In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Lufthansa German Airlines, omdat zij compensatie eisen voor het missen van hun aansluitende vlucht van Frankfurt naar Vancouver. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met Lufthansa voor een vlucht op 5 juni 2018, waarbij de eerste vlucht van Amsterdam naar Frankfurt een vertraging van 24 minuten opliep. Hierdoor misten zij hun aansluitende vlucht, die zonder hen vertrok. De passagiers zijn later omgeboekt naar een andere vlucht, maar arriveerden met een vertraging van 3 uur en 31 minuten in Vancouver.
De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Lufthansa betwistte de vordering en stelde dat de passagiers zelf verantwoordelijk waren voor het missen van de aansluitende vlucht, omdat de overstaptijd van 47 minuten voldoende was om de aansluiting te halen.
De kantonrechter oordeelde dat de passagiers niet voldoende hadden aangetoond dat het missen van de aansluitende vlucht het gevolg was van de vertraging van de eerste vlucht. De rechter concludeerde dat de passagiers zich tijdig bij de gate hadden moeten melden en dat de vordering om deze reden werd afgewezen. De proceskosten werden aan de passagiers opgelegd, omdat zij ongelijk kregen in deze procedure.