ECLI:NL:RBNHO:2019:4944

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juni 2019
Publicatiedatum
7 juni 2019
Zaaknummer
15/201493-18
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van minderjarige zoon door vader, meermalen gepleegd, met bewijsvoering op basis van verklaringen van slachtoffers en getuigen

Op 6 juni 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een vader die beschuldigd werd van het meermalen verkrachten van zijn minderjarige zoon. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer, die verklaarde dat hij van zijn tiende tot zijn zestiende jaar door zijn vader seksueel misbruikt was. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld, dat voornamelijk bestond uit de verklaringen van het slachtoffer en zijn broers en zus, die ook slachtoffer waren van seksueel misbruik door hun vader. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de kinderen voldoende steun boden voor de aangifte van het slachtoffer. De verdachte ontkende de anale penetratie, maar de rechtbank concludeerde dat de verklaringen van het slachtoffer en de steunverklaringen van zijn broers en zus, in combinatie met andere bewijsstukken, voldoende waren om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder verplichte begeleiding door de reclassering. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer voor de immateriële schade die hij heeft geleden door het misbruik.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/201493-18 (P)
Uitspraakdatum: 6 juni 2019
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 23 mei 2019 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [woonplaats] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. D.G.M. Kramer en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R.M. Vessies, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 1991 tot en met 31 december 1995 te [plaats] , in elk geval in Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)(telkens) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte (telkens) zijn, verdachtes, penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of de penis van die [slachtoffer] heeft afgetrokken en/of heeft betast en/of zich door die [slachtoffer] heeft laten aftrekken en/of zijn, verdachte’s penis, door die [slachtoffer] heeft laten betasten en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- de vader was van die [slachtoffer] en derhalve een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer] , en/of
- reeds voordat de hier genoemde handelingen gebeurden, jarenlang ontuchtige handelingen heeft gepleegd met die [slachtoffer] , en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat dit hun geheim was en/of dat die [slachtoffer] dit niet tegen zijn moeder mocht vertellen en/of dat hij, verdachte, anders naar de gevangenis zou moeten, en/of
- doorging met de penetratie ook als die [slachtoffer] aangaf dat het erg veel pijn deed, en/of
- die [slachtoffer] zeer stevig vastpakte en/of vast hield waardoor die [slachtoffer] geen kant op kon, en/of
- de afgesloten badkamerdeur (in welke badkamer die [slachtoffer] zich bevond) met een schroevendraaier open maakte en/of (aldus) voor die [slachtoffer] (telkens) een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft bepleit dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het ten laste gelegde feit. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat ten aanzien van het bewijs voor de verkrachting maar één bron aanwezig is, namelijk de verklaring van aangever , terwijl verdachte de penetratie consistent ontkent. De verklaringen van de andere kinderen over het met hen gepleegde misbruik door verdachte, leveren geen rechtstreeks bewijs op voor het binnendringen in het lichaam van het [slachtoffer] , aldus de raadsman.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Bewijsmotivering
De rechtbank stelt voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat in de regel slechts twee personen aanwezig zijn bij de veronderstelde seksuele handelingen: het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. Wanneer dan zoals in dit geval de veronderstelde dader, te weten verdachte, de penetratie ontkent, leidt dat ertoe dat alleen de verklaring van het veronderstelde slachtoffer, als wettig bewijs beschikbaar is. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is echter de enkele verklaring van het veronderstelde slachtoffer onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Hier staat echter tegenover dat in zedenzaken een geringe mate van steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het veronderstelde slachtoffer reeds voldoende wettig bewijs van het tenlastegelegde kan opleveren.
In deze zaak doet zich het volgende voor.
Verdachte heeft verklaard met alle vier zijn kinderen seksuele handelingen te hebben verricht maar zegt zich de anale penetratie bij [slachtoffer] niet te kunnen herinneren. Uit de verklaring van aangever (hierna: [slachtoffer] ) blijkt dat verdachte, de vader van [slachtoffer] , hem meerdere malen seksueel heeft gepenetreerd. Hoewel het dossier geen bewijsmiddel, afkomstig uit een van [slachtoffer] onafhankelijke bron, bevat dat deze seksuele penetratie daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, biedt het dossier wel verklaringen die de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen en zijn weergave van de gebeurtenissen - op onderdelen - ondersteunen. Deze steunverklaringen vormen de verklaringen van de broers [Broer 1] en [Broer 2] (hierna: [Broer 1] en [Broer 2] ) en zus [Zus] (hierna: [Zus] ) van [slachtoffer] , allen ook kinderen van verdachte. Zij hebben allen verklaard dat verdachte gedurende een periode in hun jeugd bij of met hen seksuele handelingen heeft verricht. Op verschillende punten komen de verklaringen van [Broer 1] , [Broer 2] en [Zus] overeen met de verklaringen van [slachtoffer] .
