ECLI:NL:RBNHO:2019:6881

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juli 2019
Publicatiedatum
8 augustus 2019
Zaaknummer
C/15/290414 / JU RK 19-1215
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe opvoedingsproblemen

Op 16 juli 2019 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren op [datum] te [plaats]. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI), die verzocht om een machtiging voor de gesloten plaatsing van de minderjarige in een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden. Dit verzoek werd gedaan vanwege ernstige zorgen over de veiligheid en het gedrag van de minderjarige, die zich onttrok aan het gezag van de groepsleiding en eerder verbaal en fysiek agressief gedrag vertoonde.

De kinderrechter oordeelde dat de minderjarige, die al eerder uit het ouderlijk gezag was ontheven, een beschadigde jongen is met een belaste voorgeschiedenis. Hij heeft veel onveiligheid en wisselingen in zijn opvoedsituatie gekend, wat heeft geleid tot ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter concludeerde dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van de minderjarige en anderen te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.

De kinderrechter verleende de machtiging gesloten jeugdhulp tot 3 september 2019, met de mogelijkheid om de behandeling van het meer verzochte aan te houden tot een latere zitting op 27 augustus 2019. De GI werd opgedragen om actuele informatie over de situatie van de minderjarige te overleggen voorafgaand aan deze zitting. De kinderrechter verwachtte van de GI een actieve en regievoerende rol in het behartigen van de belangen van de minderjarige.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Zittingsplaats: Alkmaar
Zaakgegevens : C/15/290414 / JU RK 19-1215
datum uitspraak: 16 juli 2019

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp in het kader van voogdij

in de zaak van
de gecertificeerde instelling de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclaseering, hierna te noemen de GI,
gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [datum] te [plaats] , hierna te noemen [minderjarige] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 28 juni 2019, ingekomen bij de griffie op
28 juni 2019;
- de verklaring d.d. 28 juni 2019 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 2 juli 2019 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 16 juli 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld bij Horizon, locatie Antonius, te Castricum.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [minderjarige] , bijgestaan door mr. C. Teerenstra, die voorafgaand aan de zitting ook apart zijn gehoord,
- [de moeder] , hierna te noemen: de moeder, als informant, bijgestaan door
mr. J.J.C. Engels,
- [de vader] , hierna te noemen: de vader, samen met zijn partner, als informanten
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI,
- [gedragsdeskundige] , gedragsdeskundige te Horizon,
- [systeemtherapeut] , systeemtherapeut te Horizon.

De feiten

Bij beschikking van 9 april 2014 is de moeder uit het ouderlijk gezag over [minderjarige] ontheven en is de GI benoemd tot voogd over [minderjarige] .
Bij beschikking van 1 juli 2019 is met betrekking tot [minderjarige] een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken, onder aanhouding van het meer verzochte.
[minderjarige] verblijft op basis van deze machtiging bij Horizon, locatie Antonius, te Castricum

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
Ter onderbouwing van het verzochte heeft de GI het volgende naar voren gebracht. [minderjarige] heeft op veel open plekken gewoond en tot nu toe is het nergens gelukt om perspectief biedend te blijven wonen. De veiligheid van [minderjarige] kan binnen de openheid niet meer gegarandeerd worden omdat hij zich onttrekt aan het gezag van de groepsleiding, waardoor zij onvoldoende zicht op hem hebben en hem niet meer kunnen handhaven op de groep. [minderjarige] verbleef sinds 26 maart 2019 bij de Klimop in Den Helder. Hier ging het na enige weken al niet goed. [minderjarige] luisterde slecht, was niet in samenwerking met de groepsleiding, liep weg en was geregeld fysiek en verbaal agressief richting groepsleiding en medegroepsgenoten. Op 7 juni jl. is [minderjarige] voor een aantal dagen naar een gezinshuis van de Klimop gegaan om tot rust te komen na een incident op de groep, waarbij hij een groepsgenoot wilde aanvallen. Na een aantal dagen hield [minderjarige] zich ook hier niet aan de veiligheidsafspraken en is hij naar het KTC in Bolsward gebracht. Op 27 juni heeft het KTC aangegeven dat zij [minderjarige] ook niet langer kunnen houden, omdat hij zich niet aan de afspraken houdt en wegloopt. De Klimop heeft [minderjarige] hierop opgehaald, maar zij hebben aangegeven hem ook niet langer op te kunnen vangen. Na intern overleg met de gedragswetenschapper, de Klimop en het KTC in Bolsward is besloten om een (spoed)verzoek gesloten jeugdhulp in te dienen. Binnen de geslotenheid kan [minderjarige] tot rust komen na een onstuimige periode waarin hij veel wisselingen in zijn verblijf heeft gehad. Voorts kan hier zijn eigen veiligheid en de veiligheid van anderen gegarandeerd worden. Het is belangrijk dat er goed gekeken wordt naar wat [minderjarige] nodig heeft, waarna hem bepaalde vaardigheden kunnen worden geleerd. Hierbij valt te denken aan een sociale vaardigheidstraining of een agressieregulatie training. Ook zou het mogelijk zijn om
therapie te krijgen ter verwerking van de gebeurtenissen uit zijn verleden. Na de gesloten plaatsing kan [minderjarige] vanaf oktober/november 2019 terecht op een nieuwe setting van
Inter-Eos. Inter-Eos is al geruime tijd betrokken bij [minderjarige] en zij zetten zich in voor zijn welzijn. Inter-Eos is bezig met het opzetten van een gespecialiseerde woonvoorziening voor jongens zoals [minderjarige] . Dit gaat een woonvoorziening worden waar veel fysieke ruimte is en veel gespecialiseerde begeleiding. Inter-Eos geeft aan dat dit passend is voor [minderjarige] en zij willen het traject graag met hem aangaan. Inter-Eos verwacht dat deze woonvoorziening in oktober 2019 gereed is. Inter-Eos heeft zwart op wit toegezegd dat [minderjarige] bij hun kan worden geplaatst na zijn gesloten plaatsing. Het zou goed zijn om de overgang naar de woonvoorziening van Inter-Eos na de gesloten plaatsing van [minderjarige] geleidelijk aan in te zetten, zodat [minderjarige] niet weer van de één op de andere dag moet verhuizen.
Ter zitting heeft de vertegenwoordigster van de GI hier het volgende aan toegevoegd. De gezinsvoogd maakt zich zorgen om het verblijf van [minderjarige] binnen Horizon. Zij heeft dingen gezien waarvan zij is geschrokken. Zij sluit zich aan bij alle punten die de raadsvrouw van [minderjarige] naar voren heeft gebracht.

