ECLI:NL:RBNHO:2019:6908

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 augustus 2019
Publicatiedatum
9 augustus 2019
Zaaknummer
6574121 CV EXPL 18-164
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie luchtvaartpassagiers bij vertraging door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben passagiers een vordering ingesteld tegen British Airways wegens vertraging van hun vlucht, die hen heeft verhinderd om op tijd op hun eindbestemming te arriveren. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst gesloten voor een reis van Amsterdam-Schiphol via Londen naar Maun, Botswana, met meerdere aansluitende vluchten. Door een vertraging van vlucht BA 441, uitgevoerd door British Airways, hebben zij hun aansluitende vluchten gemist en zijn zij pas op 22 juni 2016 op hun eindbestemming aangekomen. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij langdurige vertragingen.

British Airways heeft de vordering betwist en een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, stellende dat de vertraging het gevolg was van instructies van de luchtverkeersleiding en het verlenen van assistentie aan een passagier met beperkte mobiliteit. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vertraging niet kan worden aangemerkt als buitengewone omstandigheden, omdat de luchtvaartmaatschappij verantwoordelijk is voor het waarborgen van de speciale behoeften van passagiers met beperkte mobiliteit. De kantonrechter heeft vastgesteld dat British Airways niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de vertraging het gevolg was van omstandigheden die buiten hun controle lagen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers toegewezen en British Airways veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.186,85, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van luchtvaartmaatschappijen ten aanzien van passagiersrechten en de voorwaarden waaronder compensatie moet worden verleend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6574121 \ CV EXPL 18-164
Uitspraakdatum: 7 augustus 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1],