Allereerst hebben [slachtoffer] , [Broer 1] , [Zus] en [Broer 2] verklaard dat de seksuele handelingen die met hen werden verricht, plaatsvonden in de ouderlijke woning te [plaatsnaam] , onder meer in de ouderslaapkamer en de badkamer. De door [Broer 1] , [Zus] , [slachtoffer] en [Broer 2] genoemde tijdstippen en locaties komen overeen met de adressen waar zij en verdachte destijds woonden. De moeder van het gezin was bij alle handelingen niet in de woning aanwezig omdat zij op de woensdagavonden naar het koor ging en op andere momenten afwezig was in verband met wisseldiensten die zij draaide voor haar werk. De kinderen waren niet op de hoogte van het misbruik van hun vader van hun broer of zus. Wel heeft [Zus] verklaard dat zij heeft gezien dat haar vader met een van haar broers seksuele handelingen verrichtte terwijl zij zag dat haar vader met een van de broers op het bed van haar ouders was op de ouderslaapkamer. Daarnaast heeft het misbruik van de kinderen plaatsgevonden in de leeftijd van 6 tot 16 jaar. Bij [Broer 1] en [Zus] heeft het misbruik geduurd tot ongeveer 12-jarige leeftijd, terwijl het misbruik van [slachtoffer] doorliep tot zijn 16e jaar. Verdachte heeft de tijdsduur, locatie van het misbruik van alle kinderen, en het feit dat de handelingen plaatsvonden tijdens afwezigheid van moeder en buiten aanwezigheid van de andere kinderen, ter terechtzitting bevestigd.
In de tweede plaats komen de verklaringen van [Broer 1] , [Zus] , [slachtoffer] en [Broer 2] overeen met betrekking tot de omstandigheden waaronder het door hen ondergane misbruik plaatsvond, waarbij sprake was van steeds verdergaande seksuele handelingen. Zowel [slachtoffer] als [Broer 1] , [Zus] en [Broer 2] verklaren dat de seksuele handelingen zijn begonnen met doktertje spelen, dat zij verdachte hebben moeten aftrekken en dat verdachte omgekeerd [slachtoffer] , [Broer 1] en [Broer 2] ook aftrok waarbij verdachte klaar kwam en vertelde dat dit hun geheim was. Ook deze aspecten uit de door de kinderen afgelegde verklaringen heeft verdachte ter terechtzitting bevestigd hetgeen blijkt uit de in de bijlage opgenomen verklaring van verdachte. Tevens blijkt uit de verklaringen van de kinderen dat sprake was van een bepaalde beloning. Zo heeft [Broer 2] verklaard dat hij geld kreeg, terwijl [slachtoffer] heeft verklaard dat hij als beloning langer mocht opblijven. Verdachte heeft ter terechtzitting ook verklaard dat het langer opblijven wel gebeurd zou kunnen zijn.
Ten derde bieden de verklaringen van [Broer 1] , [Zus] en [Broer 2] in samenhang met de verklaring van de verdachte voldoende steun voor de diverse manieren waarop het seksueel misbruik plaatsvond. Zowel [Broer 1] als [Broer 2] hebben beide verklaard over orale handelingen (pijpen) die zij bij hun vader moesten verrichten. Ook heeft verdachte ter terechtzitting bevestigd dat hij met [Zus] in bad ging waarbij [Zus] op verdachte zat en hij daardoor klaar kwam. De genoemde omstandigheden tonen – gezien het hiervoor overwogene - een grote samenhang tussen de verschillende door [Broer 1] , [Zus] en [Broer 2] afgelegde verklaringen. Ook komen deze verklaringen in overwegende mate overeen met de door [slachtoffer] afgelegde verklaringen.
Naast deze steunverklaringen betrekt de rechtbank in haar beoordeling nog het volgende. Verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat het seksueel misbruik van [slachtoffer] – in tegenstelling tot de andere kinderen - tot zijn zestiende jaar in december 1994 heeft voortgeduurd, voordat het misbruik rond de jaarwisseling bekend werd. Uitgaande van de verklaringen van de kinderen dat de seksuele handelingen steeds verder gingen, acht de rechtbank het aannemelijk dat de langere duur van het misbruik van [slachtoffer] ook heeft geleid tot verdergaande seksuele handelingen zoals ten laste gelegd.
Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte kort na de echtscheiding in 1995 een brief heeft geschreven waarin hij erkent incest te hebben gepleegd en dingen met hen heeft gedaan die “gewoon smerig zijn”. In zijn verhoor op 16 juli 2018 met betrekking tot het seksueel misbruik van [slachtoffer] heeft verdachte vervolgens verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat er allemaal precies is gebeurd (p.28) en op de specifieke vraagstelling over anale penetratie van [slachtoffer] in de badkamer heeft geantwoord: “dat zou misschien gebeurd zou kunnen zijn maar ik weet het niet meer.” Dit doet naar het oordeel niet af aan de latere verklaringen van verdachte, ook ter terechtzitting, dat geen anale penetratie zou hebben plaatsgevonden.
Uit de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor is overwogen, komt naar voren dat verdachte gedurende een langere periode alle vier zijn kinderen op verschillende manieren seksueel heeft misbruikt. Gelet op de grote samenhang tussen de verschillende door [slachtoffer] , [Broer 1] , [Zus] en [Broer 2] afgelegde verklaringen en hetgeen door verdachte zelf is verklaard, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de in de aangifte genoemde verkrachting van [slachtoffer] voldoende steun vindt in het overige gebezigde bewijsmateriaal.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij op tijdstippen in de periode van 1 december 1991 tot en met 31 december 1994 te [plaats] , door geweld of andere feitelijkheden telkens [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of de penis van die [slachtoffer] heeft afgetrokken en/of heeft betast en/of zich door die [slachtoffer] heeft laten aftrekken en/of zijn, verdachte’s penis, door die [slachtoffer] heeft laten betasten en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- de vader was van die [slachtoffer] en derhalve een natuurlijk overwicht had op die [slachtoffer] , en
- reeds voordat de hier genoemde handelingen gebeurden, jarenlang ontuchtige handelingen heeft gepleegd met die [slachtoffer] , en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat dit hun geheim was en dat die [slachtoffer] dit niet tegen zijn moeder mocht vertellen en dat hij, verdachte, anders naar de gevangenis zou moeten, en
- doorging met de penetratie ook als die [slachtoffer] aangaf dat het erg veel pijn deed, en
- die [slachtoffer] zeer stevig vastpakte en/of vast hield waardoor die [slachtoffer] geen kant op kon, en
- de afgesloten badkamerdeur (in welke badkamer die [slachtoffer] zich bevond) met een schroevendraaier open maakte en aldus voor die [slachtoffer] telkens een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
Verkrachting, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden en aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat een taakstraf passend is gelet op het tijdverloop, de leeftijd van verdachte, het feit dat er geen politie en justitie contacten bekend zijn, het reeds ingezette traject bij de Waag en de consequenties die een gevangenisstraf mee zouden brengen. Er zou een voorwaardelijke straf met de gewenste voorwaarden kunnen worden opgelegd. Verdachte is bereid zich te houden aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op grove wijze misbruik gemaakt van de liefde van zijn kind(eren) voor hun vader en hun afhankelijkheid. Hij heeft zijn eigen lustgevoelens en behoefte aan intimiteit voorop gesteld en heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen die dit voor zijn kind(eren) zou hebben. Hij heeft het vertrouwen dat kinderen in hun vader mogen hebben geschonden en de veiligheid die een kind thuis zou moeten hebben wegnomen. Een vader zou een steunfiguur in het leven van een kind moeten zijn. De relatie tussen een vader en een kind is van belang voor het later kunnen opbouwen van een eigen evenwichtige relatie met een partner en eigen kinderen. Hierbij is een ongestoorde psychische en lichamelijke ontwikkeling van belang. Verdachte heeft dit proces verstoord door op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van zijn kind (eren) te schenden. Verdachte heeft – zo blijkt uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting – een kwetsbaar kind langdurig misbruikt. Het slachtoffer ( [slachtoffer] ) draagt de gevolgen van dit misbruik met zich, hetgeen onder andere blijkt uit de op zitting voorgelezen verklaring. Langdurige therapie en traumaverwerking zal nodig zijn.
