Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND toepassing schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk
1.[schuldenaar1],
2. [schuldenaar2]
Rechtbank Noord-Holland
Op 27 februari 2019 hebben schuldenaren een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, met het doel de schuldsaneringsregeling toe te passen. Tijdens de zitting op 10 mei 2019 zijn de schuldenaren, bijgestaan door hun beschermingsbewindvoerder en schuldhulpverlener, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om de procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaren in Nederland ligt.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet ontvankelijk is, omdat de schuldenaren niet de vereiste verklaring hebben overlegd waaruit blijkt dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling. De rechtbank heeft opgemerkt dat het ontbreken van deze verklaring ertoe leidt dat de schuldenaren niet in hun verzoek kunnen worden ontvangen. Dit is problematisch, omdat de schuldenaren hierdoor mogelijk de dupe worden van falende gemeentelijke instanties, maar de rechtbank kan niet ingaan op deze omstandigheden zonder in strijd met de wet te handelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank op 25 juni 2019 het verzoek van de schuldenaren niet-ontvankelijk verklaard. De schuldenaren hebben de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, maar dit kan alleen door een advocaat gebeuren.