Uitspraak
[derde partij 2] en [derde partij 3], allen te [woonplaats] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan over de weigering van een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een garage tot een zelfstandige woning. Eiser had de garage van 18 m² verbouwd tot een woning met keuken, douche en toilet, maar de rechtbank oordeelde dat deze verbouwing in strijd was met het bestemmingsplan ‘Woongebied West’ en het bestemmingsplan ‘Bomenbuurt Vondelkwartier en Akerendam’. De rechtbank stelde vast dat door de verbouwing het aantal woningen toeneemt, wat niet is toegestaan volgens de geldende bestemmingsplannen. Eiser had aangevoerd dat hij geen omgevingsvergunning nodig had, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank benadrukte dat de beslissing om al dan niet medewerking te verlenen aan een activiteit in afwijking van het bestemmingsplan een discretionaire bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders is, en dat de rechtbank deze beslissing terughoudend moet toetsen. De rechtbank concludeerde dat de weigering van de omgevingsvergunning rechtmatig was en dat er geen zicht op legalisatie was, aangezien verweerder niet voornemens was de gewenste vergunning te verlenen. Daarnaast werd een last onder dwangsom opgelegd aan eiser om de verbouwing ongedaan te maken, wat ook door de rechtbank werd bevestigd. De beroepen van eiser werden ongegrond verklaard.