Voor dergelijke delicten wordt doorgaans een gevangenisstraf van een aantal jaar opgelegd. In de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) wordt voor een verkrachting een gevangenisstraf van 24 maanden als uitgangspunt genomen. In deze zaak gaat het om een verkrachting van een minderjarige zoon en het plegen van ontuchtige handelingen. Daarbij komt het langdurig misbruik en de jonge leeftijd waarop het misbruik begon.
De reclassering heeft in haar rapportage van 17 april 2019 geadviseerd een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen in combinatie met bijzondere voorwaarden.
De reclassering heeft een recidivekans berekend op basis van de Oxrec, de Static-R-99 en de Stable 2007 waarbij een lage kans op recidive naar voren komt. Vanwege de ernst, de omvang en de duur van het misbruik schat de reclassering de kans op recidive toch iets hoger in.
Gelet op vernieuwde inzichten op het gebied van zedenbehandeling vindt de reclassering behandeling noodzakelijk. Op dit moment is er nog geen diagnostiek om tot een sluitend veiligheidsplan te komen. Verdachte heeft aangegeven om aan een intake bij de forensische polikliniek de Waag mee te werken.
Als beschermende factoren worden het leefgebied van financiën, dagbesteding, het
beschikken over vrijetijdsbesteding en de steun van zijn echtgenote beschouwd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Daarnaast acht de rechtbank verplichte begeleiding door Reclassering Nederland noodzakelijk. Een dergelijke verplichting zal als bijzondere voorwaarde aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 15.885,- ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit het eigen risico voor de zorgverzekering.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel kan worden toegewezen en heeft daarbij de wettelijke rente gevorderd, alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de materiële schade niet-ontvankelijk verklaard moet worden, nu geen factuur is bijgevoegd en derhalve niet is onderbouwd of en in welke mate het eigen risico van aangever is aangebroken. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman verzocht het bedrag te matigen, nu verdachte niet beschikt over liggende gelden en extra zal moeten werken om een schadevergoeding te kunnen betalen.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade niet voor vergoeding in aanmerking komt, aangezien deze onvoldoende is onderbouwd. De materiële schade is door de benadeelde partij enkel onderbouwd door middel van een zorgpolis. Niet gebleken is dat het eigen risico door de zorgverzekering geheel of gedeeltelijk bij de benadeelde partij in rekening is gebracht. Wat betreft de gestelde immateriële schade, komt de rechtbank vergoeding daarvan billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering, hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegewezen en het verhandelde ter terechtzitting. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 december 1991 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: verkrachting, meermalen gepleegd] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Gelet op de op te leggen sanctie en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zal de rechtbank de aan de schadevergoedingsmaatregel verbonden vervangende hechtenis matigen tot de duur van één dag.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 8 maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • veroordeelde zich meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
  • veroordeelde zich laat behandelen door de forensische polikliniek de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering;
  • geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden)en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
  • veroordeelde is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 15.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 december 1991 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 15.000,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
1 daghechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 1991 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M. Sassenburg, voorzitter,
mr. G.D. Kleijne en mr. E.M. van Poecke, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. W.J. de Baat,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 juni 2019.
Mr. G.D. Kleijne is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
De bewijsmiddelen
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Verklaring van verdachte ter terechtzitting
De verklaring die verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2019 heeft afgelegd, houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in.
Het klopt dat er tijdens mijn huwelijk seksuele dingen met al mijn kinderen zijn gebeurd. Ik trok mij af in hun bijzijn. Zij moesten mij ook aftrekken. Het gebeurde als de andere kinderen er niet waren en mijn ex- vrouw er niet was, zij had onregelmatige diensten.
Bij [Broer 1] , de oudste, is het begonnen toen hij ouder was dan 5 jaar.
[Zus] ging met mij in bad, zij zat boven op mij en dat leidde wel eens tot de reactie dat ik klaar kwam. Later begluurde ik [Zus] door het gaatje in het sleutelgat van de badkamerdeur.
Met [slachtoffer] speelde ik doktertje. Ik was in mijn slaapkamer waar ik masturbeerde en [slachtoffer] over zijn penis wreef. Hij moest mij ook aftrekken. Ik denk dat [slachtoffer] 11 of 12 jaar oud was. Het heeft geduurd tot hij 15 of 16 jaar was.
Ik heb wel eens tegen de kinderen gezegd dat ze het beter niet tegen mama konden zeggen; dat het ons geheim was. Het zou kunnen, als [slachtoffer] dat heeft gezegd, dat ik heb gezegd dat ik anders naar de gevangenis moet of we zouden gaan scheiden. Het zal wel eens gebeurd zijn dat ze later op mochten blijven als er seksuele handelingen hadden plaats gevonden. Soms kwam ik klaar.
Met [Broer 2] is het doorgegaan. [Broer 2] heeft mij afgetrokken. Ik durf niet te zeggen of het met [Broer 2] tot pijpen is gekomen. Het zou misschien een keer gebeurd kunnen zijn.
Ik leefde in die tijd met de gedachte dat het mijn kinderen zijn en ik kon doen en laten met ze wat ik wilde.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] ) d.d. 4 mei 2017 (pagina’s 58-71). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Ik ben seksueel misbruikt door mijn vader van mijn 10e jaar tot mijn 16e jaar.
V: Hoe oud was jij toen de 1e seksuele handelingen met jou begonnen?
A: Toen was ik een jaar of tien. Ik zat toen in groep 6 van de [naam school] .
V: Wat waren de 1e seksuele handelingen?
A: Aftrekken van mijn vader.
V: Waar vond dat plaats?
A: Op zijn slaapkamer. De ouderlijke slaapkamer. Dit was in de [plaatsnaam]
.
V: Vertel eens precies wat je van de 1e seksuele handelingen nog weet te herinneren?
A: Ik weet dat we 'doktertje' speelden. Ik moest ook zijn onderbroek uittrekken.
Maar ik weet nog dat hij zei: 'Pak mijn penis vast, ‘dokter'. Ik zag dat hij een stijve penis had. Dat deed ik en toen moest ik mijn hand zachtjes heen en weer bewegen. Hij pakte mijn
hand vast en bewoog mijn hand met zijn hand heen en weer, terwijl ik zijn penis vast
had. Hij ging door totdat hij klaar kwam. Ik weet wel dat hij later nadrukkelijk zei: "Dit mag je je moeder niet vertellen. Dit is ons geheim." Die avond mocht ik langer opblijven. Ik werd als het ware beloond voor wat ik had gedaan. De keren daarna gebeurde het belonen ook.
A: Later kwam er een handeling bij. Ik moest hem eerst aftrekken en daarna ging hij mij aftrekken.
V: Waar vonden de volgende handelingen plaats?
A: Allemaal op het ouderlijk bed. Dit gebeurde wel twee keer per maand. Binnen een jaar ging hij ook met mij douchen. Toen heeft hij mij ook een keer gepenetreerd. Later heb ik samen met mijn broertje, [Broer 2] doktertje gespeeld bij mijn vader. Ik denk dat het een jaar later was. Ik denk dat ik een jaar of 11 of 12 jaar oud was. Ik weet dat het doktertje spelen wel een jaar duurde.
Ik was aan het douchen. Ik had de deur op slot gedaan. Ik stond onder de douche en toen hoorde ik dat het slot van de deur openging. Ik zag dat mijn vader naakt de badkamer binnenliep en naakt bij mij onder de douche kwam staan. Ik moest voorover buigen. Hij zei: "Buig even naar voren, dit doet geen pijn." Toen deed hij zijn penis in mijn anus. Het deed wel heel veel pijn. Toen bewoog hij een paar keer heen en weer. Elke keer als hij heen en weer ging, gaf ik aan dat het pijn deed.
V: Waarom stopte hij?
A: Omdat ik zei dat ik veel pijn had. Ik moest hem toen aftrekken. Hij vroeg aan mij: "Wil je mij aftrekken dan?" Toen zei ik: "Ja" om er maar vanaf te zijn.
V: Hoe hield het toen op?
A: Totdat hij klaar kwam.
V: Hoe voelde de anale penetratie?
A: Dat deed heel veel pijn. Ik kon moeilijk zitten. Ik voelde dat het zijn penis was, waarmee hij in mijn lichaam kwam. Het deed alleen maar pijn. Het was een pijn dat ik nog nooit gevoeld had, alsof er iets in mijn rug sprong. Ik stond met mijn handen tegen de muur aan. Hij stond achter mij en hield mij stevig vast. Het was een ferme greep. Ik kon geen kant op.
V: Hoe vaak heeft je vader jou in totaal anaal gepenetreerd?
A: Een keer of 3 a 4, onder de douche. Het is ook in de slaapkamer gebeurd.
V: Je zei dat het gebruikelijk was om de deur van de badkamer op slot te doen. Hoe verliep dat de keren erna?
A: Net als de eerste keer maakte hij vanaf de buitenkant de deur open met een schroevendraaier.
