Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding, met bijlagen;
- de brief van de stichting Kinderen & Jongeren rechtswinkel van 17 april 2019, met bijlagen (brieven van [A.] , [B.] en [C.] );
- de brief van de advocaat van de moeder van 24 april 2019;
- de brief van de advocaat van de vader van 24 april 2019;
- de brief van de advocaat van de moeder van 2 mei 2019;
- de brief van de advocaat van de moeder van 7 mei 2019, met bijlagen;
- de mondelinge behandeling van 9 mei 2019, waarbij partijen en hun raadslieden aanwezig waren, alsmede mevrouw [D.] van de Raad voor de Kinderbescherming;
- de pleitnota van de advocaat van vader;
- de pleitnota van de advocaat van de moeder;
- de brief van de advocaat van de moeder van 15 mei 2019.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
De voorzieningenrechter verzoekt de Raad in haar correspondentie aan de rechtbank het hiervoor genoemde zaak-/rekestnummer van de bodemprocedure te vermelden;