Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Thijs Asselbergs Architectuur Centrale,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 januari 2019
- het proces-verbaal van comparitie van 20 mei 2019.
2.De feiten
Ingeval Koper niet binnen [9maanden] na de datum van Levering kopie van een(samenwerking-)overeenkomst of LOI heeft overgelegd aan Verkoper, gesloten tussen Koper en ten minste één universitaire onderwijsinstelling, waaruit ten genoegen van Verkoper kan worden opgemaakt dat bedoelde onderwijsinstelling haar langdurige medewerking zal verlenen aan het stichten en exploiteren van een academisch geaccrediteerd University College of gelijkwaardige universitaire onderwijsvoorziening zonder winstoogmerk, met campus op het terrein van het Verkochte (…), passend binnen en voldoend aan de zgn. Eisen voor Herontwikkeling als omschreven op pagina’s 39 en 40 van de Nota van Eisen en Ambities, heeft Verkoper het recht, doch niet de verplichting, deze koopovereenkomst kosteloos te ontbinden, door het uitbrengen van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring aan Koper. (…)”
is Koper gerechtigd deze overeenkomst middels schriftelijke verklaring aan Verkoper te ontbinden, zonder jegens Verkoper gehouden te zijn tot het betalen van enige (schade)vergoeding en/of het verrichten van enige andere handeling nadien; of (indien Koper geen gebruik maakt van haar recht deze overeenkomst te ontbinden) (…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
als de levering aan Amvest doorgaat en de betaling van € 500.000,00 voor de voorinvestering van de stichting Panopticon heeft plaatsgevonden. In haar brief van 31 augustus 2017 heeft van [A.] vervolgens aan Asselbergs bevestigd dat is besproken
dat dit bedrag als verplichting aan jou wordt opgenomen en dat e.e.a. wordt betaald zodra daar financiële ruimte voor is.Gelet op deze laatste zinsnede kan naar het oordeel van de rechtbank van een opschortende voorwaarde in de door Panopticon voorgestane zin, geen sprake zijn. Immers indien de overeenkomst (op grond waarvan Panopticon € 101.000,00 verschuldigd is) pas tot stand zou komen als aan Amvest werd geleverd, zoals Panopticon betoogt, zou de vordering van Asselbergs (nog) niet als verplichting in de balans hoeven te worden opgenomen. Nu namens Panopticon is bevestigd dat is afgesproken dat de vordering als verplichting wordt opgenomen, kan van een opschortende voorwaarde derhalve geen sprake zijn. De conclusie moet dan ook luiden dat niet een opschortende voorwaarde, maar enkel een uitgestelde betaling is overeengekomen.
deze uit het bedrag van € 500.000,- van Amvest wordt betaald. Panopticon en Amvest hadden al een koopovereenkomst gesloten en de levering en betaling leken een kwestie van tijd. Er waren op dat moment ook geen andere potentiële kopers (meer) in beeld en op een andere koper dan Amvest werd niet meer geanticipeerd. Dit betekent echter niet dat daarmee is afgesproken dat Architectuur Centrale uitsluitend betaald zou krijgen als specifiek Amvest de koper is. De rechtbank is met Architectuur Centrale van oordeel dat de kern van de gemaakte afspraak was dat zij betaald zou krijgen zodra Panopticon daartoe de financiële middelen van de koper zou hebben verkregen. Of dit nu Amvest was of een andere koper, is daarbij niet relevant. Dit sluit ook aan bij de opmerking van Van der Sande dat er
wordt betaald zodra daar financiële ruimte voor is.
3.414,00(2,0 punt × tarief € 1.707,00)