Het standpunt van belanghebbende

Het standpunt van [minderjarige]
heeft aangegeven dat hij het niet terecht vindt dat hij binnen Horizon is geplaatst en dit ook niet had verwacht. De verhalen uit de stukken kloppen niet. [minderjarige] heeft geen agressie laten zien bij het KTC en hij heeft maar één keer geblowd.
Door mr. Teerenstra is hier ter zitting het volgende aan toegevoegd. De raadsvrouw heeft als advocaat van [minderjarige] zorgen om hoe het met [minderjarige] gaat binnen Horizon. [minderjarige] verblijft al drie weken binnen Horizon, maar hij heeft nog steeds geen startgesprek gehad. Er wordt tot nu toe geen behandeling voor [minderjarige] ingezet. De raadsvrouw heeft de locatiemanager van Antonius gevraagd wanneer de behandeling van [minderjarige] gaat starten en welke therapieën hij gaat krijgen. Het enige antwoord dat hierop kwam is dat alles mogelijk is. Er werd door de locatiemanager niet aangegeven dat Horizon contracten heeft met behandelaars en welke specifieke therapieën zij voor [minderjarige] willen inzetten. Ook heeft [minderjarige] geen dagbesteding. Hij is inmiddels één dag naar school geweest, maar tot die tijd had hij niets te doen. [minderjarige] had het naar zijn zin op zijn dagbesteding in [plaats] , maar hier gaat hij niet meer heen. Ook is de ervaring van de raadsvrouw dat er weinig naar [minderjarige] wordt omgekeken. Een van de keren dat de raadsvrouw langs is geweest bij [minderjarige] had hij net daarvoor een raam ingeslagen, waardoor hij zijn arm had verwond. Toen de raadsvrouw [minderjarige] van zijn kamer op kwam halen, zat hij al anderhalf uur met een theedoek om zijn arm, zonder dat iemand had gevraagd hoe het met hem ging. De groepsleiding is niet betrokken bij [minderjarige] en is niet op de hoogte wanneer hij wel of geen kamertijd heeft. Tijdens de gesprekken die de raadsvrouw met [minderjarige] voert, krijgen zij geen privacy. Ook is [minderjarige] niet te bereiken binnen Horizon. Verder geeft [minderjarige] aan dat hij wordt aangemoedigd door de groepsleiding om spullen kapot te slaan als hij boos is. Daarbij is de kamer van [minderjarige] klein en heeft hij niets behalve een bed en een kast. Als hij naar de wc moet, moet hij gebruik maken van een pieper. Het duurt soms echter wel een half uur tot een uur voordat hij naar de wc mag. De raadsvrouw ziet dat het niet goed gaat met [minderjarige] binnen Horizon. Zij verzoekt om de machtiging gesloten jeugdhulp specifiek af te geven voor Transferium. Transferium zal op korte termijn starten met een zware open groep waar [minderjarige] eventueel aansluitend aan een gesloten verblijf naartoe kan. Daarbij heeft de raadsvrouw verzocht om de machtiging gesloten jeugdhulp af te geven tot
1 november 2019, omdat Inter-Eos heeft aangegeven dat zij in oktober 2019 zullen starten met een open groep.

De visie van de moeder

Door of namens de moeder is ter zitting naar voren gebracht dat Horizon geen kennis met haar heeft gemaakt. De moeder weet niet wat zij kan verwachten en wat het behandelplan van [minderjarige] is.

