ECLI:NL:RBNHO:2019:5068
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptie van drie Portugese minderjarige kinderen door echtelieden met Nederlandse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 juni 2019 uitspraak gedaan over het verzoek tot adoptie van drie Portugese minderjarige kinderen door een echtpaar met de Nederlandse nationaliteit. De verzoekers, beiden woonachtig in Nederland, hebben op 31 oktober 2018 een verzoekschrift ingediend voor de adoptie van de kinderen, die in Portugal zijn geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers voldoen aan de wettelijke vereisten voor adoptie en dat er geen bezwaren zijn van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de adoptie in het belang van de kinderen is en dat de verzoekers de kinderen sinds 16 maart 2018 verzorgen en opvoeden.
De rechtbank heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd op basis van het feit dat de verzoekers hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. Daarnaast is vastgesteld dat er geen eerdere adoptie in Portugal heeft plaatsgevonden, waardoor de rechtbank bevoegd was om de adoptie naar Nederlands recht uit te spreken. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de inschrijving van de geboorteakten van de kinderen in de registers van de burgerlijke stand gelast. De verzoekers hebben gekozen dat de kinderen de geslachtsnaam van de verzoekers zullen dragen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoekers toegewezen, met uitzondering van het verzoek om uit te spreken dat de adoptie conform het Haags Adoptieverdrag heeft plaatsgevonden, omdat hier geen wettelijke grondslag voor was. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.