ECLI:NL:RBNHO:2019:5460

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juli 2019
Publicatiedatum
25 juni 2019
Zaaknummer
6661108 \ CV FORM 18-1247
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en de beoordeling van buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers, vertegenwoordigd door de eerste passagier als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kind, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met Easyjet voor een vlucht van Marco Polo Airport in Italië naar Amsterdam Schiphol op 17 oktober 2017. De vlucht, EZY3331, arriveerde met een vertraging van 5 uur en 16 minuten, wat leidde tot hun verzoek om compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en luchtverkeersrestricties.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de passagiers recht hebben op compensatie, tenzij Easyjet kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelde dat Easyjet onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de vertraging daadwerkelijk het gevolg was van de door hen aangevoerde omstandigheden. De kantonrechter verwierp het beroep van Easyjet op buitengewone omstandigheden en oordeelde dat de passagiers recht hadden op de gevorderde compensatie van € 545,00, vermeerderd met wettelijke rente.

Daarnaast heeft de kantonrechter de proceskosten aan de zijde van de passagiers toegewezen, omdat Easyjet ongelijk kreeg in deze procedure. De rechter heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet was aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk waren gemaakt. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, waarbij werd opgemerkt dat tegen deze beschikking geen hoger beroep openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6661108 \ CV FORM 18-1247
Uitspraakdatum: 3 juli 2019
Beschikking in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kind
2. [passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A. Bos
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton
verwerende partij
verder te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 19 februari 2018;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 20 juli 2018;
  • de akte reactie op het verweer aan de zijde van de passagiers, ingekomen ter griffie op 2 januari 2019;
  • de reactie aan de zijde van Easyjet, ingekomen ter griffie op 5 maart 2019.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Marco Polo Airport (Italië) naar Amsterdam Schiphol Airport op 17 oktober 2017 met vlucht EZY3331 met als geplande aankomsttijd 21:05 uur.
2.2.
De vlucht is vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van 5 uur en 16 minuten later dan oorspronkelijk gepland op de eindbestemming te Amsterdam aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.5.
De passagier sub 1 is door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens haar minderjarige kind (passagier sub 2) te voeren.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 545,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2017 tot aan de dag van algehele voldoening.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier. Voorts stellen de passagiers dat Easyjet gehouden is tot vergoeding van de additionele kosten tot een bedrag van € 45,00 die de passagiers hebben gemaakt in verband met de vertraging van de vlucht. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Easyjet van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Easyjet betwist de vordering. Op haar verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming te Amsterdam, zodat Easyjet op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
4.4.
Easyjet voert het volgende aan. De vertraging van de vlucht is het gevolg van weersomstandigheden (mist) op de luchthaven Marco Polo te Venetië en restricties opgelegd door de luchtverkeersleiding vanwege het weer. Volgens Easyjet heeft dit ertoe geleid dat de vier vluchten die voorafgaand aan de onderhavige vlucht met hetzelfde toestel (G-EZWU) werden uitgevoerd, zijn vertraagd. Dit waren de vluchten EZY8603, EZY3362, EZY3389 en EZY3390, aldus Easyjet. Van de vluchten EZY3362, EZY3389 en EZY3390 heeft Easyjet de “actual flight info” overgelegd. Hieruit blijkt volgens Easyjet dat vlucht EZY3362 niet op tijd kon vertrekken en dat de oorzaak met de code “LIAC” is aangeduid, hetgeen staat voor “late inbound aircraft”. Dit werd volgens Easyjet veroorzaakt doordat vlucht EZY8603 te laat was vanwege luchtverkeersrestricties door het weer, aangeduid als WX. Uit de “actual flight info” die Easyjet als productie 4 en 5 heeft overgelegd, blijkt volgens Easyjet dat de vluchten EZY3389 en EZY3390 ook zijn vertraagd door een ‘late inbound flight’ ten gevolge van het weer. De vertraging van vlucht EZY3390 is volgens Easyjet opgelopen tot 5 uur en 46 minuten en de verwachte aankomsttijd van deze vlucht werd hierdoor geschat op 21:51 uur. Uiteindelijk is deze vlucht om 22:01 uur gearriveerd op Marco Polo Airport, terwijl vlucht EZY3331 om 19:05 uur gepland stond te vertrekken. Easyjet voert aan dat de weersomstandigheden en de daardoor ingegeven luchtverkeersrestricties buitengewone omstandigheden zijn in de zin van de Verordening. Voorts voert Easyjet aan dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. Easyjet meent dat zij daarom niet gehouden is tot betaling van compensatie.