V: Hoe weet je dat het een schroevendraaier was.
A: Ik denk dat hij een schroevendraaier heeft gebruikt. Ik heb wel eens een schroevendraaier op zijn nachtkastje zien liggen. Het is een slot met een plat gleufje in het slot. Ik zag ook wel beschadigingen aan het slot, aan de buitenzijde van de badkamerdeur.
Ik moest hem steeds aftrekken totdat hij klaar kwam. Hij had mij met zijn handen vast. Hij heeft mij gepenetreerd met zijn penis. Ik was kind. Het gebeurde en ik werd beloond. Ik had niet het vermogen om het te laten stoppen. Ik schaamde me enorm. Ik wist dat het niet hoorde. Dat het niet normaal was. Mijn vader zei ook steeds: "Dit is ons geheim", en anders moest hij naar de gevangenis.
V: Hoe vaak ben je door je vader in zijn slaapkamer gepenetreerd?
A: 1 of 2 keer.
De handelingen van het aftrekken tijdens het ‘doktertje’ spel, de penetraties onder de douche en in de badkamer hebben afwisselend plaatsgevonden over de periode van mijn 10e tot mijn 15e jaar.
V: Hoe vaak ben je daarna nog gepenetreerd door je vader.
A: Na de keren onder de douche nog een of twee keer op zijn bed. In ieder geval een keer toen ik 14 of 15 jaar oud was. Ik zou naar de schaatsbaan gaan. De deur van de slaapkamer van mijn vader stond open. Ik zag dat mijn vader naakt op zijn bed lag en dat hij zichzelf aan het aftrekken was. Toen riep hij mij om bij hem te komen. Hij vroeg mij of ik hem wilde aftrekken. Ik had zelf alleen mijn onderbroek aan. Toen moest ik hem aftrekken en dat heb ik ook gedaan. Toen moest ik gehurkt gaan zitten en had hij vaseline gepakt uit de badkamer. Ik
moest op mijn handen en knieën op zijn bed zitten. Ik zag dat hij opstond en naar de badkamer liep en terugkwam met vaseline in zijn hand. Ik zag dat hij vaseline op zijn penis smeerde. Hij zei: "Dan doet het minder pijn." Ik zei: "Dat wil ik niet." Hij zei daarop: "Dit is lekker, het doet niet zoveel pijn en dan mag je vanavond later thuis komen." Toen heeft hij me anaal gepenetreerd.
V: Wat deed hij dan?
A: Hij ging achter mij zitten. Het was heel ongemakkelijk en het deed heel veel pijn. Mijn knieën deden pijn. Het was ook een ander standje en gaf mij een ander gevoel. Het was een helse pijn dat uitstraalde naar mijn benen.
A: Toen ik zei dat het pijn deed, zei hij: "Dan stoppen we nu en gaan we naar de douche. Dan mag je naar de schaatsbaan."
V: Wist je wat er zou gaan gebeuren?
A: Ja, dat wist ik wel. Ik moest hem aftrekken onder de douche.
V: Waarmee denk jij dat je gepenetreerd bent?
A: Ik weet echt dat het zijn penis was.
V: Hoe vaak heeft jouw vader jou afgetrokken?
A: Meer dan 10 keer.
V: Op welke manier werd of voelde jij gedwongen om de seksuele handelingen te ondergaan?
A: Ik heb steeds aangegeven dat ik het niet wilde en ook pijn had. Het gebeurde toch. Ik had het gevoel dat ik geen keuze had.
V: Is er sprake geweest van dwang bij de handelingen van je vader?
A: Ja. Zo voelde ik het absoluut.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van [Broer 1] (geboren op [geboortedatum 3] ) d.d. 1 februari 2018 (pagina’s 98-102). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer:
Ik ben seksueel misbruikt door mijn vader van mijn 4e jaar tot mijn 12e Jaar. Ik ben de oudste. Ik dacht dat de seksuele handelingen die er plaats vonden normaal was. Dat het hoorde bij de seksuele opvoeding.
V: Vertel eens precies wat je van de 1e seksuele handelingen nog weet te herinneren?
A: Ik denk, wat ik mij kan herinneren, ongeveer 5 a 6 jaar. Ik zat op school. Ik weet dat op de woensdagavond mijn vader alleen thuis was en mijn moeder naar zangles ging. Mijn vader riep mij bij mij vanuit zijn slaapkamer. Ik lag al te slapen. Dan werd ik gewekt. Later mocht ik wat later naar bed.
V: Je 1e herinnering?
A: Hij kwam mijn slaapkamer binnen en wekte mij. Ik mocht langer op blijven. Ik moest naast hem gaan liggen in het 2-persoonsbed. Hij was naakt en had al een erectie. Hij geleidde mijn hand naar zijn penis. Van later weet ik dat ik aan zijn penis moest zitten en deze ook in mijn mond moest nemen. Hij heeft mij ook betast, aan mijn penis gezeten. Ik moest aan zijn penis zitten. Ik moest hem aftrekken. Hij zat aan mijn hoofd en geleidde deze naar zijn penis. Hij zei dat het net melk was en dat het niet erg was. Dit vond plaats in de ouderlijke slaapkamer op het bed.
V: Het aftrekken, hoe vaak heeft dit volgens jou plaatsgevonden?
A: Het is geen eenmalige gebeurtenis geweest. De woensdag staat mij helder voor de geest. De woensdagavond vond ik vreselijk. Ik wilde eigenlijk dat mijn moeder niet naar het koor ging. Het was een repeterend gebeuren. Het was heel frequent.
V: In hoeverre kwam hij klaar tijdens het aftrekken?
A: Hij kwam altijd klaar.
V: Hoe vaak moest jij hem aftrekken?
A: Ik heb het bij hem gedaan maar hij deed het ook zelf als ik bij hem lag. Het gebeurde op bed. Hij zei wel dat hij bang was dat hij betrapt werd en dat ik niks tegen mijn moeder mocht zeggen.
V: Je vertelde, hij deed jouw hoofd naar zijn penis. Wat moest je voor handelingen doen?
A: Ik moest zijn penis vastpakken. Hij zei: "Doe maar in je mond."
V: Op welke manier ben je daarna extra beloond door je vader?
A: Ik mocht later naar bed. Dat was mijn beloning.
V: In hoeverre drong hij aan om te pijpen?
A: Hij drong met zachte hand. Dat het normaal was en niet bang hoefde te zijn. Ik deed het dus maar.
V: Maar de periode voor je pubertijd?
A: Ja ik gaf wel aan dat ik bang was. Hij probeerde mij gerust te stellen. Het gebeurde dan wel en later werd dat minder omdat ik mij verzette. Hij bewoog mij met zachte hand.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van [Zus] d.d. 18 januari 2018 (pagina’s 84-95). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer:
Ik weet dat [verdachte] doktertje speelde met [slachtoffer] . Ik was daar in ieder geval een keer bij. Ik zie dat nog voor me. Ik zie [verdachte] zo liggen naakt op het ouderlijk bed liggen. Ik weet niet welke broer daarbij was. Ik denk allebei. [Broer 2] en [slachtoffer] . Ze moesten wel het geslachtsdeel van mijn vader aanraken. In de slaapkamer van mijn vader op bed.
Ik moest elke zaterdagavond met hem in bad. Ik moest dan op hem liggen. Ik weet dat het eindigde toen ik 10 werd. In het nieuwe huis moest ik met hem douchen en moest ik hem aftrekken. Hij zat dan met zijn vingers in mijn kruis. Als ik het niet wilde dan moest het toch. Ik mocht niets zeggen. Dat douchen heeft ongeveer 2 jaar geduurd. Daarna had hij dus dat studeerkamertje naast mijn slaapkamer op zolder. Hij was daar altijd precies als ik ook in mijn kamer was. Later heb ik een gaatje gevonden onder de deurklink. Door dat gaatje had hij zicht op mijn bed en het gedeelte waar ik mij omkleedde. Vanaf de zoldertrap kon je ook via de spiegel van de badkamer de douche inkijken.
V: Waar vond het aftrekken plaats?
A: Onder de douche in de [plaatsnaam] . Ik was ongeveer 10 jaar oud. Ik weet niet hoe vaak, maar het is meerdere keren gebeurd. Soms protesteerde ik, maar moest ik toch.
V: Hoe wist je wat aftrekken was?
A: We hebben het in ieder geval een keer samen gedaan. Hij kwam altijd klaar.
V: Wat kan je vertellen over 'doktertje spelen' met je vader?
A: Ik weet dat ik hem zo zag liggen en dat we er aan moesten komen. Het was in ieder geval als mijn moeder er niet was. Hij zei: "Niet tegen je moeder zeggen, anders kunnen we weleens gaan scheiden."
V: Op welke manier werd of voelde jij gedwongen om de seksuele handelingen te ondergaan?
V: Ik moest het gewoon doen, als ik niet wilde dan moest het toch. Het leek er wel bij te horen. Ik zei ook wel dat ik niet wilde, maar dat het dan toch gebeurde. De dreiging
was de scheiding.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van [Broer 2] d.d. 11 juni 2018 (pagina’s 110-118). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer:
A: Ik werd 4, toen zijn we naar [plaatsnaam] verhuisd. We woonden toen op de [adres] .
V: Wie zou seksueel zijn misbruikt?
A: [Broer 1] , ik denk ook [Zus] maar dat weet ik niet zeker, [slachtoffer] en ik. Ik weet het zeker van [slachtoffer] en van mij. Van de rest weet ik het niet zeker maar ik denk dat we allemaal in hetzelfde schuitje zaten. We wisten het ook niet van elkaar. Ik was denk ik 5, 6 of 7...tot een jaar of 9 of 10. Zoiets. Beetje oraal, beetje aftrekken.
V: Wat is oraal?
A: Om en om pijpen. Mijn vader, dan ik, dan weer mijn vader.
V: En aftrekken? Ging dat ook om en om?
A: Nee, dat moest ik bij mijn vader doen. Dat gebeurde meestal op de slaapkamer van mijn ouders.
V: Hoe vaak gebeurde dat gemiddeld?
A: Dat gebeurde ook op verschillende tijden als mijn moeder aan het werk was. Voor mijn gevoel hoorde het erbij en ik wist niet beter.
V: Wat kun je ons vertellen over 'doktertje spelen'?
A: Dat was een soort rollenspel met betrekking tot het hele gebeuren. Vaak was het dat.
A: Ik kreeg toen 10 gulden of 5 gulden en het was "ons geheim". Mijn vader zei dat het "ons geheim" was.
Een schriftelijke bescheid (pagina 82-83) , inhoudende een ander geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering.
Dit geschrift - een getypte brief ondertekend met de naam [naam verdachte] – houdt onder meer in:
In het begin kun je je natuur nog wel de baas, maar als je kinderen groter worden en mondiger, ga je dingen met ze doen die gewoonweg niet verantwoord zijn. Kortom die om het in het Nederlands te zeggen gewoon smerig zijn. Al geruime tijd vraag ik mij af hoe ik zo diep heb kunnen zinken om incest met mijn kinderen te plegen.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 juli 2018 (pagina’s 21-32). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
V: [slachtoffer] heeft er zelf over verklaard dat hij in de badkamer onder de douche stond. Hij had de badkamerdeur op slot gedaan. Hij hoorde dat het slot van de deur open ging en zag u met een ontbloot lichaam de badkamer binnenlopen. Wat is uw reactie hierop?
A: Misschien dat het gebeurd is, maar ik kan het mij niet herinneren.
V: [slachtoffer] heeft het volgende verklaard toen we hem vroegen hoe vaak u hem anaal heeft
gepenetreerd:
"Na de keren onder de douche nog een of twee keer op zijn bed. In ieder geval een keer toen ik 14 of 15 jaar oud was. Ik zou naar de schaatsbaan gaan. Ik moest nog gauw douchen om die kant op te gaan. Ik sliep op de zolder. Ik liep naar beneden. De deur van de slaapkamer van mijn vader stond open. Ik zag dat hij naakt op zijn bed lag en dat hij zichzelf aan het aftrekken was. Toen riep hij mij om bij hem te komen. Hij vroeg mij om hem af te trekken. Ik had zelf alleen mijn onderbroek aan. Toen moest ik hem aftrekken en dat heb ik ook gedaan. Toen moest ik gehurkt gaan zitten en had hij vaseline gepakt uit de badkamer. Ik moest op mijn handen en knieën op zijn bed gaan zitten.
Ik zag dat hij vaseline op zijn penis smeerde. Hij zei: "Dan doet het minder pijn." Ik zei: "Dat wil ik niet." Hij zei daarop: "Dit is lekker. Het doet niet zoveel pijn en dan mag je vanavond later thuis komen." Toen heeft hij mij anaal gepenetreerd”.
V: Wat is uw reactie hierop?
A: Als [slachtoffer] dat verklaard.
V: U stopte op een gegeven moment (nadat [slachtoffer] aangaf dat het pijn deed) vervolgens en moest [slachtoffer] u vervolgens aftrekken. Wat kunt u hierover verklaren?
A: Dat zou misschien gebeurd kunnen zijn.