3.21.Vervolgens heeft [eiseres] de heer Jol van EBMC Nederland B.V. als deskundige ingeschakeld. Jol heeft op 19 juli 2017 gerapporteerd. Jol schrijft in zijn rapport, voor zover hier van belang:
“(…)
Causaal verband
Het heiproces van de nieuwe funderingspalen van de woning op nummer 4 heeft schade veroorzaakt aan de boerderij op nummer 6.
(…)
Er is causaal verband vanuit meerdere invalshoeken:
A1. zettingen.
De gemetselde gevels aan linkerzijde en voorzijde zijn geleidelijk en ongelijk gezet. Dit blijkt uit de laserwaterpassing, waarbij met name de linkerachterhoek, en de rechtervoorhoek, aanzienlijk gezet zijn ten opzichte van de linkervoorhoek. De zettingsverschillen van deze hoeken is meer dan 1 decimeter. Aanname is hierbij, dat de gemetselde witte sierband op ongeveer 2 meter hoogte, ooit horizontaal was ten tijde van de bouw van de boerderij omstreeks 1920. De zetting is relatief gelijkmatig gegaan waarbij kennelijk gevels als één geheel gezakt en geroteerd zijn, en het metselwerk de vervormingen heeft kunnen volgen zonder essentiele en opvallende scheurvorming. De grondslag is kennelijk kwetsbaar zonder al te veel draagkrachtreserve. Er zijn enkele lokaties gevonden waar lichte scheurvorming aanwezig is, welke de lintvoegen en stootvoegen volgt. Dergelijke scheurvorming is kenmerkend voor een trage vervorming, waarbij het metselwerk de kans heeft de vervorming te volgen. Deze gevels zijn inmiddels meer dan 100 jaar oud en is het redelijk te veronderstellen, volgens geomechanica, dat alle zettingen inmiddels achter de rug zijn. Dit sluit aan bij de waterpassing van de rechtergevel, welke kennelijk in de jaren 1970 opnieuw is opgemetseld, welke vrijwel waterpas staat: de ondergrond droeg oorspronkelijk al een gemetselde gevel, zodat na hermetseling kennelijk de ondergrond niet meer werd onderworpen aan nieuwe consolidatie en grondvervorming. Consolidatie is, kort gezegd, het langetermijn effect van de grond welke evenwicht zoekt en vindt op gebied van draagkracht, belasting, vervorming, en waterhuishouding.
a2. nieuwe scheurvormingen
Uitgangspunt is, dat alleen het heiproces van nr. 4 in 2015 kan worden aangewezen als een situatie, die kennelijk oorzaak kan zijn voor bijzonder sterkte trillingen.
De gemetselde gevels zowel de oude gevels aan linkerzijde en voorzijde, alsmede de recentere gevel aan rechterzijde, vertonen schade door scheurvorming. Deze scheurvorming is scherpgerand gaat dwars door gevelstenen heen, en wijst op een snelle scheurvorming als gevolg van trilling. Ze is vergelijkbaar met typerende scheurvorming in Groningen, waarbij erkend is dat dergelijke scheurvorming is ontstaan door beving als gevolg van gaswinning. Ons bureau heeft meer dan 250 projecten in dat gebied geanalyseerd, waarbij ook is overlegd met diverse adviesbureaus en overkoepelend, het CVW. Bij dergelijke scheurvorming heeft een opgelegde vervorming als gevolg van trilling, niet de tijd om zijn weg te vinden via de voegen, maar schiet snel door de stenen heen.
Daarnaast is er een patroon in de scheurvorming te zien als het gevelbeeld wordt beschouwd: ook hierbij is te zien dat de grondslag verandert. We komen hiermee op het onderwerp grondmechanica. Met verwijzing naar eerdere uitleg over het grondsoort en het gedrag van grond op trillingen, is uitgelegd dat de grond zal reageren, zowel verticaal als horizontaal, en bovendien heftiger kan reageren als trillingen langdurig doorgaan, als gevolg van trillen van gronddeeltjes terwijl het grondwater ingesloten is en lokaal extra inklinking plaats vindt, of zelfs lokale fluïdatie van grond, wat het gedrag van de grond vrijwel onvoorspelbaar maakt.
b. dynamisch gedrag
Het heien van heipalen geeft trillingshinder. Dit wordt onder meer beschreven in eerder genoemde SBR-richtlijn, waarbij onder meer onderscheid wordt gemaakt tussen gebouwen. Dit gebouw, de boerderij, is weliswaar niet een officieel monument, maar zou door het karakter, de leeftijd, en de goede staat, kunnen worden beoordeeld als dusdanig. Ook in het geval, dat dit buiten beschouwing blijft, is de boerderij kwetsbaar, zodat daar rekening mee moet worden gehouden bij de keuze van funderingspalen. In de genoemde tabel van SBR wordt aangegeven dat trillingen beperkt moeten blijven, en met name bij lagere frequenties. Onze analyse en berekening van het trillingsgedrag van de boerderij geeft aan dat de eigenschappen van de boerderij op gebied van trillingen, passen bij een gebouw met lage frequenties. Dit betekent dat heitrillingen in verband worden gebracht met de schade aan nr. 6. Praktisch gezien klopt dit ook: de bouwwijze van de boerderij is typisch, met een houten vierkant, houten sparren in het dakvlak (sporen genoemd), en beperkte stabiliteit via de gemetselde gevels, allemaal gebruikelijk volgens de bouw destijds en lange tijd nadien. De massa van het dak door de dakpannen en vooral ook de gemetselde schoorsteen, spelen een grote rol van betekenis bij trilling: de massa hiervan is fors, vergeleken met de stijfheid van de gebouwconstructie, en bovendien op behoorlijke hoogte boven het maaiveld, zodat de kapconstructie vrijwel als enig onderdeel aanwezig is om de slingerkrachten trachten te weerstaan. Dit is onvoldoende mogelijk.