De visie van de vader

De vader heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij niet achter de plaatsing van [minderjarige] binnen Horizon staat. Het is duidelijk dat [minderjarige] hier niet op zijn plek zit. Wat [minderjarige] nodig heeft, gaat hij niet krijgen binnen Horizon. De vader wil het beste voor [minderjarige] .

De visie van de gedragsdeskundige

De gedragsdeskundige heeft ter zitting aangegeven dat minderjarigen bij binnenkomst de tijd wordt gegeven om te stabiliseren. [minderjarige] was in het begin van zijn plaatsing binnen Horizon boos, maar hij wordt nu rustiger. Sinds een week is [minderjarige] begonnen met school. Komende periode zal met [minderjarige] worden bekeken wat er goed gaat en waar hij naartoe zal werken. De systeemcoach zal bij beide ouders langsgaan en ook hun wensen en behoeftes opnemen. Met alle betrokken partijen zal worden bekeken wat de meest passende behandeling voor [minderjarige] is en waar zijn perspectief ligt.
Naar aanleiding van hetgeen mr. Teerenstra naar voren heeft gebracht, heeft de gedragsdeskundige het volgende aangegeven. Het is bekend dat Horizon slecht te bereiken is. Er wordt een glasvezellijn aangelegd en dit zorgt voor problemen in de bereikbaarheid. Ook heeft zij aangegeven dat de methodiek van Horizon zo is dat niet op basis van een dossier wordt bepaald welke behandeling een minderjarige nodig heeft, maar op basis van observaties. [minderjarige] is de eerste weken geobserveerd. Hierover zal met [minderjarige] en de andere betrokkenen in gesprek worden gegaan, waarna zal worden bepaald wat [minderjarige] nodig heeft. Voorts heeft de gedragsdeskundige aangegeven dat [minderjarige] zou hebben gezegd dat hij zijn dagbesteding in [plaats] niet meer leuk vond en hier niet naartoe terug wilde. Vandaar dat dit niet is opgepakt. [minderjarige] volgt nu school en heeft een vast dagprogramma. Dat de groepsleiding, op het moment dat de raadsvrouw bij [minderjarige] op bezoek was, niet op de hoogte was van de dagstructuur zou te maken kunnen hebben met het feit dat de dagstructuur van de groep van [minderjarige] recent is aangepast ten opzichte van de andere groepen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat aan deze criteria is voldaan en overweegt daartoe als volgt.
[minderjarige] is een beschadigde jongen met een belaste voorgeschiedenis. Hij heeft veel onveiligheid en wisselingen in zijn opvoedsituatie gekend en is geconfronteerd met de relatieproblemen tussen de ouders en de persoonlijke problematiek van de moeder. Er bestaan al langere tijd op meerdere leefgebieden zorgen over [minderjarige] . De afgelopen periode verbleef [minderjarige] op open groep de Klimop, met een tussentijdse time-out bij het KTC in Bolsward. Op beide groepen heeft [minderjarige] verbaal en fysiek agressief gedrag laten zien. Ook is hij meerdere keren weggelopen, hield hij zich niet aan de afspraken en was hij niet in samenwerking met de groepsleiding. De veiligheid van [minderjarige] zelf en van de mensen om hem heen was hierdoor niet langer gewaarborgd. Beide open plekken hebben aangegeven dat zij [minderjarige] niet langer kunnen opvangen. De kinderrechter acht een open plaatsing van [minderjarige] om die reden op dit moment geen reële optie meer. Een gesloten plaatsing van [minderjarige] is noodzakelijk om zijn veiligheid te kunnen garanderen en om te voorkomen dat hij zich onttrekt aan regels en gezag en het benodigde behandeltraject.
Gelet op de ter zitting naar voren gekomen zorgen over de plaatsing van [minderjarige] binnen Horizon, ziet de kinderrechter aanleiding om de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor een kortdurende periode, te weten tot 3 september 2019, onder aanhouding van het meer verzochte. Op 27 augustus 2019 zal opnieuw een zitting plaatsvinden, waar kan worden besproken hoe het met [minderjarige] gaat binnen Horizon, welke therapieën zijn ingezet, hoe dit verloopt en of de zorgen over de specifieke plaatsing van [minderjarige] binnen Horizon zijn afgenomen. De kinderrechter verzoekt de GI om hierover uiterlijk één week voorafgaand aan de zitting actuele informatie over te leggen. De kinderrechter verwacht van de GI een actieve en regievoerende rol. De GI dient als voogd van [minderjarige] zijn belangen te behartigen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent met betrekking tot de minderjarige
[minderjarige], geboren op [datum] te [plaats] , een machtiging gesloten jeugdhulp, tot 3 september 2019;
houdt de behandeling ten aanzien van het meer verzochte aan tot
de zitting van 27 augustus 2019 om 14:00 uur, waarbij de GI uiterlijk één week voorafgaand aan de zitting actuele informatie dient te overleggen over de recente stand van zaken.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C. Oosterbroek, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Hoenderdos als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2019. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 augustus 2019.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam