ECLI:NL:RBNHO:2019:7670
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
Op 29 augustus 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. S. Kleij, de behandelend rechter in een civiele zaak. De verzoeker had na een zitting op 2 augustus 2019, waar hij niet was verschenen, de wraking aangevraagd. Hij stelde dat de rechter vooringenomen was, omdat zij vragen had gesteld over schuldhulpverlening en het ontbreken van een document in zijn dossier. De rechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat er geen sprake was van partijdigheid en dat haar vragen bedoeld waren om de verzoeker te informeren over zijn mogelijkheden, gezien zijn schuldenlast.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker op de juiste wijze was opgeroepen voor de zitting en dat hij geen contact had opgenomen om zijn afwezigheid te melden. De kamer heeft de argumenten van de verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid van de rechter. De vragen die de rechter had gesteld, waren relevant voor de behandeling van de zaak en niet ongepast. De wrakingskamer benadrukte dat het de taak van de rechter is om vragen te stellen die van belang zijn voor de zaak en om partijen te informeren over juridische mogelijkheden.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de beslissing dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet kan worden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.