4.5.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De passagiers hebben niet betwist dat voorafgaand aan de onderhavige vlucht achtereenvolgens de vluchten EZY8603, EZY3362, EZY3389 en als laatste EZY3390 zijn uitgevoerd met hetzelfde toestel dat oorspronkelijk ook de onderhavige vlucht zou uitvoeren, te weten het toestel G-EZWU. Voor zover Easyjet zich beroept op (doorwerking van) weersomstandigheden, oordeelt de kantonrechter dat Easyjet onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake was van weersomstandigheden (dichte mist op de luchthaven in Venetië) die er op zichzelf toe hebben geleid dat de uitvoering van de vlucht in kwestie en/of van de daaraan voorafgaande vluchten werd verhinderd. Uit het verweer van Easyjet volgt immers dat er ondanks de slechte weersomstandigheden nog wel vliegverkeer mogelijk was van en naar de luchthaven van Marco Polo.
4.6.
Easyjet heeft voorts een beroep gedaan op overweging 15 van de considerans van de Verordening. Uit de vluchtinformatie van vlucht EZY3362 blijkt volgens Easyjet dat vlucht EZY8603 is vertraagd door luchtverkeersleidingsrestricties vanwege het weer. Easyjet heeft dit echter niet onderbouwd met documenten afkomstig van de Italiaanse luchtverkeersleiding. In de “actual flight info” van vlucht EZY3362 staat bij “delay remarks”: “
LIAC – Due to Ezy8063 diversion due vce wx out of limits # (Lisa)”. Easyjet heeft ten aanzien van vlucht EZY8603 (de kantonrechter begrijpt: Ezy8063
)in het geheel geen gegevens verstrekt. Het is aan de luchtvaartmaatschappij om voldoende gegevens en onderbouwing te verstrekken, opdat de kantonrechter een oordeel kan vormen. Nu Easyjet dit heeft nagelaten, is niet komen vast te staan dat een besluit van de luchtverkeersleiding voor het toestel G-EZWU (een langdurige) vertraging heeft veroorzaakt
4.7.
Voorts blijkt uit producties 4 en 5 bij het verweer niet dat de vluchten EZY3389 en EZY3390 zijn vertraagd door een ‘late inbound flight ten gevolge van het weer’, zoals Easyjet heeft aangevoerd. In deze stukken staat bij “delay remarks”: “
LIAC - Due to wx below limits on Ezy9001 sector followed by an ac swap due to elac 2 fault with g-eznc # Lisa”. Easyjet heeft deze tekst niet toegelicht. Onduidelijk is voorts welke rol de vertraging van vlucht “Ezy9001” heeft gespeeld. Van deze vlucht heeft Easyjet evenmin informatie verstrekt.
4.8.
Gelet op het voorgaande wordt het beroep door Easyjet op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden verworpen. De kantonrechter komt daarom niet toe aan de beantwoording van de vraag of Easyjet voldoende redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. Nu Easyjet voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van compensatie, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen.
4.9.
Anders dan Easyjet is de kantonrechter van oordeel dat de gevorderde wettelijke rente over de compensatie toewijsbaar is vanaf de datum van de vlucht. Het betreft hier een vordering tot vergoeding van forfaitair berekende schade, zodat deze schade gelet op artikel 6:83 sub b Burgerlijk Wetboek terstond opeisbaar is. Het verzuim treedt dus zonder ingebrekestelling in op het moment dat de schade geacht wordt te zijn geleden. Gelet hierop zal de wettelijke rente over de compensatie worden toegewezen zoals gevorderd vanaf 17 oktober 2017.
4.10.
Ten aanzien van de gevorderde additionele kosten ad € 45,00 heeft Easyjet geen verweer gevoerd. Deze kosten zullen daarom eveneens worden toegewezen. In de brief van 27 november 2017 die is overgelegd als productie 4 bij het A-formulier en als ingebrekestelling kan worden beschouwd, wordt Easyjet gesommeerd binnen 30 werkdagen na de datum van deze brief te betalen. Derhalve is de gevorderde wettelijke rente over het bedrag van € 45,00 toewijsbaar vanaf 30 werkdagen na 27 november 2017, nu een eerdere verzuimdatum is gesteld noch gebleken.
4.11.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Nu de onderhavige vordering geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten (en de daarover gevorderde rente) wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat kosten zijn gemaakt dan wel (voldoende) werkzaamheden zijn verricht anders dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een vergoeding plegen in te sluiten.
4.12.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de toe te wijzen proceskosten is niet toewijsbaar met ingang van 17 oktober 2017, omdat Easyjet ten aanzien van deze kosten dan nog niet in verzuim is, zodat aan de eisen van art. 6:119 BW niet is voldaan. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.
4.13.
Op verzoek van de passagiers zal een certificaat betreffende een beslissing in de Europese procedure voor geringe vorderingen of een gerechtelijke schikking aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagiers van € 545,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 500,00 vanaf 17 oktober 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening en te vermeerderen met de wettelijke rente over € 45,00 vanaf 30 werkdagen na 27 november 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op € 226,00 aan griffierecht en € 240,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open