Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
“En ik hoop dat de rest tussen ons kan blijven”) moet worden bezien in de context van het gesprek en de gebeurtenissen die hadden plaatsgevonden in samenhang met het tijdstip waarop aangeefster dit specifieke bericht aan verdachte heeft verzonden. Aangeefster heeft het bericht immers verstuurd op een moment dat blijkens haar verklaringen bij haar nog niet de herinneringen met betrekking tot de seksuele gedragingen waren teruggekomen. Ook uit het verdere berichtenverkeer met verdachte van die dag blijkt dat zij op dat moment nog geen herinneringen heeft aan wat er die nacht is gebeurd. Zo schrijft zij op 17 mei 2016 om 8:03 uur aan verdachte:
“ik wil graag weten wat er gebeurd is vannacht ik weet bijna niets meer”, bedankt zij hem om 10:12 uur dat hij zich over haar heeft ontfermd en bericht zij om 11:24 uur nogmaals
“complete blackout”. Pas om 18:43 uur die dag schrijft zij:
“ik herinner mij weer een aantal dingen”.
Dat de herinneringen aan seksuele gedragingen pas na het versturen van het bericht op 17 mei 2016 om 10.12 uur terug zijn gekomen, wordt ondersteund door de verklaring van haar man – getuige [getuige 1] – die heeft verklaard dat hij in de nacht na het incident (de rechtbank begrijpt van 17 mei 2016 op 18 mei 2016) door aangeefster op de hoogte is gesteld van het feit dat mogelijk sprake was geweest van seksuele handelingen door verdachte. Ook uit het berichtenverkeer tussen aangeefster en haar vriendin [betrokkene] op 17 mei 2016 tussen 06.39 uur en 09.49 uur blijkt dat aangeefster zich op dat moment nog niets herinnert. Zo schrijft zij om 7:59 uur:
“Ik weet helemaal niks meer”. Nadat zij verdachte telefonisch heeft gesproken, bericht zij om 9:46 uur aan [betrokkene]:
“Is niks gebeurd”.
“ik hoop dat de rest tussen ons kan blijven”niet het door de raadsman geschetste alternatieve scenario ondersteunt en dat dit alternatieve scenario ook overigens niet past binnen de bewijsmiddelen, zodat dit wordt verworpen.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
18 (achttien) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.255,65 (vijfduizend tweehonderdvijfenvijftig euro en vijfenzestig cent), bestaande uit € 255,65 als vergoeding voor de materiële schade en € 5.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 5.255,65 (vijfduizend tweehonderdvijfenvijftig euro en vijfenzestig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
61 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
".Er stond een taxi voor de deur. Ze zei: "ik moet die kant op, kan ik meerijden". Ik zei: "Dat is goed, stap maar in". We zijn naar mijn huis gegaan
.Ik had het vermoeden dat die ene jongen wat in haar drinken had gedaan. We hebben in mijn woning wat gedronken en we hebben met elkaar over dingen gehad.
Het eerstvolgende moment wat ik weet is dat ik bij bewustzijn kwam in de garage van [verdachte]. En dan komen er wat flarden.
Ik weet dat ik in een tuinstoel zat in de garage. In mijn herinnering zat hij voor mij. In mijn herinnering was mijn broek naar beneden en deed het zeer. Mijn broek zat helemaal naar beneden getrokken. Ik weet dat ik een keer mijn broek heb geprobeerd omhoog te trekken. Wat ik mij herinner is dat hij op een stoel zat/lag. Deze herinnering is pas later teruggekomen. Dat was pas nadat de forensisch arts mij allemaal vragen stelde over mijn lichaam. Dat bracht weer herinneringen naar boven. Ik weet dat hij zei: "ik krijg hem niet meer omhoog " of "hij wordt niet meer stijf, want ik ben al een keer klaar gekomen". Dit is ook een herinnering die later is teruggekomen. Wat ik nog wel vanaf het begin weet te herinneren is dat ik steeds mijn broek omhoog probeerde te krijgen maar dit lukte niet omdat ik zo slap was. Hij heeft mij op een gegeven moment geholpen om mijn broek weer aan te trekken.
Ik heb hem gevraagd wat er met mij gebeurd was. Hij zei: "je was helemaal weg, je was helemaal out." Hij zei dat hij het zo erg voor mij vond en dat hij mij had opgevangen. In de woning liepen wij samen maar de WC. Hij zei: "ik breng je wel op de fiets naar huis". We liepen toen naar de garage en toen herkende ik diezelfde salontafel die ik eerder had gezien. Tussen die tafel en de achterdeur lag mijn bril op de grond. We zijn op de fiets door Ursem naar mijn huis gegaan. Aan het begin van mijn straat stond [getuige 3] met een vriend. Ik vertelde tegen [getuige 3] dat ik bij [verdachte] was wakker geworden. [getuige 3] zei tegen [verdachte]: "ik breng [slachtoffer] naar huis". Ik heb [getuige 1] wakker gemaakt. Toen gingen we met z'n drieën bij ons aan de eettafel zitten. Ik had heel veel pijn bij mijn vagina.
Toen ik de tweede keer bij kwam zag ik [verdachte] zitten of liggen. Zijn boxer was uit. Heel vaag zie ik zijn piemel nog. Ik weet nog dat hij zijn broek ter hoogte van zijn knieën had.
Toen ik thuis was deed mijn clitoris heel erg pijn en was helemaal opgezwollen. Het gebied van de binnenste schaamlippen was ook helemaal rood en dik en het gebied er omheen was pijnlijk. Als ik ging plassen prikte het heel erg. Mijn onderbuik deed heel erg zeer. De buikpijn hield aan tot ongeveer 25 mei 2016.
Volgens mij werd ik op 17 mei 2016 omstreeks 00.30 uur wakker gemaakt door [slachtoffer]. Zij vroeg of ik even naar beneden wilde komen omdat er wat gebeurd was. [slachtoffer] zei dat [getuige 3] ook beneden zat. Van [slachtoffer] hoorde ik dat zij door de verdachte mee naar huis was genomen en dat ze daar is wakker geworden in een garage of een bijgebouw van het huis. [slachtoffer] heeft aan hem gevraagd wat er gebeurd was en hij heeft toen aangegeven dat zij gedrogeerd is geweest en dat hij haar in de taxi heeft gezet en heeft meegenomen naar huis.
Toen ik op 17 mei 2016 's avonds thuis kwam hebben [slachtoffer] en ik er weer over gepraat wat er gebeurd was en hoe ze zich voelde. Ik merkte dat zij zich uit het veld geslagen voelde. Die avond zijn we omstreeks 22.00 uur gaan slapen. Vervolgens schoot ze mij aan en zei dat naar beneden moesten om te praten. Ze gaf aan dat ze weer herinneringen kreeg wat er gebeurd was toen ze zojuist wakker werd. Ze kreeg herinneringen over wat er bij de verdachte in de garage gebeurd was. Ze heeft mij verteld wat er gebeurd was. Ik heb van A tot Z alles opgeschreven. Toen hebben we de politie gebeld.
vertelde dat zij wakker werd in de garage bij de verdachte. Dat de verdachte zich ook in die ruimte bevond. Op het moment dat ze wakker werd dat haar broek op haar enkels of knieën zat. Dat ze geprobeerd heeft die omhoog te trekken maar dat dit niet lukte. Dat haar bril van haar hoofd was gevallen en ergens in een hoek lag. Ze had het over een garage met een aantal stoelen en een tafel. Hij heeft haar geholpen om haar broek omhoog te krijgen. Ze had aan hem gevraagd wat er gebeurd was. Hij gaf toen aan dat zij gedrogeerd was geweest en dat hij haar in een taxi heeft gezet en mee naar huis heeft genomen. Ze is naar de WC geweest. Op dat moment heeft ze aangegeven dat ze naar huis wilde. Hij bood haar aan om haar naar huis te brengen op de fiets. In de nacht van woensdag op donderdag vertelde [slachtoffer] mij over nog een herinnering die was teruggekomen. [slachtoffer] vertelde dat ze eerder ook al bijkwam en dat de verdachte toen voor haar zat op zijn knieën. Ze gaf aan dat hij zei dat hij hem niet meer stijf kreeg.
Als ik het over de verdachte heb, dan spreek ik over [verdachte].
20.11 uur: Dronken aan het worden
20.13 uur: Ik zie zo dubbel
21.14 uur: ga iemand koppelen
22.00 uur: Hordes meisjes grist Iselpp kees
22.03 uur: Veeleel drugs
Ik was die nacht rond 02.00 uur thuis. Vlak bij mijn huis heb ik nog een tijdje staan praten met een jongen. Toen ik daar stond te praten zag ik [slachtoffer] achterop de fiets met diezelfde jongen waarmee zij innig stond bij café Halfweg. [slachtoffer] zei tegen mij dat ze gedrogeerd was en dat die jongen haar had opgevangen. Er is toen veel gezegd door die jongen als: "als ik er ooit achter kom wie dit gedaan heeft, dan is hij voor mij", dat soort uitspraken.
naast celmateriaal van het slachtoffer [slachtoffer] zelf, elk sperma bevatten dat afkomstig kan zijn van één en dezelfde onbekende man.
van [verdachte] RABQ0700NL en het DNA-mengprofiel van het sperma/celmateriaal in de bemonsteringen ZAAC5321NL#01 tot en met #03 zijn de volgende aannames gedaan:
De bemonsteringen bevatten celmateriaal van het slachtoffer [slachtoffer] en sperma van de verdachte [verdachte].
hypothese 2:
De bemonsteringen bevatten celmateriaal van het slachtoffer [slachtoffer] en sperma van een willekeurige onbekende man.
De verkregen DNA-mengprofielen van het DNA in de bemonsteringen ZAAC5321NL#01 tot en met #03 zijn meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker onder hypothese 1 dan onder
hypothese 2.