2. [passagier sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],

3. [passagier sub 3],

4. [passagier sub 4],

beiden wonende te [woonplaats],

5. [passagier sub 5],

6. [passagier sub 6],

beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers,
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink, M.A.P. Duinkerke,
tegen
de buitenlandse vennootschap British Airways Plc.,
gevestigd te Cardiff (Verenigd Koninkrijk), mede kantoorhoudende te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: British Airways,
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 29 september 2017 een vordering tegen British Airways ingesteld. British Airways heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna British Airways een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de passagiers vervoerd dienden te worden op 20 en 21 juni 2016 van Amsterdam-Schiphol via Londen Heathrow en Johannesburg (Zuid-Afrika) naar Maun (Botswana), met vluchtnummers BA 441, BA 57 en BP 212.
2.2.
De passagiers zouden op 20 juni 2016 om 19:15 uur lokale tijd vanuit Amsterdam-Schiphol vertrekken, met vlucht BA 441 en om 19:30 uur lokale tijd in Londen Heathrow aankomen. Vanuit daar zouden de passagiers met vlucht BA 57 om 21:20 uur lokale tijd verder vliegen naar Johannesburg, om daar op 21 juni 2016 om 9:05 uur lokale tijd aan te komen. De passagiers zouden vervolgens met vlucht BP 212 om 11:10 uur lokale tijd verder vliegen naar Maun, om daar op 21 juni 2016 om 13:10 uur aan te komen.
2.3.
Vlucht BA 441 is door British Airways vertraagd uitgevoerd, waardoor de passagiers hun opvolgende vluchten hebben gemist. De passagiers zijn omgeboekt naar een vervangende vliegreis waarmee zij op 22 juni 2016 om 13:23 uur lokale tijd hun eindbestemming hebben bereikt.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van British Airways gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
British Airways heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat British Airways bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 3.600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 544,50 dan wel € 586,85 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 9 augustus 2016;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat British Airways vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
British Airways betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat vlucht BA 441 was vertraagd vanwege instructies van de luchtverkeersleiding en vanwege het verlenen van assistentie aan een passagier met beperkte mobiliteit. Ten slotte verweert British Airways zich tegen de verschuldigdheid van de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
4.2.
Voor zover van belang wordt bij de beoordeling nader op het verweer van British Airways ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming te Maun (Botswana), zodat British Airways op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien British Airways kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
Ten aanzien van de door British Airways aangevoerde buitengewone omstandigheden geldt het volgende. In de punt 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich voor kunnen doen wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
British Airways heeft aangevoerd dat de vertraging van vlucht BA 441 is veroorzaakt door twee factoren. Voorafgaand aan vlucht BA 441 werd met hetzelfde toestel vlucht BA 440 uitgevoerd. Deze vluchten samengenomen maken de rotatie Londen Heathrow – Amsterdam – Londen Heathrow. British Airways stelt dat voorafgaand aan vlucht BA 440 het toestel in Londen 25 minuten vertraging heeft opgelopen door het wachten op de service van ‘OmniServ’ om een passagier met beperkte mobiliteit te assisteren. De vertraagde assistentie is volgens British Airways aan te merken als een buitengewone omstandigheid, omdat niet zij, maar OmniServ verantwoordelijk is voor het verlenen van de assistentie. Naast deze vertraging stelt British Airways dat het toestel te kampen heeft gehad met restricties van de luchtverkeersleiding. Uit het bij antwoord overgelegde Aircraft Tour report volgt een totale vertrekvertraging van 60 minuten vanuit Londen, 28 minuten vanwege een vertraging op de eerdere rotatie, 3 minuten vanwege het verwijderen van bagage, 25 minuten vanwege rolstoel assistentie en 4 minuten vanwege een vertrek restrictie. Voorts volgt eveneens uit Aircraft Tour report een niet nader toegelichte taxitijd van 51 minuten na vertrek van de gate. Ook volgt uit hetzelfde rapport een vertraging van de onderhavige vlucht (BA 441) van 91 minuten vanwege de vertraging op de voorafgaande vlucht en 3 minuten vanwege vertrek restricties. Vlucht BA 441 is uiteindelijk met een aankomstvertraging van 87 minuten om 20:52 uur lokale tijd in Londen gearriveerd. Beoordeeld dient te worden of de assistentie van een passagier met beperkte mobiliteit alsmede de restricties van de luchtverkeersleiding aan te merken zijn als buitengewone omstandigheden.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de vertraagde assistentie van de passagier met beperkte mobiliteit inherent is aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij. Dit wordt niet anders doordat het beheersorgaan van de luchthaven op grond van artikel 8, lid 1 van Verordening nr. 1107/2006 verantwoordelijk is voor het verzekeren van bijstand aan personen met beperkte mobiliteit. Daarbij overweegt de kantonrechter dat in de preambule van Verordening nr. 1107/2006 is bepaald dat deze Verordening geen invloed mag hebben op de passagiersrechten die in de communautaire wetgeving zijn vastgesteld, en met name in - voor zover hier van belang - de Verordening nr. 261/2004. Gelet hierop oordeelt de kantonrechter dat British Airways de speciale behoeften van passagiers met beperkte mobiliteit dient te waarborgen, maar dat dit niet betekent dat indien dit tot vertraging leidt deze vertraging voor rekening van de passagiers moet komen. De luchtvaartmaatschappij dient hiermee rekening te houden in de omkeer tijd.
5.6.
Ook het verweer met betrekking tot de opgelegde restricties van de luchtverkeersleiding kan British Airways niet baten. De kantonrechter is van oordeel dat uit de overgelegde stukken onvoldoende blijkt dat de luchtverkeersleiding restricties heeft opgelegd en dat die restricties gericht zijn aan het specifieke vliegtuig die de onderhavige vlucht zou uitvoeren. Ook is onvoldoende onderbouwd dat de restricties een langdurige vertraging tot gevolg hebben gehad, zodat geen sprake is van een besluit zoals bedoeld in overweging 15 van de Considerans van de Verordening. Het beroep van British Airways op buitengewone omstandigheden kan derhalve niet slagen. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beoordeling van de vraag of British Airways voldoende maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen.
5.7.
Nu British Airways voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.8.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. British Airways heeft deze vordering gemotiveerd betwist. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat de passagiers buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II; de tarieven neergelegd in het Besluit worden geacht redelijk te zijn.
Omdat het subsidiair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van British Airways, omdat zijongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt British Airways tot betaling aan de passagiers van € 4.186,85, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.600,00 vanaf 21 juni 2016, en over € 586,85 vanaf 29 september 2017, tot aan de dag van voldoening van deze bedragen;
6.2.
veroordeelt British Airways tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 97,31;
griffierecht € 226,00;
salaris gemachtigde € 480,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
veroordeelt British Airways tot betaling van € 120,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagier worden gemaakt;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter