Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- het opstellen van een brief voor een huisarts over een hulpbehoevend gezin en/of
- het uitwerken van drie behandelplannen,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als werknemer van de GGD en/of BGJ,
- die [aangeefster 2] gevraagd of die interesse had om bij/met verdachte te komen werken als ambulant medewerker (bij de GGD en/of BGJ),
- als (bonafide) werknemer van de GGD en/of BGJ een sollicitatiegesprek gevoerd met die [aangeefster 2] ,
- een (valse) arbeidsovereenkomst opgemaakt/laten opmaken en/of getekend/laten tekenen tussen BGJ Schagen (werkgever) en/of die [aangeefster 2] (werknemer),
- met die [aangeefster 2] een gesprek gevoerd over de werkzaamheden die [aangeefster 2] dan voor verdachte zou gaan verrichten,
- die [aangeefster 2] meermalen verteld dat er salaris is uitbetaald en/of zou worden uitbetaald door verdachte, de GGD en/of BGJ aan die [aangeefster 2] en/of
- een of meer (valse) bankafschriften opgemaakt/laten opmaken, met twee verzonden opdrachten van overschrijvingen ("spoedbetaling salaris") van de rekening van verdachte naar de rekening van die [aangeefster 2] , waardoor [aangeefster 2] werd bewogen tot bovenomschreven dienstverlening;
3.Beoordeling van het bewijs
(“Dunne korte ketting wit/geel goud”)bij de ketting op de foto van de juwelier.
- in de periode van 22 september 2015 tot en met 22 juli 2016 zijn grote geldbedragen (€ 1.000,- tot € 4.000,- per keer) overgeboekt van de ABN vermogensspaarrekening met nummer [nummer 1] ten name van aangeefster, [aangeefster 1] (ook kortweg genoemd: [aangeefster 1] ), naar betaalrekeningen van aangeefster; in totaal € 31.500,-. Deze overboekingen zijn gedaan vanaf het IP-adres van [aangeefster 1] . Verschillende keren zijn grote geldbedragen vervolgens van de ene betaalrekening van aangeefster overgeboekt naar een andere betaalrekening van aangeefster;
- In de periode van augustus 2015 tot en met november 2016 zijn tientallen malen grote geldbedragen (tot 2.000 per keer) gepind van de betaalrekeningen van aangeefster. De pintransacties vonden alle op één na plaats bij de ABN AMRO Bank aan de Nieuwstraat 6 te Schagen. In de periode van 19 februari 2016 tot en met 30 november 2016 zijn de pintransacties van de betaalrekeningen van aangeefster acht keer gevolgd door stortingen op de rekening van verdachte bij ING Bank, Nieuwstraat 2 te Schagen van een groot bedrag gelijk aan of iets minder dan gepind. Tussen het pinnen en het storten van het geld zaten slechts enkele minuten, in bijna alle gevallen op dezelfde datum. Een van de transacties vond plaats op 25 april 2016 in de vakantie van aangeefster.
- Op 4 november 2016 werd € 1.500,- overgeboekt van de rekening eindigend op 937 naar de rekening eindigend op 911, € 1.490,- overgeboekt van de rekening eindigend op 911 naar de rekening eindigend op 748, € 1.500,- gepind van de rekening eindigend op 748 gevolgd door een contante storting van € 1.000,- op de rekening van verdachte. De overboeking van € 1490,- van de rekening eindigend op 911 naar 748 is gedaan via het IP-adres van verdachte.
- In de periode van 28 juni 2016 – 26 augustus 2016 zijn diverse grote bedragen gepind aan de Nieuwstraat 6 te Schagen met de creditcard van I.C.S. met nummer [nummer 2] ten name van [aangeefster 1] . Op 29 juli 2016 werden de inloggegevens van [aangeefster 1] gewijzigd. Eveneens op 29 juli 2016 werd van de ICS rekening een bedrag van € 1.500,- overgemaakt naar de privé rekening van [aangeefster 1] , werd dit bedrag gepind bij ABNAMRO Bank en werd € 1.450,- op de rekening van verdachte gestort bij ING Bank, beide banken gevestigd aan de Nieuwstraat te Schagen. Het telefoonnummer waarmee ICS de klant ( [aangeefster 1] ) kon bereiken was tot 12 augustus 2016 [nummer 3] (het nummer van [aangeefster 1] ) en werd gewijzigd in [nummer 4] (het nummer van verdachte). [aangeefster 1] was op dat moment met vakantie. Zij heeft voornoemde wijzigingen niet doorgegeven of toegestaan.
- ICS heeft op 10 november 2016 telefonisch contact opgenomen met [aangeefster 1] , maar omdat het telefoonnummer was gewijzigd in die van verdachte, kregen zij verdachte aan de lijn, die vertelde dat zij de mobiel van [aangeefster 1] had en haar zaken regelde in verband met een plotse ziekenhuisopname van [aangeefster 1] voor een operatie. Zij vertelde voorts dat er zaken geregeld moesten worden en dat zij dit wilde doen omdat [aangeefster 1] niet bij kennis zou zijn. Uit diverse verklaringen in het dossier blijkt echter dat [aangeefster 1] op dat moment nergens was opgenomen en evenmin buiten kennis was.
- Verdachte kwam bijna dagelijks bij [aangeefster 1] thuis en kreeg regelmatig haar betaalpas met bijbehorende pincode mee om boodschappen te doen. Voorts was verdachte bekend met de inlog gegevens van voornoemde ICS rekening omdat zij [aangeefster 1] heeft geholpen bij het activeren van de bijbehorende pas.
- Verdachte had in de tenlastegelegde periode geen werk en geen eigen inkomen.
1, 2 primair , 3 subsidiair en 4 primairten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Hierbij tekent de rechtbank aan dat naar haar oordeel – anders dan de officier van justitie stelt - geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Verder doet de aard van de gepleegde feiten en de wijze waarop verdachte hierop respondeert de rechtbank ernstig vermoeden dat – hoewel niet door een gedragsdeskundige vastgesteld – bij verdachte sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. Tot slot heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 9 augustus 2018, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van enig strafbaar feit onherroepelijk door de strafrechter tot straf is veroordeeld.
7.Vordering benadeelde partij
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
62 dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
60 dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
240 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis.
[aangeefster 2]niet-ontvankelijk in de vordering.