waarna een CTOT is opgelegd tot 20:09. De kantonrechter begrijpt dat een nieuwe EOBT is aangevraagd vanwege het overschrijden van de maximaal te werken uren voor de crew en dat hierna pas een CTOT is opgelegd met vertragingscode 73 tot 20:09 UTC. In het overgelegde overzicht ‘actual flight info; staat onder andere “
(…) Delay Remarks 67-Cabin Crew(…)’. De kantonrechter overweegt dat de vertraging die is opgelopen vanwege het organiseren van (nieuwe) bemanningsleden een operationeel probleem is en dan ook inherent is aan de uitvoering van een luchtvaartmaatschappij. Voorts kan de kantonrechter de stelling van Easyjet dat zij vanwege de ‘turn around time’ in Milaan uiteindelijk pas 30 minuten later is vertrokken niet volgen. De voorafgaande vlucht landde immers al om 17:25 UTC en de luchtvaartmaatschappij heeft tot 20:09 UTC te tijd gehad om de onderhavige vlucht klaar te maken voor vertrek. Waarom het vertrek pas na 20:09 UTC opgestart kon worden is dan ook voor de kantonrechter onduidelijk.
5.7.
Gezien voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat slechts een deel van de totale vertraging is ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden. De vraag die nog moet worden beantwoord is of de vertraging die door de buitengewone omstandigheden is ontstaan ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Easyjet heeft aangevoerd dat zij er alles aan heeft gedaan om de gevolgen te beperken. De passagiers hebben dit verweer niet betwist.
5.8.
Vervolgens dient de kantonrechter bij de beoordeling of de passagiers recht hebben op compensatie uitsluitend rekening te houden met de vertraging die niet is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden. Indien de vertraging als gevolg van de buitengewone omstandigheid, te weten 2 uur en 17 minuten (1 uur en 28 minuten vanwege CTOT’s op de voorafgaande vlucht en 49 minuten vanwege CTOT’s op de onderhavige vlucht) van de totale vertraging wordt afgetrokken is sprake van een vertraging door niet buitengewone omstandigheden van minder dan drie uur. De vordering dient dan ook te worden afgewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen.
5.10.
De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Easyjet worden vastgesteld op een bedrag van € 420,00 aan salaris van de gemachtigde van Easyjet.
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 105,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter