ECLI:NL:RBNHO:2019:5286

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juni 2019
Publicatiedatum
19 juni 2019
Zaaknummer
15/185333-18 en 15/870139-15 (tul)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare vrouwen in de prostitutie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 juni 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De verdachte heeft samen met een medeverdachte twee jonge vrouwen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], uitgebuit door hen in de prostitutie te laten werken. [slachtoffer 1], een kwetsbare vrouw van 18 jaar, en [slachtoffer 2], een minderjarige van 17 jaar, werden gedwongen om seksuele handelingen te verrichten voor geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte gebruik hebben gemaakt van dwang, geweld en misleiding om de slachtoffers in de prostitutie te houden. De slachtoffers kregen geen of nauwelijks geld voor hun werkzaamheden en moesten hun verdiensten afstaan aan de verdachten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de ernst van de feiten, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers zwaar is geschaad. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], toegewezen voor immateriële schade, maar niet voor materiële schade, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/185333-18 en 15/870139-15 (tul) (P)
Uitspraakdatum: 18 juni 2019
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting
van 4 juni 2019 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres ( [adres]
,
thans gedetineerd in [detentieadres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. E. Visser en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R.J. Wortelboer, advocaat te Heerhugowaard, naar voren hebben gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) en haar raadsvrouw mr. A. Koopsen en namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) en haar raadsvrouw mr. L. Mentink naar voren is gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 15 september 2017 tot en met 15 december 2017 te Heerhugowaard en/of te Schagen en/of te Egmond aan zee en/of te Akersloot en/of te Alkmaar en/of te Amsterdam en/of te Zaandam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, genaamd [slachtoffer 1] ,
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en/of
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1 sub 4), en/of
3) heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9), en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft/hebben bestaan uit:
- het mishandelen van die [slachtoffer 1] (onder andere door die [slachtoffer 1] te slaan en/of aan de haren te trekken en/of te knijpen en/of de hand van die [slachtoffer 1] om te draaien), en/of
- het dwingen, althans bewegen van die [slachtoffer 1] om (onvrijwillig/afgedwongen) seksuele handelingen van en/of met hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of (een) andere perso(o)n(en), te ondergaan en/of te dulden, en/of
- het bedreigen van die [slachtoffer 1] met de dood, en/of
- het dreigen op internet foto’s en/of filmpjes te publiceren van voor die [slachtoffer 1] compromitterende aard, en/of
- het zich op boze en/of agressieve en/of (anderszins) dreigende en/of overheersende en/of denigrerende toon/wijze te uiten tegen die [slachtoffer 1] , en/of
- het onder druk zetten van die [slachtoffer 1] (onder andere door haar voortdurend te blijven benaderen via de telefoon), waardoor het voor die [slachtoffer 1] werd bemoeilijkt zich aan die prostitutiewerkzaamheden te onttrekken, en/of
- het controleren van de telefoon van die [slachtoffer 1] en/of de portemonnee van die [slachtoffer 1] , en/of
- het maken van een foto van de ID-kaart van die [slachtoffer 1] ,
en/of waarbij voornoemde (onder 2) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het maken van foto's voor advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het aanmaken en/of onderhouden (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen") van één of meer advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het instrueren van die [slachtoffer 1] (per telefoon) wanneer zij klaar moest staan voor prostitutiewerkzaamheden;
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële) (prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 1] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 1] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden, en/of
- het bepalen of die [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden met of zonder condoom moest verrichten;
- het bepalen dat die [slachtoffer 1] ook bij ongesteldheid en/of met een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) moest werken;
- het boeken en/of ter beschikking stellen van hotelkamer(s) als werkplek voor die [slachtoffer 1] ;
- het begeleiden van die [slachtoffer 1] bij/naar prostitutiewerkzaamheden en/of het ophalen van die [slachtoffer 1] na afloop van prostitutiewerkzaamheden;
- het huren van auto’s ten behoeve van het vervoer van die [slachtoffer 1] van en naar haar prostitutiewerkzaamheden;
- het ter beschikking stellen van een of meer bankrekening(en) (toebehorend aan hem, verdachte en/of zijn mededader) waar prostitutieklanten geld naar over moesten maken (wanneer zij niet contant wilden of konden betalen)
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 31 januari 2018 te Oudkarspel en/of Den Helder en/of Alkmaar en/of IJmuiden en/of Warmenhuizen en/of De Rijp en/of Heerhugowaard en/of Egmond aan den Hoef en/of Anna Paulowna en/of Heiloo en/of Amsterdam en/of Bergen en/of Beverwijk en/of Purmerend en/of Julianadorp en/of Hoofddorp en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, genaamd [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum] 2000),
(telkens)
1) heeft geworven, overgebracht en/of gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 2), en/of
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, dan wel (enige) handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten die (seksuele) handelingen (artikel 273 f lid 1 sub 5), en/of
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 2] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 8),
terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en waarbij "enige handeling(en)" (zoals genoemd onder 2) (onder meer) hebben/heeft bestaan uit:
- het aanmaken van en/of het onderhouden van (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen”) één of meer advertenties op één of meer website(s) waarin die [slachtoffer 2] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het verzinnen/bepalen van een werknaam/werknamen voor die [slachtoffer 2] ;
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met
(potentiële) (prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer 2] en/of het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 2] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het ter beschikking stellen van condooms voor de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] ;
- het halen en/of brengen en/of begeleiden van die [slachtoffer 2] van/naar/bij escort/prostitutiewerkzaamheden;
- het geven/ter beschikking stellen van drank en/of drugs aan die [slachtoffer 2] .

2. Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat ten aanzien van feit 1 de (kortere) pleegperiode van 15 september tot en met 26 november 2017 bewezen kan worden, omdat [slachtoffer 1] de dag na deze datum in een gesloten afdeling van de instelling waar ze verbleef is opgenomen. Ten aanzien van feit 2 kan volgens de officier van justitie wel de gehele periode worden bewezen. [slachtoffer 2] is vanaf september 2017 prostitutiewerkzaamheden gaan verrichten, maar verdachte heeft al in juni 2017 contact met [slachtoffer 2] gelegd met de bedoeling om haar te werven voor de seksindustrie.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte (naar de rechtbank begrijpt) van beide feiten moet worden vrijgesproken en heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
[slachtoffer 1] heeft er zelf voor gekozen om de prostitutie in te gaan. Verdachte heeft vaak gevraagd of zij het echt zelf wilde en zij heeft hier steeds bevestigend op geantwoord. Uit de WhatsApp berichten in het dossier blijkt dat zij zelf steeds het initiatief nam en dat zij de regie in handen had. Uit de berichten blijkt niets van dwang, bedreiging of geweld. Er is dan ook onvoldoende bewijs voor de handelingen zoals in de tenlastelegging omschreven onder het eerste deel (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr). Verdachte heeft op verzoek van [slachtoffer 1] een advertentie aangemaakt op seksjobs.nl en heeft met haar toestemming afspraken gemaakt met klanten voor haar. Volgens de raadsman zouden slechts bewezen kunnen worden die handelingen die verdachte zelf zegt te hebben verricht en die ten dienste hebben gestaan aan haar werk in de prostitutie.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 2 aangevoerd dat verdachte hierin geen aandeel heeft gehad. Hij heeft geen bemoeienis gehad met het aanmaken van de advertentie voor [slachtoffer 2] op seksjobs.nl. Het enige contact dat hij met [slachtoffer 2] heeft gehad is dat zij één keer samen met medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) in de auto hebben gezeten. Er is onvoldoende bewijs voor medeplegen. Volgens de raadsman moet verdachte daarom van beide feiten worden vrijgesproken.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Het wettelijk kader ten aanzien van feit 1 ( [slachtoffer 1] )
Aan verdachte is het delict mensenhandel tenlastegelegd. Een wezenlijk bestanddeel van diverse varianten van het delict mensenhandel is dat sprake is van uitbuiting en/of dat het oogmerk van de verdachte daarop is gericht. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat instemming met de uitbuiting niet in de weg hoeft te staan aan bewezenverklaring van die uitbuiting, indien één van de in de wet omschreven dwangmiddelen is gebruikt. De beperking van de keuzevrijheid van het slachtoffer is voldoende om een gedwongen karakter van het prostitutiewerk aan te nemen. Er hoeft in dat geval geen sprake te zijn geweest van een zodanige dwang of druk dat voor het slachtoffer geen andere keuze meer mogelijk was. De rechtbank mag (mede) uit de omstandigheden afleiden dat er sprake is van misleiding, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misbruik van een kwetsbare positie. Vereist is wel dat de verdachte zich hiervan bewust moet zijn geweest. Van een uitbuitingssituatie in de prostitutie kan worden gesproken wanneer de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin de ‘gemiddelde mondige prostituee in Nederland’ verkeert, die zelf bepaalt voor wie, maar ook waar, wanneer, met wie en onder welke omstandigheden zij werkt.
3.3.2
Het wettelijk kader ten aanzien van feit 2 ( [slachtoffer 2] )
Het onder feit 2 ten laste gelegde artikel 273f, eerste lid, sub 2, 5 en 8 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) ziet op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting door anderen en op het profiteren daarvan. Een minderjarige op enigerlei wijze brengen tot een rol in de prostitutie is - evenals het haar daarbij faciliteren - strafbaar, onafhankelijk van de wil van de minderjarige. Hierbij is niet van belang of een verdachte bekend is met de minderjarigheid van het slachtoffer, aangezien de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel is.
Sub 2
Artikel 273f, eerste lid, sub 2 Sr ziet, voor zover thans van belang, op het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van een ander met het oogmerk van uitbuiting van die ander, terwijl die ander nog geen achttien jaren oud is. Het begrip ‘uitbuiting’ is door de wetgever niet gedefinieerd, behoudens voor zover in artikel 273f, tweede lid Sr is bepaald dat ‘uitbuiting ten minste omvat uitbuiting van een ander in de prostitutie en andere vormen van seksuele uitbuiting’. Voor de strafbaarheid ten aanzien van minderjarige slachtoffers zijn dwangmiddelen niet vereist. Een eventuele instemming van de minderjarige is dan ook niet relevant.
Sub 5 en 8
Het in artikel 273f, eerste lid, sub 5 respectievelijk sub 8 Sr bepaalde ziet op het strafbaar stellen van, voor zover thans van belang, het brengen van een minderjarige in de prostitutie, respectievelijk het voordeel trekken uit de prostitutie door een minderjarige. Het brengen van een minderjarige in de prostitutie of het profiteren van de opbrengst van prostitutiewerkzaamheden door een minderjarige is door de wetgever aangemerkt als een aan mensenhandel gerelateerde vorm van uitbuiting. Dit brengt mee dat het begrip ‘uitbuiting’ niet als bestanddeel in voormelde strafbepaling moet worden ingelezen en afzonderlijk worden bewezen, maar dat handelen als in deze strafbepaling neergelegd uitbuiting oplevert en wordt gekwalificeerd als mensenhandel.
3.3.3
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 en 2
Betrouwbaarheid verklaringen aangeefsters
De rechtbank overweegt omtrent het de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters het volgende. Van belang is of zij consistent, gedetailleerd en volledig hebben verklaard. De rechtbank is van oordeel dat dit het geval is en acht de verklaringen van de beide aangeefsters betrouwbaar. Het feit dat er een aantal discrepanties in de verklaringen zit, betekent nog niet dat deze verklaringen reeds daarom onbetrouwbaar zijn. De rechtbank houdt daarbij rekening met de jonge leeftijd van de slachtoffers ( [slachtoffer 1] was 18 jaar, [slachtoffer 2] 17 jaar) en het feit dat [slachtoffer 1] een verstandelijke beperking heeft. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] kennen elkaar niet en konden hun verklaringen dan ook niet op elkaar afstemmen. Zij hebben afzonderlijk van elkaar op essentiële onderdelen overeenkomstig verklaard over de handelwijze van verdachte en [medeverdachte] . De verklaringen zijn op de voor de tenlastelegging relevante onderdelen consequent en consistent. Hun verklaringen vinden bovendien steun in de overige bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van klanten, WhatsApp gesprekken en andere telefonische berichten en de verklaringen van verdachten zelf. De rechtbank zal de verklaringen van beide aangeefsters dan ook bezigen voor het bewijs.
Bevindingen
De rechtbank gaat uit op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting uit van de volgende feiten en omstandigheden ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte bij de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Ten aanzien van feit 1
[slachtoffer 1] meldt op 20 september 2017 om 23:58 uur aan de politie dat zij ergens in Zaandam staat en door verdachte uit de auto is gezet. Als de politie ter plaatse komt vertelt [slachtoffer 1] dat zij dagelijks door medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) wordt opgehaald en dan naar mannen wordt gebracht om ongewenst seks met hen te hebben. Volgens [slachtoffer 1] incasseert [medeverdachte] het geld en krijgt zij daar niets van. Ook die dag heeft [slachtoffer 1] seks gehad met een man en heeft daarvoor 250 euro gekregen. [slachtoffer 1] is daarna niet door de medeverdachte opgehaald en weet zelf de weg naar huis niet. [slachtoffer 1] is vervolgens door de politie teruggebracht naar de instelling waar zij verblijft. Naar aanleiding van deze melding heeft de politie op 15 december 2017 een informatief gesprek met [slachtoffer 1] gevoerd. Daarna heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan. Zij heeft verklaard dat zij de medeverdachte via een neef van hem heeft leren kennen. Zij is vervolgens door [medeverdachte] en een andere neef van hem, verdachte, gedwongen om dagelijks seks te hebben met mannen. Zij werd in de auto door [medeverdachte] mishandeld, hij sloeg haar op haar been. Verdachte heeft haar wel eens hard tegen haar ribben geslagen. [medeverdachte] bepaalde hoeveel geld zij moest vragen. Als [slachtoffer 1] haar prostitutiewerkzaamheden had verricht, moest zij het grootste deel van haar verdiensten aan verdachte en [medeverdachte] afgeven. [medeverdachte] reed haar naar de afspraken en verdachte was er altijd bij. Zij moest seks hebben zonder condoom en heeft geslachtsziektes opgelopen. Ondanks de geslachtsziektes moest ze blijven werken. Als ze ermee wilde stoppen, zeiden verdachte en [medeverdachte] dat de auto nog moest worden afbetaald en dat de advertentie
€ 3.000,-- had gekost en dat dit ook nog moest worden terugbetaald, dus dat ze daarom nog niet kon stoppen. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij verliefd was op [medeverdachte] . Verdachte heeft erkend dat hij op de website seksjobs.nl seksadvertenties voor [slachtoffer 1] heeft aangemaakt. De reacties van (potentiële) klanten die op deze advertenties reageerden, kwamen per mail binnen bij verdachte en [medeverdachte] . [medeverdachte] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] hem heeft gevraagd om haar naar haar seksafspraken te rijden en dat hij daarmee heeft ingestemd en dat het verdiende geld werd gedeeld.
Een vriendin van [slachtoffer 1] en de begeleider van [slachtoffer 1] hebben blauwe plekken bij haar gezien. De huisarts van [slachtoffer 1] heeft bevestigd dat op 23 november 2017 is vastgesteld dat zij twee SOA’s had.
In WhatsApp gesprekken en audioberichten tussen [slachtoffer 1] en de verdachten van 20 oktober 2017 geeft [slachtoffer 1] aan dat zij met het werk wil stoppen. Verdachte laat haar geloven dat het account op seksjobs.nl – dat gratis is – € 3.000,-- heeft gekost en zegt haar dat zij dat geld nog aan hem moet terugbetalen. Als zij dit vervolgens aan [medeverdachte] appt, laat hij haar niet weten dat dit niet klopt. Voorts blijkt uit de berichten dat [medeverdachte] het doet voorkomen dat hij heel wat kosten aan de auto heeft en dat deze kosten hoger zijn dan het geld dat [slachtoffer 1] verdient, en dat hij het geld dat zij verdiend heeft voor hen wil sparen. Als [slachtoffer 1] op 24 november 2017 aan [medeverdachte] laat weten dat zij niet wil werken omdat zij SOA’s heeft opgelopen, zegt hij haar dat ze dan maar met condoom moet werken. Als [slachtoffer 1] aangeeft dat ze maar kort naar buiten mag die avond, zegt [medeverdachte] dat ze daar schijt aan moet hebben. Klanten van [slachtoffer 1] hebben meerdere malen betaald op de bankrekeningen van verdachte en [medeverdachte] .
[slachtoffer 1] is met de prostitutiewerkzaamheden gestopt omdat ze op 26 november 2017 op een gesloten afdeling van de instelling waar zij verbleef is geplaatst.
Ten aanzien van feit 2
Tijdens het onderzoek naar de aangifte van [slachtoffer 1] is het telefoonnummer van [slachtoffer 2] in beeld gekomen. Zij is in deze zaak als getuige gehoord, maar kwam toen angstig over en wilde niets verklaren. Op 9 november 2018 heeft [slachtoffer 2] ook aangifte gedaan tegen verdachte. Zij heeft verklaard dat zij [medeverdachte] via Snapchat heeft leren kennen en dat zij verliefd op hem werd. Zij was toen 17 jaar. [medeverdachte] heeft haar gevraagd om samen geld te verdienen door prostitutiewerkzaamheden te verrichten. Verdachte heeft een advertentie van haar op de site seksjobs.nl geplaatst. Ze kreeg van [medeverdachte] drank en softdrugs en verrichtte onder invloed prostitutiewerkzaamheden. [slachtoffer 2] heeft aan de hand van bewaarde foto’s op snapchat een lijstje gemaakt van de dagen waarop ze heeft gewerkt en de klanten bij wie ze is geweest. Uit dit lijstje blijkt dat de periode dat zij in de prostitutie heeft gewerkt op 18 november 2017 is begonnen. Al het door haar verdiende geld ging naar [medeverdachte] . [medeverdachte] zei dat hij met het geld zijn auto moest afbetalen. Als een klant niet het bedrag had gegeven dat was afgesproken, werd [medeverdachte] boos en gaf haar klappen op haar been. [medeverdachte] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] prostitutiewerkzaamheden verrichtte, dat hij haar daarbij behulpzaam was door haar te halen en te brengen en dat hij daarvoor geld heeft ontvangen.
Conclusies
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer 1] in de periode van 15 september tot en met 26 november 2017 prostitutiewerkzaamheden heeft verricht en dat [slachtoffer 2] van 18 november 2017 tot en met 31 januari 2018 in de prostitutie werkzaam was.
De rechtbank ziet een overeenkomst in de wijze waarop verdachte en [medeverdachte] met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn omgegaan. [medeverdachte] heeft ze voorgespiegeld dat zij een liefdesrelatie met hem hadden en dat ze moesten sparen voor de toekomst. [medeverdachte] creëerde bij de slachtoffers een emotionele afhankelijkheid, waardoor ze loyaal aan hen bleven. [medeverdachte] gebruikte tegen zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] geweld, door hen op hun been te slaan als hij boos was. Ook verdachte heeft geweld tegen [slachtoffer 1] gebruikt door haar tegen haar ribben te slaan.
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 1] de werkzaamheden vrijwillig verrichtte, dat hij daarbij een ondersteunde rol heeft gehad door het aanmaken van de advertentie en het regelen van de afspraken en dat hij af en toe wat van de opbrengst kreeg. Verdachte heeft ten aanzien van [slachtoffer 2] verklaard dat hij haar maar één keer heeft gezien en dat hij niets te maken heeft gehad met haar prostitutiewerkzaamheden.
Ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer 2] overweegt de rechtbank dat het doel van verdachte en [medeverdachte] was (ook volgens de verklaring van [medeverdachte] ) dat [slachtoffer 2] haar inkomsten zou verdienen met prostitutiewerkzaamheden en een deel hiervan aan (in ieder geval) [medeverdachte] zou afstaan. Gelet op het voorgaande bevond [slachtoffer 2] zich daardoor in een uitbuitingssituatie. Ook indien [slachtoffer 2] hiermee zou hebben ingestemd, is dit niet van belang. Zij was immers minderjarig. Door te handelen zoals hiervoor beschreven hebben verdachte en [medeverdachte] handelingen ondernomen waarvan zij wisten dat [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling (artikel 273f, eerste lid, sub 5 Sr). [medeverdachte] heeft opzettelijk voordeel getrokken uit de seksuele handelingen van [slachtoffer 2] met een ander (artikel 273f, eerste lid, sub 8 Sr). Verdachte en [medeverdachte] hebben [slachtoffer 2] geworven en vervoerd met het oogmerk haar te faciliteren in haar prostitutiewerkzaamheden en met het oogmerk daarvan te profiteren. Het oogmerk is dan ook gericht geweest op uitbuiting in de zin van artikel 273f, eerste lid, sub 2 Sr. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer 1] overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft samen met [medeverdachte] [slachtoffer 1] misleid door haar te laten geloven dat zij allerlei kosten hadden aan de auto en de voor haar geplaatste advertentie, zodat zij niet met haar prostitutiewerkzaamheden zou stoppen. [slachtoffer 1] is verstandelijk beperkt en heeft een verstandelijk ontwikkelingsniveau van een 8 tot 9 jarige. Beide verdachten wisten dat [slachtoffer 1] in een instelling zat en dat zij beperkt naar buiten mocht. Door haar verstandelijke beperking, haar gevoelens die zij bij aanvang voor verdachte had en de manipulatie door de verdachten, bevond zij zich in een kwetsbare positie ten opzichte van hen. Verdachten moeten dit hebben geweten en hebben hiervan misbruik gemaakt. Zoals hiervoor overwogen hebben verdachten [slachtoffer 1] bewogen om in de prostitutie te blijven werken – ook toen zij SOA’s had – omdat de auto en de seksadvertentie betaald moesten worden. Daarbij hebben beide verdachten geweld gebruikt als [slachtoffer 1] aangaf dat ze niet wilde.
Door [slachtoffer 1] op deze wijze te dwingen tot prostitutiewerkzaamheden en haar daarbij een groot deel van haar verdiensten aan hen af te laten staan, hebben de verdachten [slachtoffer 1] in een uitbuitingssituatie doen belanden. Eventuele aanvankelijke vrijwilligheid aan de zijde van [slachtoffer 1] doet hier niets aan af. Dit leidt tot de conclusie dat het oogmerk van verdachten was gericht op uitbuiting van [slachtoffer 1] .
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat verdachte en [medeverdachte] [slachtoffer 1] hebben geworven en vervoerd om prostitutiewerkzaamheden te verrichten, met oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer 1] (artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr), dat het oogmerk van verdachten is geweest haar in die uitbuitingssituatie te brengen en te houden (artikel 273f, eerste lid sub 4 Sr), dat verdachten opzettelijk voordeel hebben getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] (artikel 273f, eerste lid sub 6 Sr) en dat zij haar hebben bewogen tot het afstaan van in ieder geval een groot deel van haar verdiensten uit de prostitutie (artikel 273f, eerste lid sub 9 Sr). De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan.
Medeplegen
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd - zo begrijpt de rechtbank - dat de rol van verdachte te klein is geweest om het onder beide feiten ten laste gelegde medeplegen bewezen te verklaren. De rechtbank overweegt dat verdachte weliswaar heeft ontkend dat hij de advertentie voor [slachtoffer 2] heeft aangemaakt, maar dat zowel [slachtoffer 2] als [medeverdachte] hebben verklaard dat verdachte de advertentie heeft verzorgd en op seksjobs.nl heeft gezet. De advertentie is meerdere keren omhoog gebeld door de telefoonnummers van verdachte eindigend op [nummer] en van [medeverdachte] , eindigend op [nummer] . [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte tijdens haar prostitutiewerk samen met [medeverdachte] in de auto zat te wachten. Dit wordt ondersteund door de historische verkeersgegevens van de telefoons van beide verdachten en [slachtoffer 2] , waaruit blijkt dat hun telefoons in de avonduren en in de nacht meermalen dezelfde zendmasten hebben aangestraald. In het geval van [slachtoffer 1] heeft verdachte seksadvertenties geplaatst, klanten geregeld en contact onderhouden met deze klanten en zat hij telkens in de auto als [slachtoffer 1] naar een klant werd gebracht. Tevens is er meerdere malen door een klant geld op zijn rekening gestort.
Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachten waarbij sprake was van een duidelijke rolverdeling. De rol van verdachte (bij beide aangeefsters) was voldoende significant om van medeplegen te kunnen spreken.
3.3.4
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 15 september 2017 tot en met 26 november 2017 te Heerhugowaard en te Schagen en te Egmond aan zee en te Akersloot en te Alkmaar en/of te Amsterdam en Zaandam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, genaamd [slachtoffer 1] ,
telkens met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen, te weten door dwang en geweld en een andere feitelijkheid en door misleiding, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en vervoerd met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en
2) heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (artikel 273f lid 1 sub 4), en
3) heeft gedwongen hem, verdachte, en zijn mededader te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] met een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9), en
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (artikel 273 f lid 1 sub 6),
waarbij dat geweld of een andere feitelijkheid hebben bestaan uit:
- het mishandelen van die [slachtoffer 1] (onder andere door die [slachtoffer 1] te slaan en te knijpen), en
- het zich op boze en overheersende toon te uiten tegen die [slachtoffer 1] , en
- het onder druk zetten van die [slachtoffer 1] (onder andere door haar voortdurend te blijven benaderen via de telefoon), waardoor het voor die [slachtoffer 1] werd bemoeilijkt zich aan die prostitutiewerkzaamheden te onttrekken,
en waarbij voornoemde (onder 2) "enige handeling" heeft bestaan uit:
- het aanmaken en onderhouden (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen") van advertenties op een website waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het instrueren van die [slachtoffer 1] (per telefoon) wanneer zij klaar moest staan voor prostitutiewerkzaamheden;
- het onderhouden van contacten met en het maken van afspraken met (potentiële) prostitutieklanten voor die [slachtoffer 1] en het maken van afspraken met die (potentiële) klanten over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 1] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden, en
- het bepalen of die [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden met of zonder condoom moest verrichten;
- het bepalen dat die [slachtoffer 1] ook met een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) moest werken;
- het boeken van een hotelkamer als werkplek voor die [slachtoffer 1] ;
- het begeleiden van die [slachtoffer 1] bij/naar prostitutiewerkzaamheden en het ophalen van die [slachtoffer 1] na afloop van prostitutiewerkzaamheden;
- het huren van auto’s ten behoeve van het vervoer van die [slachtoffer 1] van en naar haar prostitutiewerkzaamheden;
- het ter beschikking stellen van bankrekeningen toebehorend aan hem, verdachte of zijn mededader waar prostitutieklanten geld naar over moesten maken wanneer zij niet contant wilden of konden betalen;
2.
hij in de periode van 18 november 2017 tot en met 31 januari 2018 te Oudkarspel en Den Helder en Alkmaar en IJmuiden en Warmenhuizen en De Rijp en Heerhugowaard en Egmond aan den Hoef en Anna Paulowna en Heiloo en Amsterdam en Bergen en Beverwijk en Purmerend en Julianadorp en Hoofddorp en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
een ander, genaamd [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum] 2000),
telkens
1) heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273 f lid 1 sub 2), en
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, dan wel handelingen heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten die seksuele handelingen (artikel 273 f lid 1 sub 5), en\
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [slachtoffer 2] met een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 8),
terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en waarbij "enige handelingen" (zoals genoemd onder 2) onder meer hebben bestaan uit:
- het aanmaken van en het onderhouden van (waaronder begrepen het "omhoog plaatsen”) een advertentie op een website waarin die [slachtoffer 2] werd aangeboden voor prostitutiewerkzaamheden;
- het bepalen van een werknaam voor die [slachtoffer 2] ;
- het onderhouden van contacten met en het maken van afspraken met
(potentiële) prostitutieklanten voor die [slachtoffer 2] en het maken van afspraken met die (potentiële) klant(en) over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen;
- het bepalen welke klanten die [slachtoffer 2] moest aannemen voor haar prostitutiewerkzaamheden;
- het ter beschikking stellen van condooms voor de prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 2] ;
- het halen en brengen en begeleiden van die [slachtoffer 2] van/naar/bij prostitutiewerkzaamheden;
- het geven van drank en drugs aan die [slachtoffer 2] .
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
feit 2:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt en het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat verdachte een kleiner aandeel in deze zaak heeft gehad dan zijn medeverdachte dat verdachte daarom een lagere straf moet krijgen.
De raadsman heeft verzocht om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarbij heeft de raadsman verzocht om de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals door de reclassering geadviseerd.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de uitbuiting van twee jonge vrouwen. Eén van de vrouwen was een kwetsbare vrouw van pas 18 jaar en de andere vrouw was met 17 jaar zelfs nog minderjarig. Verdachte heeft hen in de prostitutie laten werken en heeft in ieder geval van een van de slachtoffers, te weten [slachtoffer 1] , financieel geprofiteerd.
Verdachte bewoog de slachtoffers om in de prostitutie te (blijven) werken en de verdiensten voor het grootste deel aan hem en zijn medeverdachte af te staan. Als de slachtoffers aangaven dat zij geen zin hadden, of als de klant niet genoeg geld aan een slachtoffer had gegeven, werden zij door de medeverdachte op hun been geslagen. Verdachte heeft het oudste slachtoffer tegen haar ribben geslagen.
Verdachte heeft een grote rol gespeeld bij de uitbuiting door het plaatsen van de advertenties en het onderhouden van het contact met klanten, waaronder het maken van afspraken. Ook ging verdachte mee naar de afspraken en bleef samen met de medeverdachte in de auto wachten. Verdachte heeft steeds (een deel van) het van klanten verkregen geld – cash dan wel via zijn bankrekening – in ontvangst genomen. Verdachte wilde op deze manier snel geld verdienen en heeft geen enkel oog gehad voor de gevoelens en het welzijn van de slachtoffers. Zelfs toen een van de slachtoffers SOA’s had opgelopen, moest zij nog werken.
Verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan mensenhandel. Dit is een zeer ernstig feit. De lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers wordt ondergeschikt gemaakt aan het geldelijk gewin. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten daar nog gedurende lange tijd psychische schade van ondervinden en dat dit impact heeft op hun
verdere ontwikkeling, zoals ook blijkt uit de slachtofferverklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 25 mei 2019, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk wegens een soortgelijk feit is veroordeeld.
De rechtbank heeft voorts gelet op het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 18 maart 2019 van [reclasseringswerkster] , als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland.
Het voornoemde voorlichtingsrapport van de reclassering houdt onder meer het volgende in:
Er is bij betrokkene sprake van een delictpatroon inzake vermogensdelicten. Uit het onderzoek komen zijn cannabisgebruik, financiële situatie, sociaal netwerk en denkpatronen als risicoverhogende factoren naar voren. Gelet op de aard- en de ernst van de tenlastelegging en zijn eerdere cannabisverslaving acht de reclassering het wenselijk dat er verdiepingsdiagnostiek wordt ingezet om meer zicht op zijn denkpatronen te krijgen.Deze diagnostiek en een eventueel uit voortvloeiende behandeling kan uitgevoerd worden door FPK de Waag. Middels een reclasseringstoezicht kan betrokkene (onder andere) worden begeleid naar een dagbesteding, krijgt hij begeleiding op het gebied van zijn financiën en kan de beïnvloeding van zijn sociaal netwerk met hem bespreekbaar worden gemaakt.
De reclassering adviseert een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling bij de Waag, een drugsverbod, een contactverbod met slachtoffers, een contactverbod medeverdachten, meewerken aan een traject gericht op dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening.
De rechtbank volgt het advies van de reclassering en zal haar beslissingen mede hierop baseren.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Deze straf is lager dan de door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank ten aanzien van feit 2 uitgaat van een kortere periode dan de officier van justitie. Gelet op de jonge leeftijd van verdachte is de proeftijd korter dan door de officier van justitie geëist.
Daarnaast acht de rechtbank het noodzakelijk dat de bijzondere voorwaarden worden opgelegd, zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. Voorwaarden van deze strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
7. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven mobiele telefoons dienen te worden teruggegeven aan verdachte.

8.Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 58.987,54 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. Dit bedrag bestaat uit € 48.987,54 aan materiële en € 10.000,-- aan immateriële schade.
De gestelde materiële schade bestaat uit de door verdachte en zijn medeverdachte afgenomen inkomsten die zij heeft verkregen voor haar prostitutiewerkzaamheden. De raadsvrouw van de benadeelde heeft ter onderbouwing van de hoogte van deze vordering slechts verwezen naar de ontnemingsrapportage. Nu de berekening in deze rapportage onjuist is, alleen al omdat daarin uit wordt gegaan van een andere periode, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van het totale bedrag dat [slachtoffer 1] aan verdachte en zijn medeverdachte heeft moeten afstaan niet eenvoudig is vast te stellen. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet‑ontvankelijk verklaren in de vordering.
De rechtbank komt vergoeding van het bedrag van € 10.000,-- aan immateriële schade billijk voor, gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

9.Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 120.501,20 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het onder 2 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. Dit bedrag bestaat uit € 110.501,20 aan materiële en € 10.000,-- aan immateriële schade.
De gestelde materiële schade bestaat uit:
- € 109.192,40 aan door verdachte en zijn medeverdachte afgenomen inkomsten die zij heeft verkregen voor haar prostitutiewerkzaamheden. Dit bedrag is afkomstig uit het over verdachte opgemaakte ontnemingsrapport;
- € 95,-- en € 385,-- aan eigen risico van de zorgverzekering in 2018 en 2019;
- € 315,-- voor een adviesgesprek met ‘Stop Loverboys Nu’;
- € 237,80 aan reiskosten;
- € 176,-- aan annuleringskosten van een vakantie.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 937,80 (het eigen risico van 2019, het adviesgesprek met ‘Stop Loverboys Nu’ en de reiskosten) rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2 bewezen verklaarde feit.
De rechtbank acht de schade met betrekking tot het eigen risico over 2018 (€ 95,--) onvoldoende onderbouwd. Met betrekking tot de annuleringskosten van de vakantie is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende rechtstreeks verband is met de geleden schade, nu de vakantie na het feit is geboekt.
De raadsvrouw van de benadeelde heeft ter onderbouwing van de hoogte van de gevorderde afgenomen inkomsten slechts verwezen naar de ontnemingsrapportage. Nu de berekening in deze rapportage onjuist is, alleen al omdat daarin uit wordt gegaan van een andere periode, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van het totale bedrag dat [slachtoffer 2] aan verdachte en zijn medeverdachte heeft moeten afstaan niet eenvoudig is vast te stellen.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij ten aanzien van de hiervoor genoemde posten aan materiële schade niet‑ontvankelijk verklaren in de vordering.
De rechtbank komt vergoeding van het bedrag van € 10.000,-- aan immateriële schade billijk voor, gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 2 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd minderjarig is] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

10.Vordering tot tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 3 oktober 2017 in de zaak met parketnummer 15/870139-15 heeft de meervoudige kamer in de rechtbank Noord-Holland verdachte ter zake van een inbraak en een diefstal met geweld veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering is op 16 november 2018 aan de verdachte verzonden.
De bij genoemd vonnis vastgestelde proeftijd is ingegaan op 18 oktober 2017 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
De officier van justitie vordert thans dat de rechtbank zal gelasten dat die voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank heeft bij het onderzoek ter terechtzitting bevonden dat zij bevoegd is over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
De rechtbank acht, gelet op alle bijzondere voorwaarden waaraan verdachte na zijn detentie moet meewerken, de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf niet opportuun. De rechtbank zal daarom de bij deze voorwaardelijke straf opgelegde proeftijd verlengen met één jaar.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36f, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

12.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
30 MAANDEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 12 maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland, [Reclassering Nederland] , zo vaak en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat veroordeelde meewerkt aan verdiepingsdiagnostiek en de daaruit voortvloeiende behandeling door Forensische Polikliniek de Waag of een soortgelijke door de reclassering te bepalen zorgverlener, waarbij de behandeling zolang duurt als de reclassering dat nodig vindt en waarbij veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens die instelling zullen worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- dat veroordeelde gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , waarbij de politie toeziet op handhaving van dit contactverbod;
- dat veroordeelde gedurende de proeftijd geen drugs gebruikt en meewerkt aan de controle op dit verbod door middel van urineonderzoek, waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- andere voorwaarden het gedrag betreffende, te weten dat veroordeelde wordt verplicht om mee te werken aan een traject gericht op dagbesteding in de vorm van opleiding en/of werk, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook indien dit inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij veroordeelde inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Stelt dat de veroordeelde is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking, te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.000,--bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.000,--, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
85 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.937,80, bestaande uit € 937,80 als vergoeding voor de materiële en € 10.000,-- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.937,80, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
89 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- Mobiele telefoon (KVI: I30-31, voorwerpnummer NHRC18002_4777270; IBN B.01.03.001)
- Iphone (KVI: I46-I47, voorwerpnummer NHRC18002_47308; IBN C.01.01.001)
Verlengt de bij vonnis van de meervoudige kamer in de zaak met parketnummer
15/870139-15 opgelegde proeftijd, verbonden aan de niet ten uitvoer gelegde gevangenisstraf van 6 maanden, met één jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.A.M. van der Heijden, voorzitter,
mr. C.E. Voskens en mr. T. Fuchs, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.L. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juni 2019.
Mr. Fuchs is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
De bewijsmiddelen
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
Ten aanzien van feit 1 en 2
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 juni 2019
Deze verklaring houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in:
Ik heb op Seksjobs.nl een account voor [slachtoffer 1] aangemaakt. Het kan kloppen dat het account al in 2015 is aangemaakt. Ik heb het van iemand anders overgenomen. Ik heb een advertentie voor haar aangemaakt. Als er een e-mail op de advertentie kwam, reageerde één van de drie, we hadden alle drie toegang tot het account. Het account had de naam [accountnaam] . Het klopt dat ik meerder keren op het account heb ingelogd.
Het kan dat ik in ieder geval acht keer met [slachtoffer 1] en een ander waarvan ik de naam niet wil noemen ben mee geweest als zij prostitutiewerkzaamheden uitvoerde. Ik kreeg soms hasj en soms geld van [slachtoffer 1] . Ik heb in totaal € 200,-- gekregen omdat ik de advertentie had gezet.
[slachtoffer 1] wilde met het prostitutiewerk stoppen. Toen heb ik gezegd dat het account € 3.000,-- had gekost.
Er werd wel eens geld van klanten naar mijn ABN AMRO rekening overgeboekt. Het klopt dat ik het aan [slachtoffer 1] doorgaf als het geld op de rekening stond en dat zij daarna pas ging werken.
Ik ben met [slachtoffer 2] één keer meegereden.
- Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 27 februari 2019 (map B, dossierpagina’s 152-159)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
A: [slachtoffer 1] kwam met me in contact in oktober 2017. De eerste keer heb ik met haar alleen afgesproken in de auto. De tweede keer kwam zij met een vriendin en ik ook met iemand. Ze kwam met het voorstel dat zij mannen ging verleiden en beroven. Daarna kwam ze met het voorstel dat ze sekswerk wilde gaan doen. Toen is het gaan starten eigenlijk.
V: Hoe ging dat?
A: Er was iemand die verstand van had hoe dat ging. Ik had een auto en een rijbewijs. Toen is er een account gemaakt. Toen zijn we gaan werken, ze deelde de helft van het geld met mij en ik deelde mijn helft met de andere persoon die erbij was. En ik betaalde daar ook de benzine van. Van bv 100 euro ging dan de helft naar [slachtoffer 1] en de andere naar mij en daar betaalde ik nog de kosten van.
V: Met welk meisje kwam ze de eerste keer bij jou?
A: Dat was met [persoon] , zij heeft nooit gewerkt.
V: Was degene die met je meereed ook degene die het account had aangemaakt?
A: Ja dat klopt hij had verstand van het computerwerk.
V: Op welke site was dat?
A: Op sexjobs.
V: Hoe ging dat afspraken maken?
V: Hoe vaak heeft [slachtoffer 1] gewerkt?
A: Ik weet niet hoeveel maar het was ongeveer anderhalf a twee maanden. Ik denk zes klanten per week, zoiets.
V: Wat weet je over waarom [slachtoffer 1] in een instelling verbleef?
A: In het begin wist ik wel dat ze begeleid wonen deed. Maar later kwam ik er pas achter dat ze in een instelling verbleef waar ze ook beperkt naar buiten mocht. [slachtoffer 1] zag zelf niet wie de klanten eigenlijk regelde. Zij zag wel dat er iemand bij was met een telefoon. Dat is diegene van wie ik de naam niet wil noemen. Die andere was er vanaf het begin bij, ze heeft ons tegelijkertijd benaderd eigenlijk en hij wist precies was hij moest doen.
V: Wat waren de tijden dat ze werkte?
A: Verschillend, de ene keer kwam ze om 19:00 en dan weer om 23:00 uur en dan in de nacht. De advertentie stond altijd aan. Ik heb ook wel eens omhoog gebeld, dat deed ik dan met mijn eigen telefoon. Ik weet het nummer niet meer. Die andere jongen belde ook omhoog.
V: Wat zijn je inkomsten per maand?
A: Ik had toen geen inkomsten.
V: Waar leefde je dan van?
A: Ja daar een beetje van, met daarvan bedoel ik de prostitutiewerkzaamheden van hen, daar betaalde ik wel een blowtje van of iets anders.
V: [rekeningnummer] , Herken je dit nummer? Het staat op jouw naam
A: Nee maar dat weten jullie wel.
V: Wie maken er gebruik van dit rekeningnummer?
A: Ik. Ik heb wel mensen laten pinnen voor mij maar niet uit handen gegeven. Ik heb gelezen dat er gestort is op mijn rekening dat zou kunnen dat dat een klant was.
V: We hebben een gesprek tussen jou en [slachtoffer 1] gezien waarin jij zegt dat “zij voortaan het geld dat ze pakt van een klant aan hem moet geven, niet meer aan [verdachte] . 'Gewoon omdat jij van mij bent en niet van hem, had gister een beetje ruzie met hem. Niet tegen [verdachte] zeggen hierover'. (WhatsApp 24/10/17 19:08)
A: Dat zou kunnen, wat moet ik daar op antwoorden. Ik had heel vaak ruzie met [verdachte] . Ik was niet altijd degene die het geld aannam.
V: We gaan je nu nog wat vragen stellen over [slachtoffer 2] . Hoe ging dat eerste contact?
A: We hebben gewoon gepraat en gelachen, ik weet niet meer hoe het precies ging. Ik kreeg een relatie met haar. Toen [slachtoffer 2] in beeld kwam was het met [slachtoffer 1] gestopt. Ik had toen nog wel contact met mijn neef. Ik was nog met die andere jongen maar toen het over ging met [slachtoffer 2] had ik geen contact meer met hem.
V: Toen je met [slachtoffer 2] het sekswerk ging doen was die andere jongen er toen wel bij?
A: Ja. Hij regelde alles voor [slachtoffer 2] , toen ik geen contact meer met hem had probeerde ik dat te regelen maar dat ging niet.
V: Weet je nog wel op welke site [slachtoffer 2] stond?
A: Ik gebruikte niet eens die site, alleen de mail. Ik had de inlogcode van de mail. Ik weet het mailadres niet meer. Ze stond volgens mij ook op sexjobs.
V: Hoeveel heb je verdiend met [slachtoffer 2] ?
A: Niet veel omdat ze ook alleen maar bepaalde klanten wilde, heel veel wilde ze ook niet. Mijn deel weet ik niet maar in totaal misschien 4000/5000 euro.
Ten aanzien van feit 1:
- Een proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van verdachte [verdachte] d.d. 24 mei 2019 (los opgenomen)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Ik ken het meisje met de achternaam [slachtoffer 1] wel. Ik heb dat meisje via een andere persoon leren kennen. Het was in de auto van die andere persoon. Volgens mij had hij haar opgehaald. Mij werd gevraagd door hen om e-mails aan te maken. Er werd aan mij gevraagd om een advertentie aan te maken op de sekssite: Seksjobs. Dat vroegen zij mij allebei toen tijdens die eerste ontmoeting in de auto. Ik heb een account aangemaakt en een advertentie gemaakt en geplaatst op die site. Het aanmaken van het account en het plaatsen van zo’n advertentie kost geen geld. Het heeft mij wel geld gekost om die advertentie omhoog te krijgen. Je doet dat door in te bellen. Ik heb die e-mail naar mijn neefje gestuurd. Vervolgens kwamen er e-mails binnen van klanten. Die kwamen op alle mobiels binnen, ook die van mij. Zij zou eerst zelf reageren, maar ze wist niet goed hoe dat moest en daarom werd aan mij gevraagd om het contact met de klanten te doen. Ik deed me met haar toestemming voor als haar en maakte afspraken met klanten.
U vraagt mij wie afspraken maakte over welke seksuele handelingen verricht zouden worden. Ik kreeg een appje, stuurde dat aan haar door. Het is aan haar wat ze met een klant wilde doen. Die man stuurde aan ons alle drie een bericht wat hij precies wilde. Soms reageerde ik, soms die andere man op het bericht van de klant als zij het te moeilijk vond om te reageren. De seks vond, volgens mij, meestal thuis bij de klant plaats. Die keren dat ik erbij was, was bij de klanten thuis. Ik zat als bijrijder in de auto, die andere man reed. Een of twee keer dat ik erbij was hebben we haar opgehaald op een parkeerplaats. De andere keren had die andere man haar al opgehaald.
Het klopt dat mijn bijnaam “ [naam] ” is.
Het klopt dat er drie keer geld van klanten is gestort op mijn rekening. Ik heb een ABN-AMRO rekening en zij niet en daarom vroeg ze of die klant het op mijn rekening kon storten. De klant betaalde aan [slachtoffer 1] . Ik kreeg af en toe 20,- of 30,- euro of 1 gram of 2 gram hasj per dag. Ik kreeg het omdat ik die e-mail voor haar had gemaakt.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is het nummer van de werktelefoon. Die telefoon werd door ons alle drie gebruikt.
Als [slachtoffer 1] bij een klant was bleven wij wachten in de auto. Als ze klaar was nam ze contact op met die andere man. Dan reed hij naar het huis om haar op te halen. Ik zat er dus als bijrijder bij.
De naam [accountnaam] is volgens mij de naam van het account op Seksjobs. Mijn bankrekeningnummer is [rekeningnummer]
Het klopt dat op enig moment tilt mijn mond is gefloept dat de account bij Seksjobs mij 3.000,- euro had gekost.
Het klopt dat het mobiele nummer eindigend op [telefoonnummer] op 18 november 2017 ‘s nachts in Edam/Volendam was tegelijk met het nummer van [slachtoffer 1] . Zij had daar met een klant afgesproken. Ik was mee als bijrijder naar die klant. Er is toen 200,- euro door die klant op mijn rekening overgemaakt. Door [naam] en [naam] zijn geldbedragen op mijn rekening gestort op verzoek van [slachtoffer 1] .
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 1 oktober 2017 (map E, dossierpagina 1)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 20 september 2017 omstreeks 23.58 uur kregen wij de melding van het
operationeel centrum te gaan naar de kruising Twiskeweg/de Weer te Zaandam, gemeente
Zaanstad. Aldaar zou een jongedame staan die door een jongeman uit de auto was gezet en thuis hoorde in Heerhugowaard.
Wij, verbalisanten, zijn ter plaatse gegaan. Wij werden aangesproken door een
jongedame welke ons opgaf te zijn genaamd:
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 1]
geboren [geboortedatum] 1999
wonende [adres] .
[slachtoffer 1] vertelde ons dat zij woonde in een instelling die [instelling] heet. Verder
vertelde zij ons dat zij sinds een paar weken contact heeft met een jongen die [medeverdachte]
zou heten. Zij vertelde ons dat zij dagelijks door [medeverdachte] opgehaald wordt en dan naar
mannen wordt gebracht om daar sex met ze te hebben. [medeverdachte] incasseert het geld en
[slachtoffer 1] krijgt daar niets van. [slachtoffer 1] vertelde ons dat zij vandaag wederom door [medeverdachte] opgehaald is en naar Zaandam is gebracht in de buurt van de Weer. Zij werd daar naar een klant gebracht. [medeverdachte] heeft 250 euro van de man gekregen en ging daarna weg. [slachtoffer 1] heeft toen sex gehad met de man en is daarna naar buiten gegaan. [slachtoffer 1] vertelde dat zij van [medeverdachte] nog 100 euro extra moest proberen te krijgen maar dat dit niet was gelukt. Zij heeft dit aan [medeverdachte] bericht en daarop werd zij niet door hem opgehaald.
[slachtoffer 1] heeft uiteindelijk de politie gebeld omdat zij niet wist waar zij precies was en niet zelf naar huis kon.
- Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 15 februari 2018 (map D, dossierpagina’s 7-44)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Waar wil jij aangifte van doen?
A: Omdat ik gedwongen aan het werk ben.
V: En op welk gebied ben je gedwongen aan het werk?
A: Seksueel, prostitutie.
V: Vertel eerst maar wat je kwijt wilt.
A: Het begon allemaal eerst met een jongen die ik heb ontmoet via Badoo. Daar had ik eerst contact mee. Dat was familie van hun. Ik zocht gewoon een relatie en zo. Hij zei ook, ‘ik zoek geen relatie, ik ben binnenkort druk en heb geen tijd, ga maar met mijn neef chillen, wat doen’. Maar het was niet zeg maar chillen, het was meer een beetje klooien. Het was gewoon meer misbruiken.Mij naar klanten sturen. Ik was van 12 uur 's nachts aan het werk tot meestal 4 uur, 5 uur 's ochtends en meestal tot half 7. Het was gewoon geen pretje, er waren heel veel klanten die bij mij wilden komen.
V: En kun je ook zeggen, hoe lang dat geduurd heeft?
A: Vier maanden
V: Wanneer is het begonnen, welke maand?
A: September.
V: Laten we beginnen met dat je een jongen leert kennen.
A: Ik heb eerst contact gehad met [verdachte] op Badoo en daarna heb ik nummer uitgewisseld. Hij had het ook heel druk en dan had hij me overgeplaatst naar zijn neef, dat ik wat met zijn neef moest doen. Zo ben ik dan in de prostitutie gekomen.
V: Nou zeg jij eerst, ‘dat je met zijn neef ging chillen’. Dus eerst noem je één neef?
A: Ja, het waren er twee.
V: Het waren er twee, hoe heten die?
A: [medeverdachte] en [verdachte] .
V: En wat is [medeverdachte] voor jou gaan betekenen?
A: Hij is het ergste...dat is het ergste.. Het is een blik, ik wil er gewoon niet aan denken, maar hij heeft me heel vaak misbruikt enzo. Dat ga je niet vergeten. Ik moest seksuele dingen doen tegen mijn wil op afgelegen plekken.
V: Moest je van hem ook met klanten, kreeg je via hem klanten?
A: Ja.
V: Wanneer is dat begonnen met die klanten, of hoe kwam dat dat er een keer klanten kwamen?
A: Ik denk gewoon dat het mijn eigen schuld is, want ik zeg ook vaak... Ik was met mijn vriendin en ik zat gewoon in de auto, ergens in Heerhugowaard, langs het spoor weet ik veel en zat ik met haar in de auto en we maakten best wel grapjes. Zij zegt: “Ik wil drugsdealer worden”. We wilden een beetje straatjongens zijn en we maakten dus ook wel grapjes. Dus ik zeg: “Ik wil seks werken". Gewoon met een lachje erbij. Ik wist niet dat ze zo serieus waren. Dat ie mij uit die auto pikte en dat ie mij begon te betasten en zei: “Dit gaat hem worden, je bent best wel mooi en doe niet zo verlegen, een beetje onzeker, je bent best wel mooi en ...” Toen gingen we weg, achter die park en toen moest ik seksuele dingen bij hem doen, zonder dat ik het.. Ja, tegen mijn wil.
V: Over wie heb je het dan?
A: [medeverdachte] ..
V: Maar... misschien komt je eigen misbruik nog weer ter sprake straks, [slachtoffer 1] , maar hoe gaat dat als je het met klanten gaat doen, hoe is dat begonnen?
A: Hij is gewoon een advertentie aan het zetten met mijn foto's en die foto’s werden dan waarschijnlijk door [verdachte] , die werden dan allemaal doorgestuurd.
Opmerking verbalisant: Bij het uitspreken van bovengenoemde zinnen, wijst de aangeefster naar het eerste notitieblaadje met de naam [verdachte] erop.
A: Dus die foto’s komen op die site te staan. En mijn naam werd dan een beetje verzonnen, hoe ik eruit zag en mijn leeftijd werd verzonnen. En mijn echte foto’ s van mijn lichaam werd erop gezet. En ze konden bellen en ze konden afspraken maken en soms dan was het mailen van, ‘ja, mag ik met haar een uurtje dit of dat’, of ‘Hé hallo’, weet ik veel, allemaal dat soort verhalen. Dan gingen ze gewoon op die manier contact met mij houden. Ze hebben eigenlijk contact met die jongens en die jongens zeggen ook nooit wat ik precies moet gaan doen. Er wordt gewoon iets afgesproken en ik stap in, of ik wordt afgezet bij iemand zijn huis, klaar... Je moet vooraf betalen en dan moet ik seks hebben of dan moet ik dit of dat doen, soms condoom, soms zonder...
V: En aan wie betaalde die klant?
A: Die gaven het geld aan mij en ik moest het inleveren. Bij hun.
V: Om hoeveel geld ging het dan per klant?
A: Soms tot 200.
V; En wat moest je dan doen voor die 200?
A: Soms moest ik een uurtje blijven, soms twee uurtjes. Dan moest ik seks hebben...anaal, zonder condoom, met condoom.. Vaginaal, pijpen... dat soort dingen.
V: En als je dan bij iemand thuis zat, hoe werd dan geregeld datje weer uit dat huis kwam?
A: Als de afspraak klaar is voor hem en dan heb ik mijn geld.
V: En wie bel jij dan op?
A: Ik bel die jongens op zo van ‘Ik ben klaar'.
V: Bel je [medeverdachte] ook?
A: Ja, die bel ik dan op.
V: En dan?
A: Dan komen ze aanrijden en dan stap ik in en het eerste wat ze vragen is: “Is het goed gegaan?” En dan moest ik het geld inleveren en zo ging het de hele tijd door. En soms moest ik bewijzen bij hem, als hij alleen was met mij, hoe ik het bij de klant doe, hoe ik seks heb met hem, hoe ik hem ging pijpen en dat ik bang was of zo, weet ik het... Dat ik echt werk deed, dat moest ik hem laten zien. Want hij wilt niet dat het wordt gezien als gedwongen... ...maar het is gedwongen, weet je...
V: Moest je in het begin het geld ook al afgeven?
A: Ja.
V: Je hebt nooit wat voor jezelf gehad?
A: Ja, soms had ik wel wat voor mezelf. Het is gewoon een manier voor hem om te laten zien dat het ongedwongen is. Dat ik ook wel wat krijg.
V: Kun jij mij uitleggen waarom jij dit gedwongen voelt?
A: Omdat ik af en toe geslagen word en dat ik er echt per sé moet staan en dat ze gaan ophalen.
A: Die nacht vergeet ik ook gewoon nooit...het was allemaal klote.
V: Was je alleen met [medeverdachte] ?
V: Ja ...kun je mij vertellen, wat er met je zou gebeuren als je het geld niet aan hun gaf, of niet aan [medeverdachte] gaf?
A: Ik moest het standaard geven, of hij keek me met een blik aan van ‘Geef!’ Weet, zonder iets te zeggen, gewoon een beetje strenge blik.. En hij schoot met zijn ogen, met grote ogen naar me en toch denken van ‘Ik ga het geld geven’, gewoon omhoog...of hij kneep in mijn been, en ja... toen gewoon geven. En hij ging ook mijn portemonnee., dus hij kreeg die hele portemonnee... van nou.. En ze gingen ook checken dat er geen geld over was, dus hij pakte het hele bedrag eruit.
V: Hoe kan [medeverdachte] nou weten, dat jij een klant hebt gehad voor 200 euro, door jou..?
A: Hij stond bij de deur en ik stond ernaast en die man, de klant gaf het bedrag aan hem en hij ging het afsluiten en hij ging ermee vandoor. ‘Ik zie jullie straks wel' ... Ik ging naar binnen, zo was het afgesproken en zo is hij dan dus opgelicht..
V: Ooh . dus voordat je met de klant aan het werk ging, had die klant het geld al betaald?
A: Ja, het was gewoon vooraf betaald.
V: Maar kwam het ook voor dat de klant aan jou betaalde?
A: Ja, het was maar één keer dat ie daar bij de deur kwam. Dat was één keer maar. Dat geld kreeg ik zelf in mijn handen, dat moest ik in mijn portemonnee doen.
V: Hoe wist [medeverdachte] dan, dat jij zoveel geld van een klant had gekregen?
A: Omdat hij in de mail ziet, hoeveel die klant hebt betaald. Elke keer is er een klant en dan geef ik mijn geld aan [medeverdachte]
A: ik heb ook twee soa’s van al die klanten gehad!
V: Hoeveel heb je er gehad?
A: Heel veel., heel veel..!
V: Kun je ongeveer...
A: Ik weet niet het getal, maar het zijn er wel veel, die ik heb gezien, die in mij zijn geweest.. Ik heb twee SOA’ s gehad en ook al heb ik SOA, ik moét daar klaar staan... En ik moet weer aan het werk, ik moet dit, ik moet dat, anders gebeurt er dit, anders gebeurt er dat..
V: Hoeveel klanten had je op een avond?
A: Tja... .Ik was in de middag, dan had ik er meestal 10 of zo.. En in de nacht heb ik er heel veel. Dan werkte ik tot half 7 ‘s ochtends, of tot 5 uur 's ochtends...
V: Kun je ook vertellen waarom het na die vier maanden is gestopt?
A: Toen mijn telefoon werd afgepakt. En ik zat in een afkoelruimte zat ik dan, omdat ik ruzie heb gehad met een vriendin.
V: Waar was die ruimte?
A: Was gewoon op mijn verblijfplek, dat ik met haar ruzie had..
V: Nou, dat bedenk ik me ook in ene...Dan zit jij in een instelling en dan... Hoe weet jij datje naar die jongen toe moet?
A: Door berichten op mijn telefoon. Want ik heb daar juist Wifi... het is...
V: En wat staat daar dan op, op je telefoon?
A: Eum, 'zorg datje klaar staat’. Als ik niet reageer, ‘Waar ben je, waar ben je’..belt ie me de hele tijd op.. Van bellen en sms-en en berichten en What’s appen en bellen en video-callen.. Gewoon heel gek doen! ik schrik er gewoon van, want hij is de enigste, hun zijn de enigste die mij bellen.
V: Kreeg jij condooms?
A: Ja, dat moest ik geld van de klanten, van dat geld moest ik dan zelf condooms halen. Als er bijvoorbeeld een klant is en ik heb dan geen condooms, dan zegt ie, ‘ja, heb je dat niet gehaald’ en dit en dat.. En dan moet ik het zonder condoom doen, terwijl gewoon..
V: Wie zegt dat?
A: [medeverdachte] ... moeten we het zonder condoom doen.. ‘En dan moet je het eerder zeggen, nu ben je te laat..'
V: Je IQ is laag?
A: Ja, dat..
V: Een licht verstandelijke beperking?
A: Ja, dat.
V: Wat ik wil weten... wisten die jongens datje op die instelling zat?
A: Waar ik nu woon? Ja, dat weten ze.
- Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 29 maart 2018 (map D, dossierpagina’s 45-97)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V:En wat je me net liet zien, dat rekeningnummer met de naam d’r bij.
A: Ja. Ja. Ja. M, of eh eh de voornaam van [verdachte] . Eh o, wacht effe.... Hier...
Opmerking verbalisant: De aangeefster toont de verhoorster iets op haar telefoon.
V: Dat is [verdachte] . En dat is met een G en een H.
A: [naam] . En dan is dit z’n afschrift zeg maar.
Opmerking verbalisant: De aangeefster wijst naar het beeldscherm van haar telefoon.
V: Dit is z'n af-..,z’n rekeningnummer.
A: En waar, waar klanten... Ja... waar klanten zeg maar die eh geld eh...
V: ...op moesten betalen.
A: Sommige gingen echt eh eh.. zeg maar sommige gingen geld overmaken en dat moest per se op die rekening.
V: Ja.
A: En dan moest ik dit eh aan hun laten zien. Maar dan had ik dit weggehaald en dan moest ik dit aan hun laten zien van eh daar moet je het overmaken.
V: [rekeningnummer] .
A: 60. Ja, klopt.
A: Ja. Dus ik heb ook een bewijs daarvan. Dus ook een foto van een klant die eh zeg maar eh eh kijk eh [verdachte] die heb dus niet eh ja, die voorin zat, die als [naam] wordt genoemd, die zat dus voorin en die ging dus met die klant praten. En eh toen werd die rekening zo aan hem eh ge... Moest ik ook foto van maken dat ik het echt heb gedaan.
[verdachte] me ook wel echt vies geslagen..heeft ie..
V: Ja, wat kun je...
A: In m’n ribben.
A: Als er eh gebeld wordt dan wordt het hier keihard naar eh geslagen, dan moet ik het opnemen. ..dus...
Opmerking verbalisant: Bij het uitspreken van bovengenoemde woorden brengt de aangeefster haar telefoon ter hoogte van haar linkerschouder en demonstreert zij hoe zij geslagen werd. Dit doet ze door met haar telefoon op de plek tussen haar hals en linkerschouder te slaan.
V: Wat heb je nog meer met hem meegemaakt?
Opmerking verbalisant: De aangeefster wijst bij het uitspreken van bovengenoemde woorden naar de afgedrukte versie van foto 2 en 7, die op tafel liggen
(de rechtbank begrijpt: de foto’s van [verdachte] ).A: Bedreiging. Eh veel bedreigingen.
V: Waarom?
A: Omdat eh omdat ik wou gaan stoppen of zo. Of ik had er geen zin meer in. Of dat hij het zat was, omdat ie al, al de, al de eh zeg maar omdat ie al de mails en dat soort dingen regelt. En daar wordt ie zat van en dan reageert ie dat op mij af. Hij is normaal heel stil, maar de laatste tijd is ie heel boos en eh met dat schreeuwen, uitschelden, dit.
V: En met betrekking tot het verdiende geld, speelde hij daar nog een rol in?
Opmerking verbalisant: de verhoorster wijst bij het uitspreken van bovengenoemde woorden naar de afgedrukte versie van foto 2.
A: Ja.
V: Wat?
A: Hij regelt de mail en de klanten van mij. En de geld eh de contant geld ging in [medeverdachte] z’n zak. En eh en als het, als het eh gepind moest worden ging het bij hem op de pinpas, dus moest het overgemaakt worden naar de pinpas.
Opmerking verbalisant: bij het uitspreken van de woorden 'ging het bij hem op de pinpas', wijst de aangeefster naar de afgedrukte versie van foto 2.
V: Naar zijn rekeningnummer?
A: Ja.
V: Ja. Om hoeveel geld zou het gaan in totaal?
A: Wel veel geld. Nou, dat zou ik niet weten, maar het is wel veel hoor.
V: Nee, oké. Nee, oké.
A: Het is gewoon wel een doos vol, dat ze dat zeiden. Maar die geld ging alleen maar naar ergens anders. Elke keer was het op en dan moest ik het opnieuw verdienen. Nou, het is een best bedrag..
V: Heeft hij die drie maanden een rol gespeeld?
Opmerking verbalisant: De verhoorster wijst bij het uitspreken van bovengenoemde woorden naar de afgedrukte versie van foto 2.
A: Hij was er altijd bij. Dat was geen inval, hij was er altijd bij. Net zoals [medeverdachte] , zij waren altijd er bij. Altijd. Was nooit een inval, nooit.
V: Ehm... Weet jij ook de telefoonnummers van al die jongens?
A/V: [medeverdachte] [telefoonnummer] .
A/V: [naam] [telefoonnummer]
V: Ja. Weet je, weet je, kun je wel plaatsen vertellen waar je geweest bent?
A: Ja, overal, overal. Sint Pancras, Egmond aan zee, eh hotel in Heerhugowaard, paar keer. Eh tennisbaan, bij Mi- Mi- eh Heerhugowaard. Eh, een parkeerplaats was daar. En eh wat nog meer eh bij de Dekamarkt in Heerhugowaard. Eh ergens eh ook bij mensen thuis. Eh, Amsterdam. Eh ja, in Alkmaar heel veel. Bijna in Hoorn ook. Eh, heel veel plekken was het, ja, heel veel plekken.
V: Ja. Nou, je kan d’r wel heel wat noemen.
A: Ja. Ja. Ook industrieterrein en eh afgelegen plekken en eh een beetje waar, waar alleen maar gebouwen aan het werk zijn en dat soort dingen
V: Werd van tevoren afgesproken wat je bij zo’n klant zou doen?
A: Nou, het wordt wel afgesproken van ja, eh ‘je gaat zonder condoom'. En dan hoor ik van die eh klant dat je gewoon met condoom moet doen. Dan wordt het hele gezeik. Of eh zeggen ze bijvoorbeeld, ‘ja, je mag, je, je, je moet maar één uurtje’. En dan hoor ik van die persoon dat ik drie uurtjes moet. En soms hoor ik dat ik gewoon moet slapen bij hem. Ja, het is allemaal gewoon eh...
V: Hé en wie bepaalde het bedrag dan, wat er betaald moest worden?
A: [medeverdachte] .
V: Hoe deed ie dat dan?
A: Eh via mail van sexjobs. Eh krijgt ie daar allemaal mails en dat soort dingen. Eh en dan krijgt ie, krijgt ie in z’n mailbox van al die mensen die willen afspreken en of ze tijd hebben, of, of ik tijd heb voor ze. En eh toen word en dan wil eh vragen die mensen wat ze kunnen bij mij, wat ze bij mij kunnen doen. En eh het wordt zeg maar op zo’n manier gedaan alsof ik dat persoon ben op dat e-mail. Maar het was gewoon, het is gewoon [medeverdachte] en die doet zich voor als een vrouw, dan weet je wel. ‘Ja, is goed, lekker, geil. Oké, is goed, om 2 uur, kom maar’.
En dan wordt er zo’n bedrag opgegeven. Ja en dan moet ik eh dan krijg ik een belletje en dan moet ik eh word ik eh... Dan spreek ik met [medeverdachte] af en dan ga ik eh naar die plek toe en eh zet ie me daar af. En dan moet ik naar die... Moet ik wachten en dan komt er een jongen naar me aanlopen, of een oude man, of weet ik veel.
V: En, en, en, en het bedrag wat dan betaald moest worden, dat deed [medeverdachte] ook?
A: Ja.
V: Maar wat blijft er dan over van het bedrag?
A: Drie uurtjes is gewoon wat hij, het hangt er af wat hij wil bij mij. Wilt ie me neuken, wilt ie eh eh zonder of con- zonder of met. Wilt ie me eh wilt ie eh mij laten vingeren of weet ik veel.
V: Ja, maar als je...
A: en dan komt het geld alleen maar bij en bij en bij. Dus dan komt een groter bedrag en dat moet hij dus contant aan mij als eerst geven, vooraf betalen.
V: Ja. Ja.
A: En dan doe ik het in zo’n tasje. En als en als ik weer bij hem instap moet ik het geld heel snel aan hem geven. Gewoon alles. En hij wilt ook gewoon voor de zekerheid... Soms pakt ie die tasje van me af en om zeker te weten dat er geen geld er nog in zit. Dus alles moet aan hem, weetje eh alle geld moet naar hem toe.
V: Ja.
A: Dus ja, dan komt eh, pingeld, want die moet dus overgemaakt worden naar eh die eh man.
V: Hoeveel kreeg je uiteindelijk van [medeverdachte] dan weer? Of hoeveel mocht je houden?
A: Nou, ik kreeg meestal eh eh rookgeld. Dus daar kon ik van roken en ook condooms van halen. Dat moest. En dan eh die papiertjes, die tissues d'r bij. Oké, klaar. En soms was het ook gewoon een groot bedrag, ik denk 100 euro of zo. Soms 50 euro. Ja, het meest 50 euro, 10 euro, 20, zo, zoiets. En was maar één keertje, was één keertje maar eh 100 euro volgens mij.
V: Dat je kreeg? Dat je mocht houden?
A: Ja, bijna 100 euro, plus die geld wat ik nog over bij eh had.
V: Maar had je misschien ook kunnen besluiten om niet om 11 uur uit de instelling te gaan?
A: Ja, dat heb ik allemaal besloten, maar toch krijg ik allemaal bedreigingen naar m’n hoofd. En eh gewoon geschreeuw. De hele tijd bellen. En toen heb ik mijzelf laten eh gewoon overgaan, ga toch maar. Ik laat me gewoon eh ja, ik word er gewoon bang van en gewoon boos, teleurgesteld eh verdrietig en dan, dan ga ik wel.
V: Mocht jij in het begin ook wat geld houden? Meer dan bijvoorbeeld op het end?
A: Ik heb in het begin geen geld gehouden hoor. Nee
V: Je hebt de vorige keer ook verteld dat je geslagen werd en geknepen.
A: Ja. ..dat gebeurt hè..
V: Wat wilden ze daarmee bereiken?
A: Om me stil te houden, denk ik. Laten zien wie de baas is.
V: En wie deed dat dan?
A: [medeverdachte] .
V: [medeverdachte] alleen?
A: Ja.
V: [verdachte] niet?
A: Nee.
V: Dus jij denkt, om je stil te houden.
A: [medeverdachte] ging heel vaak op m’n been heel hard klap geven en dan eh, hij had gewoon een handafdruk. Of in m'n been heel hard knijpen tot ik zeg ‘ja, ja, ja, is goed’
V: Nee. Maar ik snap wel dat deze vragen... Maar daar hebben we het vorige keer ook al zo over gehad eh, watje ongeveer verdiende per klant, hoeveel geld je per klant kreeg. Maar ik snap ook dat dat afhankelijk is...
A: Soms 100 euro, soms 150, soms meer, soms minder, soms het hangt er af joh!
V: Ja, maar kun je nog terughalen wat je bijvoorbeeld moest doen voor 50 euro?
A: Dat was cardate.
V: Cardate. En wat moest je dan doen met de klant?
A: Soms seks hebben in de auto. En soms gewoon ze pijpen en soms klaar, dat, dat soort dingen.
V: Want dan, dan, dan eh... Hoeveel klanten had je gemiddeld?
A: In de nacht had ik best wel veel. Ik denk wel zeven of acht, soms tien. Ja, tien. En eh, overdag, er zijn er ook wel veel, maar er zijn ook mensen die dan afzeggen, dus ik weet niet wat die fucking eh, ..kankergetal is
V: Hé en als we het dan over de gemiddelde klanten hebben, hoeveel klanten betaalden d’r cash aan jou, of maakten het over op de rekening?
A: Rekening heel weinig. Maar eh contant heel veel. Klaar, opgelost.
V: En dat contante ging naar [medeverdachte] ?
A: Ja, naar hem, ja.
V: Oké. Wie is [accountnaam] ?
A: Dat ben ik!
V: Oké.
A: Ja, nou. Dat is m'n eerste account. De tweede account [accountnaam] . [accountnaam] .
V: Oké.
A: Ja.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 3 juli 2018 (map D, dossierpagina’s 111-113)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
[huisarts] is als huisarts verbonden aan het [instelling]
. [slachtoffer 1] heeft haar een aantal maal bezocht vanaf het moment dat zij daar verblijft. Hierop zijn er bij [huisarts] gegevens opgevraagd uit het medische dossier van
[slachtoffer 1] .
Op 2 oktober 2017 heeft [slachtoffer 1] de huisarts bezocht. [slachtoffer 1] heeft aan de arts verteld dat zij het weekeinde voorafgaand aan 2 oktober 2017 ongewenst seks contact heeft gehad. Dat is het weekeinde van 30 september en 1 oktober 2017.
Vervolgens heeft [slachtoffer 1] op de volgende data een afspraak met de huisarts [huisarts] ;
• 3 oktober 2017
• 16 oktober 2017
• 23 oktober 2017
Tijdens deze afspraken komt steeds de angst voor SOA en zwangerschap ter sprake.
Op 23 november 2017 geeft de door de huisarts afgenomen SOA test de uitslag dat [slachtoffer 1] de geslachtsziekten gonorroe en trichomonas heeft.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 15 mei 2018 (map G, dossierpagina’s 1-3)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Ik werk als GZ-psycholoog bij de instelling [instelling] . Ik ben de behandelaar van [slachtoffer 1] . Zij is hier op 25 april 2017 geplaatst. [slachtoffer 1] is licht verstandelijk beperkt, ze heeft een IQ van 62 en heeft een verstandelijk ontwikkelingsniveau van een 8 a 9 jarige. [slachtoffer 1] lijdt aan PTSS in een chronische vorm.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 13 juni 2018 (map G, dossierpagina’s 10-14)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Hoe lang ken jij [slachtoffer 1] ?
A: Ik ken haar nu ongeveer 1 jaar, zo lang zit ze ook bij ons. Ik ben nu ook haar cliëntbegeleider geworden.
V: Weet jij wanneer de vermoedelijke uitbuiting van [slachtoffer 1] heeft plaatsgevonden?
A: Ik bedacht mij dat het rond september 2017 was, [slachtoffer 1] heeft het aan collega's verteld. En ik moest werken die avond en toen heeft zij mij ook het een en ander verteld. Mijn collega’s vertelde tegen mij dat het niet goed ging en dat [slachtoffer 1] dingen moest doen wat niet goed was. En met niet goed was, bedoel ik seksuele dingen. Ze heeft aangegeven aan de collega’s dat ze contact had met meerdere jongens en dat het niet goed ging. ’s Avonds wilde ze met mij een gesprek aan gaan en toen vertelde [slachtoffer 1] het tegen mij. Dat de periode voor haar een hel was.
V: Wat heb jij gemerkt?
A: [naam] en [slachtoffer 1] gingen samen de deur uit en kwamen ook laat terug. Ze gingen na 22.30 de deur uit. En kwamen rond 5 uur of half 6 terug.
V: Heeft ze iets verteld over wat ze ermee verdiende?
A: Ze stond online op een website daar stonden geen prijzen bij, alleen een telefoonnummer. Dat kwam ter sprake en ik ben nieuwsgierig dus ik ben het gaan opzoeken. Ik vond haar advertentie ook. Ik herkende haar op de foto.
V: Heb je ooit letsel gezien bij haar?
A: Ze heeft blauwe plekken laten zien op haar zij.
V: Was het voor jou een bevestiging dat zij mishandeld was?
A: Het waren rode plekken, je kon zien dat het van een vuist of hand was geweest. Het was duidelijk dat het door iemand was toegebracht.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 9 augustus 2018 (map E, dossierpagina 112)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Aan [getuige] , cliëntbegeleider van [slachtoffer 1] , is de vraag gesteld of hij kon achterhalen wat exact de datum is geweest wanneer haar telefoon is afgenomen door medewerkers van [instelling] . Tevens gevraagd of hij de datum kon achterhalen wanneer hij gezien heeft dat zij heel vaak is gebeld en geappt.
Hieronder het antwoord van [getuige] :
“ [slachtoffer 1] is op 26-11-17 gesepareerd op [locatie] . Dit houdt in dat ze geen spullen meer heeft gehad vanaf dat moment. Wij hebben gezien dat ze op dat moment een aantal keer gebeld is door - [naam] - en een bericht heeft gekregen met “waar ben je”. Ze is op de avond van 26 en 27 november verhuisd naar [locatie] (gesloten afdeling) om daar te verblijven in de separeer.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 18 september 2018 (map G, dossierpagina’s 15-21)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: In dit mensenhandel onderzoek is jou naam naar voren gekomen. Kan je daar iets over verklaren?
A: Ik ken wel een meisje die daar in zat. Dat was [naam] . Zij ging met verkeerde jongens om en toen wilde ze ineens geld verdienen. Ze heeft eerst meegewerkt, maar later werd ze gedwongen. [naam] noemde de namen [verdachte] en [medeverdachte] en een van de achternamen was [naam] en een ander heette [naam] (fon). Ik ben ook een keer meegegaan en de jongens vroegen aan mij ook of ik geld wilde verdienen. Dat wilde ik niet.
V: Met wie zat je in de auto?
A: Met [verdachte] , [medeverdachte] , [naam] en ik.
V: je noemt [verdachte] , wie is dat?
A: Hij is de baas of zo, hij is ook getrouwd met een Nederlandse vrouw, hij woont in [woonplaats] . Hij is klein van stuk, heeft wel een grote mond. Kan bedreigend overkomen en gaat dan vriendelijk doen, om niet bedreigend over te komen.
V: Waarom denk je dat hij de baas is?
A: Hij had telefoons, hij regelde klanten, en hoe hij over kwam. Die andere was meer met haar aan het spelen. Ik bedoel [medeverdachte] met die andere. Hij wilde denk ik dat zij verliefd op hem werd of zoiets.
V: Hoe zou je [medeverdachte] omschrijven?
A: Lelijk, dik krulletjes. Hij was onbeschoft, respectloos, aan je zitten. Hij was een volwassen iemand met een achterstand. Niet goed in ieder geval.
V: Regelde [medeverdachte] ook wel eens klanten?
A: Hij had haar op een site gegooid en regelde zo klanten. Dan zei hij tegen [naam] hoe laat en waar ze moest komen. Met hij bedoel ik [medeverdachte] , of [verdachte] ze waren altijd met z’n tweeën.
V: Had jij het idee dat ze werd uitgebuit?
A: Ja zo wie zo dat voor 100%. Ze gebruikten haar zwaar voor alles. Zij kreeg maar 20 euro, terwijl die man waarschijnlijk 200 had betaald, er klopte gewoon niets van.
V: We gaan naar de eerste keer dat je in de auto zat, dat ze toen iemand moest pijpen, hoe zat dat?
A: Ze [medeverdachte] uit de auto en toen ze terug kwam ging ze lachen. Ik hoorde dat [medeverdachte] zei dat ze het wel goed kon en haar haar zat raar, alsof hij haar haar had vastgepakt. Toen vroeg ze of ze was goed gekeurd en [medeverdachte] zei dat ze was goed gekeurd.
V: Heb jij wel een letsel gezien bij [naam]
A: Ze had op haar zij wel eens letsel, ze had wel pijn. Ze vertelde me dat ze haar pijn hadden gedaan. Ik heb op haar linkerzij en onder haar borst wel eens blauwe plekken gezien.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 27 september 2018 (map G, dossierpagina’s 31-36)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Zou het kunnen dat zij een geld schuld had bij [medeverdachte] of [verdachte] ?
A: Nee, omdat hij meestal het geld meteen gaf. Zij kreeg de helft en hij hield de helft. Dat werd later steeds minden en minder. Ze heeft me dat verteld en ik heb ook gezien dat het geld steeds minder werd.
- Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 20 september 2018 (map G, dossierpagina’s 26-28)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Wij draaien op dit moment een mensenhandel onderzoek en jouw naam komt naar boven als mogelijk contact van een verdachte.
A: Dit zou kunnen omdat ik wel eens een meisje heb gebeld.
V: Op wat voor manier kwam jij met een meisje in contact?
A: Ik heb wel eens een site bezocht en zo kwam ik in contact.
V: Via welke site was dit?
A: Dit was via sexjobs.nl
V: We praten over de periode van eind 2017. Zou dit kunnen?
A: Ja dat zou kunnen.
V: In het onderzoek is gebleken dat vanaf jouw rekeningnummer geld is overgemaakt naar 2 verschillende personen. De data van de overboekingen waren van het laatste kwartaal van 2017. Dit was in september, oktober en november.
A: We spraken ergens af, hadden gemeenschap en dan was het klaar.
V: Dit was in het totaal 5 keer. Weet je nog om wat voor bedragen het ging?
A: Het ging altijd om een bedrag van de 60 euro.
V: Hoe ben je met haar in contact gekomen?
A: Via dezelfde site. Ik heb het geld naar 2 rekeningnummers overgemaakt.
V: Wie gaf jou het rekeningnummer?
A: Volgens mij kreeg ik het via de app.
Ik wil ook nog aanvullend zeggen dat ik ook een keer met haar had afgesproken en dat ze in tranen was. Er is toen geen seks geweest en we hebben alleen gepraat. Ik heb haar toen gevraagd of ze het wel vrijwillig deed en toen zei ze dat er niets aan de hand was. Ik wilde toen echter niet meer omdat ik mij anders een aanrander voelde.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 3 september 2018 (map E, dossierpagina’s 151-155)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 4 juni 2018 zijn de historische financiële gegevens opgevraagd van het rekeningnummer van verdachte [verdachte] , namelijk:
- [rekeningnummer] - van 1 januari 2017 tot en met 31 mei 2018. Dit rekeningnummer wordt door [slachtoffer 1] tijdens haar tweede verhoor genoemd als het rekeningnummer waarop betalingen werden gedaan voor haar seksuele diensten door klanten.
Onderzoek historische financiële gegevens:Op 21 augustus 2018 heb ik, verbalisant, onderzoek gedaan naar de betreffende financiële gegevens die binnen de onderzoeksperiode vallen.
Daarbij zijn vier opvallende transacties te noemen.
Transactie 312:Op 28 oktober 2017, om 03.00 uur is op de genoemde rekening, een bedrag van 50.00 euro overgemaakt vanaf rekening [rekeningnummer] op naam van ‘ [getuige] .
Transactie 320:Op 15 november 2017, om 00.20 uur is op de genoemde rekening, een bedrag van 65.00 euro overgemaakt vanaf rekening [rekeningnummer] op naam van [getuige] '.
Transactie 324:Op 17 november 2017, om 23.54 uur is op de genoemde rekening, een bedrag van 65.00 euro overgemaakt vanaf rekening [rekeningnummer] op naam van ‘ [getuige] '.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 17 oktober 2018 (map E, dossierpagina’s 46-71)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Binnen het bewijsbestand heb ik het gesprek gevolgd tussen de aangeefster en de verdachte die gebruik maakt van telefoonnummer [telefoonnummer] . In de telefoon van de aangeefster staat dit telefoonnummer in de contactpersonen onder naam “ [naam] ”.
De hieronder weergegeven berichten achter “Outgoing" zijn afkomstig van de aangeefster.
De hieronder weergegeven berichten achter “Incoming” zijn afkomstig van “ [naam] ”
Outgoing hij is afbetaald dan krijg ik ook geld deal? 31-10-2017 21:59(UTC+1)
Incoming Jaa die waggie ja maar die kilometers moeten 31-10-2017 22:00(UTC+1)
ook nog betaald worden
Incoming Jaa maar je krijgt gwn elke dag gwn sjans e dat 31-10-2017 22:02(UTC+1)
was togh de afspraak en de rest word gwn gestash
Outgoing Elkedag hmm laast niet 31-10-2017 31-10-2017 22:02(UTC+1)
Outgoing Nu 31-10-2017 22:02(UTC+1)
Outgoing Due dag 31-10-2017 22:02(UTC+1)
Incoming Jaa duh omdat er meer kosten zijn dan dat er binne komt 31-10-2017 22:02(UTC+1)
Incoming Jij beseft niet hoeveel alles kost 31-10-2017 22:03(UTC+1)
Outgoing Als ik werk dan krijg k 31-10-2017 22:03(UTC+1)
(…)
Outgoing We moeten niks uitgeven alleen als het belangrijk is ! 1-11-2017 17:52(UTC+1)
Incoming Maar dat willen we ook doen maar afgelopen 1-11-2017 17:53 (UTC+1)
keren veel koste
Outgoing Jaa klopt maar anders is het ook voor mij faya ik heb dan sex en dan is die geld half weg 1-11-2017 17:54(UTC+1)
Outgoing Wordt ook stil geriteerd van snapje 1-11-2017 1-11-2017 17:54(UTC+1)
Incoming Jaa maar dat komt goed wollah, 1 deze dagen 1-11-2017 1-11-2017 17:55(UTC+1)
zityen we goed kunnen we goed uitgeven
Incoming Maar dan moet er wel wat binnekomen, deze dagen alleen maar 1 klennie per dag
1-11-2017 17:56(UTC+1)
Incoming Dat is niks 1-11-2017 17:56(UTC+1)
Outgoing Sorry maar dat je zeg je vaak dan .. 1-11-2017 17:56(UTC+1)
Incoming Je hebt togh gezien hoeveel er is uitgegeven, als mijn auto niet stuk was gegegaan dan wollab dan zaten we nu kkr lekker 1-11-2017 17:57(UTC+1)
(…)
Incoming Een bedrijf heb je ook niet 1 2 3 lopend 5-11-2017 18:52(UTC+1)
Incoming Duurt allemaal lang voordat er echt echt wat binnekomt 5-11-2017 18:52(UTC+1)
Outgoing Ik wil m'n geld 5-11-2017 18:52(UTC+1)
Incoming Je krijft geld je hebt altijd geld gehad 5-11-2017 18:54(UTC+1)
Incoming 3 4 keer niet tofh 5-11-2017 18:54(UTC+1)
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 6 april 2018 (map E, dossierpagina’s 13-23)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Ik, verbalisant, heb de veilig gestelde data van bovengenoemde telefoon nader onderzocht en vond hierin een WhatsApp gesprek tussen Aangeefster en “ [accountnaam] ".
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C (eigenaar)
[telefoonnummer] @s.whatapp.net [accountnaam]
Het gesprek tussen “C” en “ [accountnaam] " vond plaats van 29-09-2017 tot en met 27-11 -2017.
1-10-2017 18:31 C: Ben gewoon kkr in love met jou
1-10-2017 18:32 [accountnaam] : Je wilt geen moer doen beter afstand elke keer breng je mij hoofdpijn gezeik
1-10-2017 18:33 [accountnaam] : Afzeggen weer
1-10-2017 18:34 C: ik wil geen afstand wollah
9
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 17 oktober 2018 (map E, dossierpagina’s 72-84)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Binnen het bewijsbestand heb ik het gesprek gevolgd tussen de aangeefster en de verdachte die
gebruik maar van telefoonnummer [telefoonnummer] . In de telefoon van de aangeefster staat dit
telefoonnummer in de contactpersonen onder naam “ [accountnaam] ”
De hieronder weergegeven berichten achter “Outgoing" zijn afkomstig van de aangeefster.
De hieronder weergegeven berichten achter "Incoming" zijn afkomstig van “ [accountnaam] "
Incoming Ey neem paar strings mee 29-9-2017 22:15(UTC+2)
Incoming En beha's 29-9-2017 22:16(UTC+2)
Outgoing Oke hoeveel vraagt ie? 29-9-2017 22:18(UTC+2)
Incoming 3 50 29-9-2017 22:20(UTC+2)
Outgoing Hoeveel krijg ik ? 29-9-2017 22:21 (UTC+2)
Incoming Begin je weet 29-9-2017 22:22(UTC+2)
Incoming Weer 29-9-2017 22:22(UTC+2)
Incoming Met wat ik wat ik wat ik zondag zie je wat je krijgt een lekkere 4 5 bar
29-9-2017 22:23(UTC+2)
Incoming Heb gestash voor je toch 29-9-2017 22:23(UTC+2)
Incoming Voor ons 29-9-2017 22:23(UTC+2)
Incoming Van die 350 krijg jij bankoe ik bankoe me niffoh bankoe de rest aan de kant
29-9-2017 22:24(UTC+2)
Incoming En dan zien we zondag wat we hebben en delen we het door 3 29-9-2017 22:25(UTC+2)
(…)
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 9 augustus 2018 (map E, dossierpagina’s 118-120)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Onderstaande betreft een gesprek tussen de telefoonnummers; + [telefoonnummer] (in gebruik bij [verdachte] ) en + [telefoonnummer] (in gebruik bij de aangeefster). Het betreffen onderdelen uit de chat(s) waar het gaat over het feit dat een account aanmaken 3000 per jaar kost.
@s whatsapp.net [accountnaam] Incoming Heb je laptop 2-10-2017 19:37(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C Outgoing Nee wel miss een app 2-10-201719:38(UTC+2)
@s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Account aanmaken kost 3000 per jaar 2-10-2017 19:38(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Heb je dat 2-10-2017 19:38(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C Outgoing Nee zoveel 2-10-2017 19:38(UTC+2)
@s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Jij wilt niet meer to check 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Heb 3000 geïnvesteerd 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming In jou kkr acvount 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Ga je mij 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Dat Terug gsven 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Neee 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C Outgoing Wat? 20-10- 20-10-2017 11:17(UTC+2)
@s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Beter stil 20-10-2017 11:17(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Jij.wilt niet meer werken 20-10-2017 11:18(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Ik.hsn 3000 eu 20-10-2017 11:18(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C Outgoing Wie zegt t 20-10-2017 11:18(UTC+2)
@s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Gelegd 20-10-2017 11:18(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Voor die kkr acount 20-10-2017 11:18(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C Outgoing ..3000 ??? 20-10-2017 11:20(UTC+2)
@s.whatsapp.net C Outgoing Ik ben verschijnlijk vergeten of je hebt t niet verteld 20-10-2017 11:20(UTC+2)
@s.whatsapp.net C Outgoing Ik ben nu ook (
verdrietige smileys) 20-10-2017 11:20(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Ja 3000 dus beter zie je vnb weet je nog onze 1ste gesprek ik zei weet je zeker 20-10-2017 11:22(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [accountnaam] Incoming Want moet er uit me eigen zak op investeren 20-10-201711:22(UTC+2)
Onderstaande betreft een gesprek tussen de telefoonnummers; + [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte] ) en [telefoonnummer] (in gebruik bij de aangeefster). Het betreffen onderdelen uit de chat(s) waar het gaat over het feit dat een account aanmaken 3000 per jaar kost.
@s.whatsapp.net [naam] Incoming Ok ewa je wilt stoppe dus?
20-10-2017 11:20(UTC+2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net C Outgoing Nee . Hij heeft 3000 neergelegd voor die acc
20-10-2017 11:21(UTC+2)
Ten aanzien van feit 2:
- Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2000, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 9 november 2018 (map D, dossierpagina’s 125-136)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Je mag je verhaal vertellen vanaf het begin. Hoe je met hem in contact bent gekomen en hoe het verder is gegaan.
A: Ik ben met hem in contact gekomen via snapchat. We kennen elkaar via via. Hij komt uit [plaats ] en ik ook. Wij hebben met elkaar gepraat en een aantal keer afgesproken. Ik werd verliefd op hem. Ik was gek op hem. Hij heeft mij op een gegeven moment opgehaald van school. Ik ben bij hem in de auto gestapt en hij bracht mijn naar huis. In de tussentijd heeft hij gevraagd of wij samen geld konden verdienen. Om dates te doen met
een oudere man met een gezin. Ik was toen 17. Toen heeft hij mij, ik durf het niet met zekerheid te zeggen, een week of paar dagen daarna weer opgehaald van school. Ik ben bij hem in de auto gestapt. Hij was met zijn neef. Hij heeft mij ergens af gezet. Daarvoor hebben jointjes gerookt. Ik was toen goed stoned. Voordat ik de auto uitging, zei hij nog dat ik niet de deur uit mocht komen zonder geld. Ik ben naar binnen gestapt. Ik weet het niet meer goed de eerste keer. De eerste keer is er geen seks geweest. Ik zag hoe de man die naast mij zat naar mij keek. En mij aanraakte. Toen ik de deur bij de man uit was. Moest ik het geld afgeven. Dat moest ik aan hem geven omdat hij de auto moest afbetalen. Die zou van hem worden. De auto was van zijn nicht. Er moest ook benzine in de auto. Omdat je onder invloed was van drugs heb je geen gevoel. Je weet niet wat er gebeurt.
Ik was nog steeds gek van hem. Je bent gek op iemand waarvan je denkt dat die ook gek op jou is. Van de dag dat het begonnen is weet ik niet meer waar we nog meer precies naar toe zijn gegaan. En zo ging het de dagen er na verder. Ik kan niet zeggen dat ik het zeker weet. Ik weet zeker dat het in het weekend is gebeurd omdat ik dan vrij was. Door de weeks is het ook gebeurd. Het meest in het weekend omdat ik dan vrij was. Zo is het maanden lang doorgegaan. Ik ben bij klanten geweest waar ik weg moest omdat ik dat wilde, maar de klant niet. Omdat het vaker is gebeurd, weet je wat de klanten willen. Alle keren ben je onder invloed. Je gevoel is dan nergens. Alles ging naar een ander en ik kreeg niets. Hij had contact via de mail. Hij heeft mij op een site gezet. Er is een account voor mij gemaakt. Die neef heeft dat account geregeld. Dat is wat ik er van weet.
Hij heeft contact via de mail. Ik wist nergens van af, waar ik heen ging en wat ik moest doen en qua tijden. Hoelang de klant wilde en wat de klant wilde en moest betalen. Met hem en hij in wat ik allemaal al vertelt heb bedoel ik [medeverdachte] .
Vaak kreeg ik wel wat er afgesproken was. Maar omdat ik vaak eerder weg ging en de klant niet kreeg wat hij had afgesproken was ik bang voor [medeverdachte] omdat [medeverdachte] dan boos zou worden. Als [medeverdachte] boos werd schreeuwde hij. Hij ging dan op het stuur slaan. Als ik naast hem in de auto zat, gaf hij mij wel eens klappen op mijn been. Hij deed dit regelmatig. Zodanig dat het een blauwe plek werd en steeds meer pijn ging doen.
V: Hoe deed [medeverdachte] tegen jou als je het algemeen moet beschrijven?
A: In het begin deed hij lief. Hij gaf mij een kus als ik in de auto kwam. Later kreeg ik geen kus meer. In het begin kreeg ik bijvoorbeeld een hand op mijn been. Later werd dit een klap op mijn been.
V: Welke namen gebruikte [medeverdachte] op social media?
A: [naam] .
V: Als jij naar klanten gebracht werd was [medeverdachte] dan alleen?
A: Nee, hij was met [naam] . Als ik dan naar klanten gebracht werd, was [medeverdachte] niet alleen als hij moest wachten.
V: Wat wist [naam] over wat er gebeurde met jou?
A: Ze zullen dat vast onderling er over gesproken hebben. [naam] had een account op de site waar [medeverdachte] gebruik van mocht maken. [medeverdachte] moest [naam] betalen daarvoor. [medeverdachte] heeft tegen mij gezegd dat hij [naam] moest betalen. Ik weet niet op welke site het was. Ik denk een sekssite. Als je je account niet betaald dan gaat deze uit de lucht.
V: Als je naar klanten ging, was [naam] er bij of was je ook wel eens alleen met [medeverdachte] ?
A; Zelden was ik alleen met [medeverdachte] .
V: Voordat je naar een klant toe ging, van wie kreeg je de informatie?
A: Ik kreeg de naam en de leeftijd en de plaats te horen van [medeverdachte] .
V: Welke naam werd er voor jou gebruikt in de advertentie?
A: [naam] of [naam] . In ieder geval niet mijn eigen naam.
V: Heb jij het altijd veilig gedaan?
A: Nee. Ook niet met klanten.
V: Heb jij je laten testen?
A; Ja, dit jaar in maart ofzo. Chlamydia is daar uit gekomen.
V: Hoe weet jij datje eerst een andere naam had in de advertentie?
A: Dat zei hij. Als ik naar de klant toe ging zei hij welke naam ik moest gebruiken.
[medeverdachte] reed altijd. Ik zat achter in als [naam] er was en voorin als [naam] er niet was.
V: Je vertelde dat je onder invloed was van drugs als je naar klanten ging. Hoe ging dat?
A: Hij blowde altijd. Hij gaf dat dan ook altijd aan mij. Hij gebruikte hasj en af en toe wiet.
V: Wat bleef jou bewegen om toch naar de klanten te gaan?
A: Ik dacht dat het over zou gaan. Als het maar een paar keer gedaan is, dan is de auto afbetaald. Ik was onder invloed van drugs en was verliefd op [medeverdachte] .
V: Hoeveel klanten ontving je per dag?
A: Gemiddeld drie. De ene dag 1 de andere dag dan weer 5. Ik hou het op drie gemiddeld.
V: Hoeveel dagen per week ontving je klanten?
A: Zes.
V: Hoeveel moest een klant betalen voor jou?
A: Voor twee uur kreeg ik 200,00 euro. Ik had niet altijd twee uur. Soms ook een uurtje, dan zal het denk ik 150,00 euro zijn. Ik heb ook wel eens onder de 100,00 euro gekregen als ik bijvoorbeeld wegging.
V: In het weekend ontving je meer klanten?
A: Ja, dan was ik vrij. Dan kon ik ’s morgens al beginnen. Ik had tussen de 5 en 7 klanten op een dag in het weekend.
V: Over welke periode heb je het dat je dit werk hebt gedaan.
A: Vanaf juni 2017 tot eind januari 2018.
V: Als de klant aan jou betaalde, wat gebeurde er met het geld
A: Eerst ging het in mijn eigen zak maar zodra ik in de auto zat, stak hij zijn hand op om het geld te ontvangen. [medeverdachte] maakte de afspraken dus hij wist wat er afgesproken was. Ik kon dus nooit bijvoorbeeld 100,00 euro in mijn eigen zak houden. Ik heb wel eens geld gevraagd aan [medeverdachte] , maar hij zei dat hij dat niet kon missen. Hooguit heb ik een keer 10 of 20 euro gehad. Ik weet niet hoe vaak dit is geweest. Soms kreeg ik sigaretten.
V: Heeft [medeverdachte] jou wel eens mishandeld?
A: Ja, in de auto op mijn been slaan.
V: Waarom was jij bang voor [medeverdachte] ?
A; Ik ben een meisje en hij een jongen. Een jongen is sterker. Ik zag hoe boos hij kon worden. Ik zag het aan zijn ogen, zijn blik. Dat zegt al genoeg. Ik wist dan dat ik niet verder moest gaan anders zou hij mij aanvallen.
V: Zijn er getuigen die jouw verhaal kunnen bevestigen?
A: Ja,
van klanten weet ik geen straatnamen. Ik weet wel van twee klanten uit Oudkarspel waar ze wonen. Van een weet ik zijn achternaam. [naam] van een [zaak] in Noord-Scharwoude. In Beverwijk weet ik ongeveer hoe je er naar toe moet rijden. Het was een Poolse man. De man [man] weet ik ook nog ongeveer. Dat is in Alkmaar. Van de man uit de Rijp heb ik zijn telefoonnummer geblokkeerd, maar zijn foto staat nog bij zijn profiel. Van de man uit de IJmuiden, Warmenhuizen, de Rijp, Beverwijk, Heerhugowaard, en de twee uit Oudkarspel, Egmond de Hoef en Alkmaar de man met zijn rug weet ik nog hoe ik daar moet komen denk ik.
V: Is het voor jou mogelijk om de dingen die gebeurt zijn, zoals wanneer je naar klanten toe moest in tijd neer te zetten en dan bedoelen wij wanneer dag/datum/ maand enzovoorts.
A: Door de weeks is het tussen half vier en twaalf uur 's nachts dat het gebeurde, dat ik naar klanten toe moest. Ik was na half vier uit school. En op de dinsdag vanaf half twee en in het weekend de hele dag tot twee uur in de nacht als het niet later is.
V: In de periode juni 2017 tot en met januari 2018 was jij 17 jaar. Wist [medeverdachte] dat.
A: Ja. Ik heb dit tegen hem gezegd.
- Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2000, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 30 november 2018 (map D, dossierpagina’s 143-153)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
V: Wat was jouw werknaam?
A: [naam] of [naam] , ik weet het niet meer.
V: Welke foto was er in de advertentie geplaatst?
A: De foto’s die ik naar [medeverdachte] had gestuurd die eigenlijk tussen ons moesten blijven.
V: Wat was het uurtarief wat de klanten aan jou moesten betalen?
A: Een uur was 100,00 euro. Twee uur was 250,00 euro, zo ongeveer. Een keer was het dat hij wilde dat ik bleef slapen bij iemand. Dat is een(1) keer gebeurd. Die zou dan 700,00 euro betalen. Dit is ook echt gebeurd.
V: Vanuit welke plekken moest je werken?
A: Bij de klant thuis en later die cardates. Ik heb maar 1 of twee keer een cardate gedaan. Hij vroeg dan dezelfde bedragen. Ik werkte vier/ vijf dagen in de week, van half vier/half vijf in de middag tot 24.00 uur ongeveer. Het waren altijd die tijden ongeveer. Na school half vier/half vijf.
V: Hoeveel klanten had je gemiddeld op een dag?
A: vier/vijf klanten per dag, zo ongeveer.
V: Hoeveel verdiende je gemiddeld op een dag?
A: Tussen de 600,00 euro en 800,00 euro. 1 klant is 150,00 euro, als dat het al was, is 600,00 euro totaal.
V: Hoeveel verdiende je per klant gemiddeld?
A: Tussen de 100,00 en 200,00 euro.
V: Hoeveel van het verdiende geld ging naar [medeverdachte] ?
A: Alles.
V: Wat deed [medeverdachte] met het geld?
A: Zijn auto zogenaamd afbetalen, benzine, kapper, eten, kleding en zijn familie en drugs, sigaretten.
V: Hoeveel geld ging er van het verdiende geld naar jou?
A: Een pakje sigaretten, een broodje. Niet dat ik echt geld in mijn hand heb gehad. Wel eens een tientje of twintig euro. Maar het was niet dat hij eens een keer 100,00 euro gaf.
V: Wat is wel eens?
A: Niet vaak. Het is op 1 hand te tellen.
- Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2000, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 7 februari 2019 (map D, dossierpagina’s 158-164)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
A: [naam] zat ook op dat account. Ze zaten er met zijn tweeën op.
V: Wat was [naam] zijn rol met betrekking tot de advertenties?
A: Het plaatsen van de advertentie.
V: Wat was de rol van [naam] in zijn geheel in de periode van juni 2017 tot jan 2018?
A: Het bij [medeverdachte] zijn. Het gezelschap.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 29 augustus 2018 (map E, dossierpagina’s 148-150)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Uit informatie in het politiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) blijkt dat op woensdag 6 december 2017 omstreeks 21.35 uur een controle heeft plaatsgevonden op een parkeerplaats bij de Beverdam, 1822AA te Alkmaar. Op de betreffende parkeerplaats werd een beetje achteraf een voertuig aangetroffen met draaiende motor, waardoor de waaklichten van het voertuig brandden.
Het voertuig betrof een [voertuig] , voorzien van het kenteken [kenteken] . In het voertuig werden drie personen aangetroffen, namelijk:
- [verdachte] . geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ), [adres]
- [medeverdachte] . geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , [adres]
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , [adres] .
Binnen het onderzoek is een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt van het onderzoek
naar de werknamen van aangeefster [slachtoffer 1] op de websites www.sexjobs.nl. Uit dit onderzoek is gebleken dat er twee advertenties onder de naam [naam] voorkomen op de website www.sexjobs.nl, te weten advertentienummer [nummer] en advertentienummer
[nummer] .
Buiten de delictsperiode is de advertentie [nummer] diverse malen omhoog geplaatst, waarbij gebruik gemaakt werd van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Ik zag in de door TeaseMedia B.V. (seksjobs) aangeleverde gegevens dat het telefoonnummer [telefoonnummer] hiervoor op 12 januari 2018 om 21.24 uur gebruikt is.
Binnen het onderzoek werden de historische verkeersgegevens opgevraagd van de volgende telefoonnummers:
• [telefoonnummer] - van 12 oktober 2017 10.00 uur tot en met 12 april 2018 10.00 uur.
Telefoonnummer in gebruik bij: aangeefster [slachtoffer 1] .
• [telefoonnummer] - van 12 oktober 2017 10.00 uur tot en met 12 april 2018 10.00 uur
Telefoonnummer in gebruik bij: verdachte [medeverdachte] .
• [telefoonnummer] - van 9 november 2017 12.00 uur tot en met 9 mei 2018 12.00 uur
Telefoonnummer in gebruik bij: verdachte [verdachte] .
Ik zag dat in de beschikbare historische verkeersgegevens binnen het onderzoek het
telefoonnummer [telefoonnummer] voorkomt. Het telefoonnummer [telefoonnummer] staat volgens het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie geregistreerd op naam van [naam] Het adres [adres] betreft hetzelfde adres als het adres waar [slachtoffer 2] voornoemd ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen. Uit de Basisregistratie Personen blijkt dat [naam] de moeder is van [slachtoffer 2] . Ik zag dat het telefoonnummer [telefoonnummer] acht keer contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Deze contacten hebben plaatsgevonden tussen 6 december 2017 en 21 december 2017. Ik zag dat het telefoonnummer [telefoonnummer] ook contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Deze contacten hebben plaatsgevonden tussen 16 november 2017 en 20 januari 2018. Het betreft ongeveer 250 contacten.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 18 december 2018 (map E, dossierpagina’s 229-239)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Telefoonnummer [telefoonnummer][slachtoffer 2] verklaarde dat ze in die tijd gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Eerder werd binnen het onderzoek vastgesteld dat het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1994), acht keer contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] .
heeft een lijstje overlegd met ‘snapchat-herinneringen’. Aan de hand van deze aangemaakte ‘snapchat-herinneringen' kon zij aangeven op welke datum, soms zelfs inclusief tijdstip, ze bij klanten geweest is namelijk:
25 juni 02:00 opgehaald
18 november 22:00
1 dec 19:00
2 dec 05:00
3 dec 18:00
12 dec 00:00
22 dec
5 jan 22:00
6 jan Beverwijk 00:40
7 jan 17:00 uur
8 jan
11 jan 00:30
17 jan 23:00 Haarlem
1 december 19:00Op 1 december 2017 hebben de telefoonnummers [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] en het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] om 17.43.25 uur voor het eerst contact. Dit gesprek duurde vier seconden en is doorgeschakeld naar de voicemail van telefoonnummer [telefoonnummer] . In de historische verkeersgegevens is te zien dat op die dag om 20.03.15 uur het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] , belde naar het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] . Dit gesprek duurde 41 seconden. De mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] straalde hierbij een zendmast aan aan de [adres] .
Later op 1 december 2017 is te zien dat zowel de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] als de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] , zendmasten aangestraald hebben in Haarlem en dat het telefoonnummer [telefoonnummer] op dat moment ook contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] .
2 december 05:00Bij de datum 2 december 2017 staat het tijdstip 05:00 uur genoteerd. Die nacht, rond 01.00 uur hebben de mobiele telefoons met de telefoonnummers [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] en [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] beiden zendmasten aangestraald in Den Helder. Ook heeft het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] , meerdere keren gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] . Te zien is dat zowel de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] als de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] die nacht rond 01.00 uur zendmasten aangestraald hebben in Den Helder, vervolgens beiden zendmasten aangestraald hebben in Alkmaar en uiteindelijk beiden om 02.33.39 uur zendmasten aangestraald hebben in Broek op Langedijk.
Tussen 04.37.20 uur en 07.40.10 uur heeft het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] nog een aantal keer geprobeerd te bellen naar het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] : om 04.37.20 uur (één keer), om 04.37.50 (één keer) en tussen 07.33.28 tot 07.40.10 uur (drie keer). Deze gesprekken duurden allen 10 seconden of korter. Vermoedelijk zijn deze oproepen niet beantwoord door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] , omdat de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] geen zendmasten meer heeft aangestraald. Ook is te zien dat soms doorgeschakeld werd naar de voicemail van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Om 07.59.11 uur heeft het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] nogmaals gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] ; ditmaal vond een gesprek plaats gedurende 38 seconden.
3 december 18:00
Op 3 december 2017 is te zien dat om 15.31.34 uur (gedurende 8 seconden) en om 15.31.53 uur (gedurende 37 seconden) door het telefoonnummer [telefoonnummer] gebeld is naar het
telefoonnummer [telefoonnummer] . Hierbij straalde de mobiele telefoon met telefoonnummer
[telefoonnummer] zendmasten aan op de [adres] .
Van het telefoonnummer [telefoonnummer] is geen tenaamstelling bekend. Ambtshalve is mij bekend dat dit telefoonnummer in gebruik is bij Tease Media B.V. Tease Media ontwikkelt en exploiteert diverse erotiek sites, zoals www.sexjobs.nl en www.sexmarkt.nl. Door naar het telefoonnummer [telefoonnummer] te bellen kunnen advertenties die zijn aangemaakt/geplaatst op de seksadvertentie website www.sexjobs.nl, omhoog geplaatst worden. Hoe hoger een advertentie in de rubriek staat, hoe meer de advertentie wordt bekeken.
Vanaf 16.07.47 uur is te zien dat zowel de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] , als de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] , zich verplaatsen naar zendmasten in Purmerend.
Later op deze dag zijn er telefonische contacten te zien van het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] tussen 18.29.23 uur en 18.36.07 uur:
12 december 00:00
Rond 00.00 uur zijn geen contacten te zien waarbij het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] betrokken is. De mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] straalde rond dat moment, van 11 december 2017 23.55 uur tot en met 12 december 2017 00.54 uur, zendmasten aan in Noord-Scharwoude en Oudkarspel.
Eerder op 11 december 2017 is te zien dat het telefoonnummer [telefoonnummer] vijf keer telefonisch contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij sexjobs.nl. Deze contacten vonden plaats tussen 16.57.27 uur en 16.59.38 uur en duurden in drie gevallen acht seconden, één keer 37 seconden en één keer 35 seconden.Enkele uren later, op 11 december 2017 tussen 21.40.48 uur en 23.07.59 uur zijn er wel telefonische contacten geweest tussen de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] in
gebruik bij [medeverdachte] . Ook heeft het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [verdachte] contact gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [slachtoffer 2] .
Te zien is dat de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte] zendmasten aangestraald heeft in Den Haag. Rond datzelfde moment straalde de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij [verdachte] ook dezelfde zendmasten aan in Den Haag.
- Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 28 maart 2019 (map E, dossierpagina’s 273-276)
Dit proces-verbaal houdt onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende in:
Op 27 februari 2019 is er een aanvraag vordering 126ng opgemaakt ten aanzien van TeaseMedia B.V. Dit om de vastgelegde en opgeslagen gegevens te verkrijgen met betrekking tot de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Middels een e-mail zijn de gegevens aangeleverd door TeaseMedia B.V.
Er is één advertentienummer aangeleverd door TeaseMedia B.V., dat nog niet bekend was bij het onderzoeksteam. Het betreft het advertentienummer [nummer] . Zowel het telefoonnummer [telefoonnummer] als het telefoonnummer [telefoonnummer] hebben meerdere keren naar het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik bij sexjobs.nl gebeld voor dit advertentienummer. Het telefoonnummer [telefoonnummer] deed dit in de periode van 3 december 2017 tot en met 21 december 2017. Het telefoonnummer [telefoonnummer] deed dit in de periode van 9 december 2017 tot en met 31 december 2017.
Het volgende komt uit de beschikbaar gestelde gegevens van TeaseMedia B.V.:
Account bij website sexjobs.nl:Op 1 december 2017 om 12.09 uur is er een account aangemaakt op de website sexjobs.nl., Hiervan zijn de volgende gegevens bekend:
ID: [nummer]
e-mailadres: [e-mailadres]
Naam: [naam]
Postcode: [postcode]
Plaats: [plaats ]
Advertentienummer [nummer] :De laatste keer dat is ingelogd op dit account is op 1 december 2017 geweest, om 13.50 uur, vanaf
het ip-adres [ip-adres] . Status: afgekeurd.
Aanmaak advertentie: 01-12-2017 14:08
Laatste wijziging advertentie: 01-12-2017 14:08
Gekozen e-mailadres bij de advertentie: [e-mailadres]
Aankopen:In het bestand ‘aankopen’ staan alle aankopen gedaan door de adverteerder. Indien er per telefoon of sms betalingen gedaan zijn om een advertentie te updaten (boven aan de lijst te plaatsen) dan staan deze op deze lijst. Ik zag de volgende gegevens vermeld staan:
Advertentie Telefoonnr Bellijn/SMS Datum
[nummer] anonymous bellijn 01-12-2017 23:53
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 03-12-201715:32
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 06-12-201716:00
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 09-12-2017 17:09
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 09-12-2017 20:40
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 11-12-201717:00
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 12-12-2017 11:25
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 14-12-201714:05
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 20-12-201718:08
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 21-12-2017 19:53
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 28-12-2017 21:00
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 28-12-2017 21:01
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 29-12-2017 01:18
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 29-12-201714:56
[nummer] [telefoonnummer] bellijn 30-12-2017 01:04