Als gevolg van deze analyse is het juist, te concluderen dat het heiproces van nr. 4 van invloed geweest is op de schade van nr. 6.
Bouwkundige schade
In eerste instantie hebben diverse personen, zoals eigenaar, maar ook o.a. bouwkundig experts vermoedelijk alleen gekeken naar bouwkundige kwesties. Hoewel dit begrijpelijk is, maakt dit beoordeling van de schade als gevolg van het heien bij nummer 4 niet eenvoudig.
Voorbeelden hiervan zijn:
- scheurtjes in de langsnaden van het plafond boven de keukentafel
- klemmende binnendeuren die eerst niet klemden
- klemmende buitendeuren (staldeuren) die eerst niet klemden
- klemmende schuifpui in de achtergevel
- klemmende velux dakramen of bijna-klemmende ramen waarbij dit niet zo was
- dakpannen die scheef liggen, en dakpannen her en der met schade bij aansluitingen
- afwerkplanken aan de buitengevel bij de aansluiting met het dak zijn losgedrukt en geweken
- rollaagmetselingen boven gevelopeningen zijn gescheurd, waardoor zowel bouwkundige schade
als lokale constructieve schade aan de oplegging van de verdiepingsbalkjes
- etc.
De eigenaar van nr. 6 stelt onder meer het volgende:
- een timmerman heeft kort voor de heiwerkzaamheden alles nagezien en waren er geen klem-lopende deuren (bewijs, factuur?)
- de dakramen klemden niet en dit is veranderd tijdens het heiwerk van nr. 4
- het dak met dakpannen heeft meerdere keren ‘geschud’ tijdens het heiwerk van nr. 4
Deze argumenten kunnen worden betwist. De oude boerderij was weliswaar ogenschijnlijk in goede staat, maar kleine bouwkundige euvels zijn vaak inherent aan de leeftijd, aan behoefte aan onderhoud, aan normale krimpwerking, enzovoorts. Daarom zijn de bouwkundige schades niet de basis voor het aantonen van causaal verband met het heiproces.
De ons inziens juiste basis om de schade te beoordelen is de analyse met betrekking tot de constructie, de grondslag, het gedrag van de constructie na verloop van tijd, en het gedrag van de constructie bij trillingen.
Deze analyse is uitvoerig gedaan. Hieruit volgt dat de constructie van de woning van nr. 6 onmiskenbaar schade heeft ondervonden als gevolg van het heiproces van nr. 4, ervan uitgaande dat dit ook de enige dergelijke gebeurtenis is in die periode (er is geen andere woning in de omgeving gebouwd met geslagen heipalen). Het trillingsgedrag van de constructie is daarbij zodanig, dat zij onvermijdelijk ook schade geeft aan bouwkundige onderdelen, als gevolg van traagheidskrachten bij het schudden, het gebrek aan stijfheid van de houtconstructie van het oude vierkant en het oude dak van de boerderij, en opgelegde vervormingen zoals bij de aansluiting dak/gevel. Het gebrek aan stijfheid zoals in het dakvlak, gemaakt van houten sporen met riet, is niet verwijtbaar omdat de bouwwijze destijds gebruikelijk was.
Daarom zijn de bouwkundige schades nu wel te relateren aan het heien van de palen op nummer 4. Dit geldt voorallevoorbeelden zoals hierboven genoemd.
Indicatie van herstelkosten
De schade is omvangrijk en omvat zowel constructieve schade als bouwkundige schade, waaronder:
- herstel metselen of vernieuwen van de gevels
- constructiekoppeling van de sporen (sparren) in de kap, met de gevels en het vierkant (daarvoor moeten een groot deel van de pannen tijdelijk verwijderd worden!)
- bouwkundige schades, klemlopende deuren, ramen, dakramen
De omvang van deze schades zou moeten worden begroot, in samenhang met een voldoende uitvoerige omschrijving wat waar moet gebeuren en op welke wijze. Dit is een oefening apart. In dit rapport volstaan we met een kostenraming
Daarnaast is het waarschijnlijk dat de grond verder consolideert. Dit betekent dat nog latere zetting kan plaatsvinden. Dit gaat niet meer samen met trilling. Het is verstandig wellicht een bepaalde periode te wachten met herstel en bovendien een extra budget te vormen voor toekomstig herstelwerk.
Noot: het gevelmetselwerk is dragend. Bij herstelwerk is onderstempeling noodzakelijk. Daarnaast is er een isolerende binnenwand gemaakt langs de hele buitengevel aan binnenzijde, v.v. electra. Dit maakt herstel en vervanging van het metselwerk kostbaarder.
inschatting, ex BTW 21%
- kostenraming herstelwerk volgens begroting (zie volgende pagina) € 227.480,- incl. BTW
- schoonmaakkosten en compensatie woongenot/aanwezigheid € 15.000,-
- onvoorzien€ 15.000,-