ECLI:NL:RBNHO:2019:5297
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van integriteitsmeldingen en de motiveringsplicht van bestuursorganen
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 21 juni 2019, staat de openbaarmaking van integriteitsmeldingen centraal. Eiser had op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot integriteitsmeldingen van burgers en ambtenaren. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat openbaarmaking het belang van de gemeente en de melder zou schaden. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat verweerder niet per document of onderdeel daarvan heeft gemotiveerd waarom openbaarmaking achterwege zou moeten blijven, wat in strijd is met de Wob. De rechtbank stelt vast dat de werkwijze van verweerder, die categorisch alle integriteitsdossiers weigert, niet voldoet aan de vereisten van de Wob. De rechtbank benadrukt dat er in beginsel per document moet worden beoordeeld of openbaarmaking mogelijk is, en dat de Wet Huis voor klokkenluiders niet van toepassing is op de documenten waar eiser om heeft verzocht.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de motiveringsplicht in acht wordt genomen. Tevens wordt verweerder opgedragen het griffierecht aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig om te gaan met verzoeken om informatie en de verplichting om per document te motiveren waarom openbaarmaking al dan niet mogelijk is.